NIEUWS

Pinewood: Veel meer dan James Bond alleen

Jochem Geerdink | 26 september 2014

Star Wars-fans over de hele wereld raakten onlangs bijna in een delirium toen regisseur J.J. Abrams aankondigde dat één van hen een rolletje kon verdienen in Star Wars: Episode VII. Het enige wat je daarvoor hoefde te doen was tien dollar doneren aan een goed doel. Abrams selecteerde vervolgens eigenhandig een winnaar die wordt ingevlogen naar de Pinewood Studios in Engeland, waar de ‘saga continues’. Pinewood Studios is een studiocomplex met een enorm rijke filmhistorie.

Het zou een leuke uitdaging zijn: iemand vinden dienog nooit een film zag die (deels) is opgenomen in dePinewood Studios. Op papier een schier onmogelijkeopgave, want het complex in Iver Heath - zo’n dertigkilometer ten westen van Londen - was namelijkgastheer van vele duizenden producties. Commercials,televisieseries en natuurlijk een keur aan blockbusters.Al ging het de Pinewood Studios zeker niet altijd voorde wind. In de jaren zeventig, tachtig en negentigvan de vorige eeuw was het vooral aan tweesuperhelden en een spion te danken dat de in 1936geopende studio kon blijven bestaan. Nadat eerst desuccesvolle Superman-franchise in de jaren zeventigPinewood behoedde voor grote financiële problemen,kende Groot-Brittannië later een zeer ongunstigbelastingklimaat waardoor veel grote filmmakerswegbleven. Doordat Tim Burton - na Batman uit 1989- ook zijn tweede Batman-film (Batman Returns) in IverHeath opnam, James Bond trouw bleef aan Pinewooden ook enkele andere grote producties werden gedraaidop het enorme complex, kon een faillissement wordenafgewend.



Grootheden
Tegenwoordig gaat het Pinewood Studios voor de wind. Niet alleen beschikt het over state-of-the-art technische mogelijkheden, het aantal filmlocaties is haast ongeëvenaard. Waarbij veel van de studio’s op het complex vernoemd zijn naar grootheden uit de filmgeschiedenis. Zoals de Albert R. Broccoli 007 Stage, dat zijn naam dankt aan de befaamde Bond-producent. Eén van de grootste studio’s ter wereld, maar daarover later meer. Niet heel vreemd dus dat tegenwoordig vrijwel alle grote Amerikaanse filmstudio’s uitwijken naar het gewest Buckinghamshire om er hun films te laten opnemen. Ze zijn niet meer onder ons, maar het zou oprichters Charles Boot (overleden in 1945) en J. Arthur Rank(stierf in 1972) goed doen. Toen die laatste in 1935 een bondgenootschap aanging met de eigenaar van het landgoed, stonden juist de studio’s in Hollywood model voor de bouw van Pinewood Studios. Een naam die dan ook een knipoog naar Hollywood is, waarbij het eerste deel te danken is aan de grote hoeveelheid pijnbomen in de omgeving van Heatherden Hall.

Onafhankelijkheidsoorlog
Dat Victoriaanse landhuis maakt anno 2014 nog steeds onderdeel uit van het studiocomplex. Daarnaast figureerde Heatherden Hall regelmatig in films, in 2011 nog in My Week With Marilyn. Er ligt trouwens niet alleen een behoorlijk stuk filmhistorie, ook politiek gezien speelde Heatherden Hall een belangrijke rol in de Britse geschiedenis. Zo werd er in 1921 het Anglo-Iers Verdrag getekend, waarmee een eind kwam aan de Ierse onafhankelijkheidsoorlog. Nadat de Canadese eigenaar Grant Morden overleed, kocht Charles Boot in 1934 Heaterden Hall op een veiling. Aanvankelijk vestigde hij een country club in het landhuis, waarbij de enorme ballroom werd omgebouwd tot restaurant. Nadat hij in contact kwam met industrieel J. Arthur Rank ontstonden de plannen voor een studiocomplex dat moest rivaliseren met die in Hollywood. In december 1935 werd begonnen met de bouw, met iedere drie weken de oplevering van een nieuwe studio.

Innovatief
Nog geen jaar later, op 30 september 1936, opende het destijds één miljoen Pond kostende Pinewood Studios officieel de deuren. De eerste film die er volledig werd opgenomen was het door Carol Reed geregisseerde Talk Of The Devil. Het innovatieve ‘unit system’ concept van Boot en Rank, waarbij meerdere films simultaan gedraaid konden worden, bleek een schot in de roos. Al snel kende Pinewood de hoogste productie van welk studiocomplex dan ook ter wereld. De grootste omslag kwam in de jaren zestig, toen de studio’s niet langer exclusief voorbehouden waren aan door de Rank Organisation gesteunde projecten. Ook producenten van buitenaf konden op een film-voorfilm basis gebruikmaken van de faciliteiten. Zo kon het gebeuren dat in 1962 een zekere Albert R. Broccolizich in Iver Heath meldde met de vraag of hij daar een begin kon maken met de verfilming van de populaire spionageboekjes van Ian Fleming over een spion van de Britse geheime dienst MI6. Het leidde tot Dr. No, de eerste van tot nu toe 23 officiële films over geheimagent James Bond. Tot op de dag van vandaag houdt het huwelijk tussen Pinewood Studios en de franchise stand.

