Een set samenstellen die luxe uitstraalt en een perfecte afwerking biedt is een oude en gevestigde audiofabrikant als Pioneer wel toe te vertrouwen. Het merk is sinds jaar en dag te vinden in veel winkels en behoeft in Europa geen introductie meer. Recent mocht ik de N-50 digitale muziekspeler thuis uitproberen samen met de A-70 klasse D-versterker van het merk, een versterker die getuned is in samenwerking met de AIR Studios in Londen. Des te interessanter om zelf te beluisteren welke invloed een dergelijke samenwerking kan brengen en of het refereren aan een studio ook daadwerkelijk iets extra te bieden heeft.
Eenmaal opgesteld is de uitstraling imponerend van de twee componenten die zowel los van elkaar als samen hun mannetje staan. Met het oplichten van de duidelijke display op de N-50 en het verschijnen van vier blauwe LED’s op de A-70 ben ik klaar om met muziek aan de slag te gaan.
Pioneer N-50
De N-50 netwerk speler van Pioneer was in mijn beleving één van de eerste complete apparaten in een 42 cm uitvoering voor het afspelen van internet radio en het streamen van muziek. De belangrijkste taak in mijn ogen is het koppelen van een NAS (centrale opslag van bestanden) aan uw muzieksysteem en daarvoor is er een LAN aansluiting aanwezig. Alleen met een kabel aan te sluiten, voor Wireless moet een losse adapter worden gekocht. Net als voor Blue-tooth dat wel is voorbereid, maar niet is ingebouwd. Via de LAN poort heeft u alle streaming mogelijkheden voor de meest voorkomende bestandsformaten en ligt de wereld van internet radio via vTuner aan uw voeten. Ook voor AirPlay van iTunes, maar niet voor muziekdiensten zoals Spotify. Wel via een korte omweg door de Spotify App op uw tablet te zetten en via Airplay te streamen naar de N50. Vanaf de USB poort aan de voorkant speelt u bovendien uw muziek af van een iPod/iPad/iPhone of van een USB stick. Omdat de N-50 een eigen digitaal naar analoog conversie aan boord heeft, heeft Pioneer bedacht dat een coaxiale en een optische digitale ingang voor veel gebruikers een handige extra is.
Vanwege de D/A converter zijn er analoge uitgangen naast de digitale uitgangen beschikbaar. U kunt zodoende gebruik maken van een externe DAC, maar het hoeft niet. Pioneer geeft met de N-50 een mooie afstandsbediening mee waarop onder meer een Pure Audio toets te vinden is, die de weergave nog net wat beter maakt, maar waarvan onbekend is wat de schakeling doet. Ook is er een toets voor het uitbreiden van het bitpatroon van 16 of 24 naar 32 bit. In theorie maakt men daarmee het converteren van het signaal gemakkelijker voor de DAC chip zodat de ruisvloer zakt. De Pioneer ControlApp voor IOS en Android geeft op eenvoudige wijze toegang tot alle bronnen op de N-50. Bepaald lastig en naar mijn mening een onvolkomenheid in de App is het ontbreken van een index om snel door het alfabet te bladeren. Ik ben daarvoor uitgeweken naar eLyric van PSAudio, Controller van Sitecom en PlugPlayer want met de ControlApp van Pioneer is bladeren door een flinke muziekcollectie een crime. Al die App’s van derden verliezen hun connectie met de N-50 als het scherm even wordt gesloten. Dus een mailtje lezen terwijl de muziek speelt is er niet meer bij, dan wordt het aan het eind van de track ineens heel stil.
