Analoog is `hot`. Dat blijkt niet alleen uit de stijgende verkoopcijfers van vinyl maar ook uit de aandacht die het zwarte goud op het witte doek krijgt (hedendaagse speelfilms hebben niet zelden een platendraaiende hoofdrolspeler). Het analoge circuit is vergeven van de mythen en dogma`s waardoor het jammer genoeg lijkt te verworden tot een cult-clubje waar alleen ingewijden chocola van kunnen maken.
Toch is het een feit dat het correct opbouwen en afregelen van een platenspeler de nodige ervaring vergt. Daarnaast speelt de kunst van het combineren (van een loopwerk, toonarm en aftast-element) een grote rol en omdat men zelden `even` een paar elementen naast elkaar kan gaan beluisteren moet de keuze meestal op basis van recensies of een direct advies worden gemaakt.
Gelukkig hebben we in Nederland een aantal goede analoog-specialisten die vaak meerdere element-merken voeren.
Het aantal verkrijgbare kwaliteits-aftasters is in de afgelopen tien jaar zelfs toegenomen maar in die brede keus zit hem meteen de kneep: wordt er gekozen op basis van reputatie of valt de keuze op een high-tech ontwerp? Veel audiofielen kiezen automatisch voor het model met de meest radicale naaldslijp, in de gedachte dat dat altijd voor de beste resultaten zal zorgen. Speciale naaldtippen zijn er niet voor niets en ze kunnen inderdaad bijdragen aan een betere weergave MITS ze in de juiste context worden toegepast.