Op vrijdag 4 april verschijnt het tweede album van Mensenkinderen. Op Het Lied Van Schijn En Wezen toont de band van Bas van Nienes zich een stuk breder dan voorheen. De vriendelijke, poëtische teksten worden omlijnd door fanfaregeluid. En de cd bezit een opname en productie waar bovenmatig veel aandacht aan is besteed. De lente dient zich aan, ook in muziekland.
In 2011 richtte singer-songwriter Bas van Nienen Mensenkinderen op, dat onder platenlabel Volkoren in 2012 het eerste album Het Land Dat Ooit Vol Eerbied Zong uitbracht. Deze langspeler, waarop Mensenkinderen met een dromerige ondertoon Nederlandstalige synthpopliedjes met veel melodie en een licht melancholische ondertoon liet horen, werd erg goed ontvangen in de pers.
Later dat jaar kwam de EP Kleurplaat uit, waarop dertien remixen stonden die de kleuren van de regenboog moesten uitbeelden. Nu is het tijd voor een tweede studioalbum, waarop de man die met zijn elektropop-band Anderson de hele wereld zag breder, warmer en volgens eigen zeggen organischer klinkt.
De twaalf tracks die Mensenkinderen op Het Lied Van Schijn En Wezen laat horen zijn in ieder geval een stuk rijker aan muzikale ondersteuning. De gebruikte instrumenten zijn enorm divers, zo wordt er gebruik gemaakt van ukelele, cello, tamboerijn, een traporgel, een moog synthesizer, een akoestische basgitaar en zelfs potten en pannen.
Daarnaast wordt het overgrote deel van de tracks ondersteund door fanfare-instrumenten zoals een tuba, (schuif-)trompetten, saxofoons en ook de viool is veelvuldig gebruikt. Wie dan denkt dat de uitkomst een potpourri van geluiden is geworden, komt echter bedrogen uit. Mensenkinderen weet eerder ingetogen te klinken, met veel melodie en ingenieuze refreinen die erg makkelijk in het gehoor liggen.
Een naam die ik meerdere malen in gedachten kreeg tijdens het luisteren van Het Lied Van Schijn En Wezen was Spinvis. Er zijn best wat gelijkenissen tussen de muziek (en teksten) van Mensenkinderen en die van Erik de Jong, maar dat berust wellicht meer op toeval dan op iets anders. Het hele album komt in eerste instantie nogal lichtvoetig, olijk en vrij op de luisteraar over.
Zo wordt het kinderliedje 'We zijn er bijna' op de track Texel gebruikt, en in het nummer Hierheen klinkt Bas dromerig op een bijna infantiel vrolijke manier. Wie daar doorheen luistert, krijgt de diepere poëzie van Mensenkinderen door. Kenmerkend hiervoor is Zo Kan Ik Toch Niet Slapen, een mooi door akoestische klanken en ingetogen percussie omlijst indie-nummer met veel verdieping en een grote mate van dualiteit. Hoorbaar voor wie ervoor openstaat, net als op De Dag Van Morgen.
Door het hele album heen klinkt een christelijke ondertoon, die op de afsluitende track Wij Blijven Geloven het duidelijkst hoorbaar wordt in de tekst. Maar - gelukkig - zonder prekend te zijn en respectvol de beleving van de tekstschrijver uitend. Het geeft Het Lied Van Schijn En Wezen verdieping.
Het tweede album van Mensenkinderen is een toegankelijk geheel, waarop niet alleen de teksten maar ook de muziek bewust uitgediept naar voren komen. Dit is te danken aan de gastbijdragen van zeventien muzikanten en niet in de laatste plaats de geweldige opname en productie.
Hiervoor is Jan Borger (die tevens musiceert in Mensenkinderen) verantwoordelijk geweest. Zijn gemodificeerde microfoons, voorversterkers van Jaap de Jong en monitors van Grimm Audio zorgden op dit album voor fijne, ongecomprimeerde klanken en een hoge mate van gelaagdheid.
Wie indie pop en Neder-poëtische teksten weet te waarderen, zal aan Het Lied Van Schijn En Wezen veel plezier kunnen beleven. Een geslaagd tweede album!
Muziek: 8
Klank: 9
Label: North Star Music
Speelduur: 47:17 minuten
Website