Pioneer A-70
De meegeleverde A-70 versterker doet mij terugdenken aan vroeger gezien zijn uitgebreide bedieningsmogelijkheden. Waar vind je tegenwoordig nog een versterker in de duurdere prijsklasse met toonregelingen (McIntosh uitgezonderd)? Naast de uitschakelbare toonregeling is er ook een loudness knop, balansregeling en een attenuator (verzwakker) aanwezig. Uitgangen voor twee paar luidsprekers doen dienst samen met een hoofdtelefoon uitgang. Aan ingangen heeft de A-70 evenmin een gebrek. Op de achterkant zijn te vinden een phono input voor MM of MC elementen, recorder in/uit, (sa)cd, netwerk speler en tuner ingang, een ingang om alleen de eindtrap in de A-70 te benutten en twee digitale ingangen, Coax en USB, want ook de A-70 heeft een DAC aan boord. Voor de D/A conversie heeft Pioneer gekozen voor een chip van ESS Sabre, voorwaar geen slechte keuze want deze chip kan met gemak signalen aan tot 24 bit/192 kHz. Enige technische kenmerken zijn verder een uitgangsvermogen van 2 x 65 Watt aan 8 Ohm vanuit de klasse D eindtrappen, goed gekozen gevoeligheden van 0,24 mV aan 100 Ohm voor de MC ingang en 2,8 mV over 50 kOhm voor MM. Power Amp direct in met 1 Volt, regelbare ingangen hebben genoeg aan 200 mV. De Eco eigenschappen van deze Pioneer komen naar voren in een maximaal verbruik van 74 Watt en 0,2 Watt in stand-by. Bovendien schakelen zowel de N-50 als de A-70 na 30 minuten automatisch uit als er geen signaal binnenkomt (dat is uit te zetten).
Opstelling
Veel extra’s zijn er niet nodig om met de combinatie N-50 en A-70 te spelen. Ik gebruik een Synology NAS via Ethernet aan de ingang van de N-50 en een paar PMC Twenty.23 luidsprekers aan de uitgang van de A-70. Mooi aan de A-70 is de mogelijkheid om banaanstekkers te gebruiken zodat mijn Chord Company luidsprekerkabels gelijk passen. De A-70 en de N-50 verbind ik op twee manieren, via een Crystal Cable Piccolo analoge kabel en met een Apogee digitale kabel. Op die manier kan ik zowel de interne DAC van de N-50 als die van de A-70 met een druk op de knop beluisteren. Stroom op de set en ineens kan ik kiezen uit 16.000 muziekfiles en de wereld van internet radio. Althans, ik moest nog wel wat instellingen doen op de N-50 en daarbij was zelfs de in het Nederlands gestelde handleiding niet helemaal duidelijk. Het kostte mij echt hoofdbrekens om te snappen hoe ik mij moest aanmelden voor de vTuner. Een eenmalige klus dus niet teveel zorgen om maken. Oh ja, voordat ik het vergeet, een RipButler muziekserver heb ik aangesloten op de USB ingangen en ook op die manier kon ik muziek spelen. Het is een Linux gebaseerd systeem waarop geen Pioneer drivers geïnstalleerd behoeven te worden. Drivers die voor Windows te downloaden zijn vanaf de Pioneer website. De drivers voor de A-70 en de N-50 zijn gelukkig gelijk.
Luisteren
Luisteren naar de Pioneer combinatie was zeker niet onplezierig vanwege de behoorlijke resolutie die zowel de netwerk speler als de versterker aanbieden. Steeds met een goed ingevuld stereobeeld dat gemakkelijk los kwam van de luidsprekers en de kamer netjes vulde tot voor de luisterpositie. Breedte en diepte waren nimmer een discussiepunt, gek genoeg de plaatsing in de hoogte wel. Het stereobeeld vanuit de interne converter van de N-50 is duidelijk hoorbaar platter dan het beeld dat de interne DAC van de A-70 geeft. Op een gelijk geluidniveau uiteraard. Een gegeven dat met andere kabels niet te verhelpen is en al snel de voorkeur doet uitgaan naar de A-70 conversie. Er is echter meer verschil, zo is de weergave met de A-70 DAC duidelijk een stuk warmer gekleurd dan de N-50 conversie laat horen. De N-50 kan bij vlagen wat dun klinken met stemmen die nauwelijks vanuit een borstkas lijken te komen. De N-50 weergave neigt naar steriel en dat zal zijn implicaties hebben als er geen A-70 versterker achter staat. De A-70 maakt zoals gezegd de weergave warmer en daardoor in mijn ogen aangenamer. Stemmen zijn veel voller en menselijker, zowel klassieke stemmen in opera als van dames en heren popmuzikanten. De gehele weergave met de A-70 is duidelijk voller. Het gekke is dat de N-50 converter als het ware de lage tonen weergave achterstelt ten opzichte van midden en hoog en dat de A-70 converter juist het omgekeerde doet en de hoge tonen afzwakt.
