Fin Greenall uit Brighton is sinds midden jaren negentig actief als deejay en producer, onder meer onder de naam Sideshow. Hij debuteerde in 2000 met het triphop-album Fresh Produce. Maar onder zijn singer-songwriter-alias Fink is Greenall nu echt aan het doorbreken. Omdat de zanger ook recent weer volop in de aandacht is, met zijn vijfde album Perfect Darkness en een optreden op Lowlands vandaag ("Nederland is altijd goed voor me geweest", zo zegt hij in het interview op NU.nl), willen we graag ons interview van een paar jaar terug nog eens naar voren halen. Bij dezen.
Met Biscuits For Breakfast was hij vorig jaar verantwoordelijk voor de eerste akoestische gitaarplaat op het vermaarde en hippe dance-label Ninja Tune. Maakte hij deze plaat nog in z’n eentje, voor de kersverse opvolger Distance and Time, opgenomen met Andy Barlow, de man van Lamb, trommelde hij zijn liveband op. Free publicity krijgt Fink momenteel dankzij de single This is the Thing , die gebruikt wordt in een creditcardreclame. Ook is Fink grote maatjes met r ‘n’b-ster John Legend. De twee wisselen zelfs songmateriaal uit. In deel 13 van De Muziekbeleving Van….Fink, de man met de donkere bluesstem en finger-picking gitaarstijl.
“Het is allemaal begonnen met de oude platenspeler die ik van mijn oma kreeg. En met de singles van mijn ouders. Ik was zeven jaar en mocht de hele verzameling hebben, vooral psychedelische 60’s en 70’s-stuff en rock ‘n’ roll. I’m the Walrus kan ik me herinneren, oude Stones-tracks en Chuck Berry. Het zijn nog steeds favorieten van me. Van mijn eerste zakgeld kocht ik een radio. Ik was een jaar of twaalf en ontdekte de John Peel Show. We woonden aan de zee, ver van de grote stad, en BBC Radio 1 was zowat de enige zender die ik kon ontvangen. Lucky me. Elke avond luisterde ik Peel, nam het op en ’s ochtends op weg naar school luisterde ik de uitzending nog een keer op mijn walkman. De muziek van Peel heeft me gevormd in alles wat ik doe nu. Ik vond niet alles leuk wat hij draaide, maar wel de acid house, indie, reggae en vooral de hiphop. Ik was erg met breakdance bezig op dat moment.”
Deejayen
“Het deejayen is eigenlijk begonnen met mijn eerste compilatietapes die ik maakte van de John Peel Show. Heb je geen hiphoptapes?, vroegen mijn vrienden. Ja, die had ik, en ik kreeg er steeds meer zin in om die cassettes goed te mixen. Niet lang daarna kwamen mijn ouders aanzetten met een akoestische gitaar. Ze wilde dat ik dat instrument ging ontdekken. Mijn vader is gitarist, een folkie, speelt veel Irish stuff, ‘finger-picking style’. Hij is erg goed, maar geen prof. Mijn moeders moeder was een pianist, een tante violiste. Er was altijd muziek in de buurt. Het was heel natuurlijk dat ook ik een instrument leerde spelen. Maar tegelijkertijd, ik ging inmiddels naar de universiteit, ging ik steeds meer op in de techno en house en het deejayen. Orbital, The Orb, Aphex Twin, Joey Beltram, R&S Records. En ik volgde de Hollandse techno-scene op de voet. Kortom, muziek waar geen gitaar aan te pas kwam. Maar de gitaar bleef altijd aanwezig, in mijn andere muziekleven.”
Thriller
“De eerste elpee die ik kreeg was Thriller, de eerste elpee waarschijnlijk voor zowat iedereen van mijn generatie. Kreeg ik van mijn ouders omdat ik zo braaf was geweest toen bijna al mijn tanden getrokken moesten worden. Een fantastisch album. Michael Jackson werd mijn eerste grote held. En natuurlijk de geweldige Quincy Jones, die kwam op een goede tweede plek. Thriller is dankzij hem waarschijnlijk het best geproduceerde album aller tijden. Ik weet ook nog welke single ikzelf als eerste kocht: My Philosophy van KRS-One. Ik moet veertien geweest zijn. Die plaat móest ik gewoon hebben, al heb ik hem volgens mij nauwelijks gedraaid. Het is een hiphopclassic inmiddels.”