Still going strong
Nadat Pinewood Studio door investeerders werd gekocht van de Rank Organisation, werd het complex ondergebracht in Pinewood Studios Group. Niet veel later werd ook Shepperton Studios - tot dan eigendom van een door filmbroers Ridley en Tony Scott geleid consortium - aangekocht. Die twee complexen maken samen met de Teddington Studios in het Verenigd Koninkrijk en Pinewood Toronto Studios, Pinewood Indomina Studios, Pinewood Studio Berlin en Pinewood Iskandar Malaysia Studios deel uit van de Pinewood Studios Group. Vorig jaar werd ook de eerste Amerikaanse faciliteit aangekondigd: Pinewood Atlanta, in de Amerikaanse staat Georgia. Bijna tachtig jaar nadatde eerste film er voltooid werd, is Pinewood still going strong.
Net als bijvoorbeeld The Beatles bij Abbey Road Studios, loopt James Bond als een rode draad door de geschiedenis van Pinewood. Weliswaar was dat complex al bijna dertig jaar open toen 007 zijn eerste stappen in Iver Heath zette, de twee zijn sindsdien onlosmakelijk met elkaar verbonden. Iedere Bond-film sinds Dr. No werd gedeeltelijk of zelfs helemaal opgenomen bij Pinewood.

Lichtknopje
In Goldfinger, de derde film uit de 007-reeks, reist Bond onder meer naar de Verenigde Staten. Je raadt het misschien al: Sean Connery zette voor de opnames geen voet op Amerikaans grondgebied. Iedere scène waarin Bond zogenaamd in de VS zou zijn, werd opgenomen in Pinewood Studios. Dit verklaart direct waarom 007 het lichtknopje naar benéden doet wanneer hij in de film het gouden lijk van Jill Masterson (Shirley Eaton) ontdekt. In tegenstelling tot Amerikaanse lichtknopjes moeten Engelse schakelaars namelijk naar beneden geswitcht worden om het licht aan te doen. Zo zijn er tal van leuke Bond-feitjes over Pinewood Studios, maar we concentreren ons voor nu even op het al eerder aangehaalde Albert R. Broccoli 007 Stage. Goldfinger werd er overigens niet opgenomen, het podium zag pas ruim een decennium het levenslicht. Het werd namelijk speciaal gebouwd om onderdak te bieden aan het voor The Spy Who Loved Me gebouwde interieur van de Liparus-supertanker. In aanwezigheidvan de toenmalige minister-president Harold Wilsonwerd eind 1976 de als 007 Stage gedoopte studio geopend.

Brand
Een gelukkig bestaan kende de van oorsprong 12,5 meter hoge, 41 meter brede en 102 meter lange studio trouwens niet. Al twee keer moest het na een brand volledig worden herbouwd. De eerste keer was eind juni 1984, toen net na de voltooiing van de opnames van Ridley Scotts Legend de studio tot de grond toe afbrandde. In januari 1985 heropende de studio meteen nieuwe naam: Albert R. Broccoli 007 Stage. Net op tijd voor de start van de opnames van A View To A Kill. Eind juli 2006 vond opnieuw een forse brand plaats in de hal. Dit keer nét nadat Casino Royale-regisseur Martin Campbell “it’s a wrap” had geroepen. Slechts enkele dagen later, tijdens het ontmantelen van de Venetiaanse set uit de film, ging het mis. Ondanks de inzet van acht brandweerwagens en het feit dat het vuur binnen anderhalf uur onder controle was, was de schade enorm. Zo stortte onder meer het dak van de studio in,wat voor Pinewood reden was het Albert R. Broccoli 007 Stage af te breken en daarna vanaf de grond opnieuw op te bouwen. In september 2006 werd met de sloop van de hal begonnen.



Moderniseren
De rampspoed werd aangegrepen om de studio eens flink te moderniseren. Het huidige Albert R. Broccoli 007 Stage is met een breedte van 48 meter, een diepte van 114 meter en een hoogte van zo’n vijftien meter flink groter dan het origineel. Met een vloeroppervlak van 5.500 m2 is het nu de grootste studio ter wereld. Ter illustratie: de in 1976 geopende studio kende een vloeroppervlak van ‘slechts’ 4.220 vierkante meter. Een immens gebouw, waar met gemak een heel dorp nagebouwd kan worden. Dat zagen we bijvoorbeeld in 2008 in Mamma Mia! - met voormalig Double-O-Seven Pierce Brosnan! - waarvoor een compleet Grieks vissersdorpje werd opgetuigd in de 007 Stage. Andere recente bekende sets in de studio zijn bijvoorbeeld het Alamut-kasteel uit Prince Of Persia: The Sands Of Time met Jake Gyllenhaal, het bevroren meer en het donkere bos uit Harry Potter And The Deathly Hallows en het ondergrondse hoofdkwartier van MI6 uit Skyfall. Juist, waar de trein crasht. Ook Disney’s Maleficent, de nieuwe adaptatie van het aloude sprookje Doornroosje, werd deels gedraaid in Iver Heath, Buckinghamshire. Mocht je na het lezen van dit verhaal geïnteresseerd zijn in een bezoek aan het complex, dan moeten we je helaas teleurstellen. In tegenstelling tot veel van de grote studio’s in Hollywood behoren bij Pinewood Studios publieksrondleidingen helaas niet tot de mogelijkheden. Enerzijds stelt de leiding van de studio dat het vanwege opnames de veiligheid van bezoekers niet kan garanderen, anderzijds wil het de privacy van de huurders respecteren. 


EDITORS' CHOICE