Was de keuze nu maar eenduidig voor elke track, ik moet bekennen dat ik voor sommige muziek de voorkeur gaf aan de N-50 en voor andere stukken aan de A-70. Dat maakt mij altijd onrustig met een lichte neurose. Het is echt aan te raden na een poosje te kiezen voor de ene soort weergave of de andere soort en daarmede verder te leven. Een keuze die mede afhankelijk zal zijn van de gekozen luidsprekers en de aankleding van de luisterruimte. Van het hart moet mij ook dat ik de A-70 de typische eigenschap van veel klasse D versterkers moet meegeven. Klasse D heeft de naam heel erg detailrijk weer te kunnen geven, tegelijk de luisteraar minder te betrekken in de muziek. Klasse D is strak, kent een lage vervorming, houdt luidsprekers goed in de hand en heeft een optimaal rendement. Allemaal mooi, maar ik zoek persoonlijk graag naar emotie overdracht vanaf de muziekdrager of het muziekbestand. Wie alle eigenschappen wil combineren van een klasse D schakeling en daar bovenop maximale emotie wil zal dieper in de buidel moeten tasten of zijn heil zoeken in conventionele technieken zoals klasse A, klasse AB of echt digitaal. Er schieten mij een paar merken in gedachten die wel dat soort emotie bieden, echter inleveren op detaillering en/of snelheid. De keuze is daarmee weer teruggelegd bij de luisteraar.
Conclusie
Het in een paar zinnen samenvatten van de ervaringen met de Pioneer N-50 en de A-70 valt zoals gewoonlijk niet mee. Om met de N-50 te beginnen, dat is een mooie en complete machine met voldoende mogelijkheden en nuttige in- en uitgangen. Als hij speelt gaat dat probleemloos en aan een LAN kabel heb ik de N-50 nooit kunnen betrappen op zelfs maar een enkele drop-out ten gevolge van druk netwerkverkeer op mijn LAN. Een probleem vind ik wel het ontbreken van een index in de eigen App van Pioneer waarmee ook een grote muziekcollectie eenvoudig kan worden ontsloten. Het bladeren van de A naar de Z is prima te doen met 25 geripte cd’s, maar in een bibliotheek met 1200 cd’s is dat heel andere koek. App’s van derden werken uiteraard ook wel, maar net niet naadloos. Iets om rekening mee te houden. De A-70 versterker is heel compleet met zijn vele ingangen, waaronder phono MM en MC en de digitale coax en USB ingang. De A-70 doet met zijn toonregelingen terugdenken aan de gloriedagen van audio, zo ongeveer de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw. Of u ze gebruikt is een tweede, maar het maken van een kleine elektronische aanpassing om de akoestiek van de ruimte te compenseren kan echter zeer welkom zijn.
De combinatie van zowel de N-50 als de A-70 laat vooral in het digitale domein ruimte om een eigen voorkeur voor de weergave te kiezen. Gaat u liever voor minder lage tonen en een meer detailrijke weergave dan is de interne converter van de N-50 de aangewezen weg. Wilt u liever een warme klank, dan heeft de A-70 converter meer te bieden. Zowel los van elkaar als samen voldoen de Pioneer’s aan alle eisen die de prijsklasse stelt. De complete netwerkspeler is zelfs goedkoop te noemen gezien de mogelijkheden. Omdat de beide apparaten toch een paar specifieke eigenschappen hebben die een generieke aanbeveling in de weg staan is het aan de lezer om of de N-50 en/of de A-70 in het hart te sluiten. Dat heeft alles te maken met bediening en klank en zeker niet met de techniek aan de binnenkant. Waarmee de nieuwsgierigheid naar de producten voor de lezer denk ik voldoende geprikkeld is.
Prijzen
- Pioneer N-50 netwerkspeler € 649,-
- Pioneer A-70 versterker € 999,-
Beide apparaten zijn leverbaar in zilver of zwart
Importeur: Pioneer