Bowers & Wilkins PM1


René van Es | 06 juli 2012 | Bowers & Wilkins

Wie HiFi.nl met regelmaat controleert op nieuwe content is ongetwijfeld vorig jaar gestuit op een introductie-artikel over de B&W PM1 monitor luidspreker.

In dat artikel is uitgebreid aan de orde gekomen welke mate van techniek Bowers & Wilkins in de luidspreker heeft gestoken. Daarom zal ik niet ingaan op gebruikte materialen en technische aspecten, maar mij des te meer richten op “leven met de PM1”, zoals is gevraagd door de hoofdredacteur.

Het feit dat de conus van de woofer uit Kevlar is gemaakt en de tweeter een aluminium dome heeft, zal veel lezers tenslotte een biet zijn. Zij staan (naar ik hoop) op het enig juiste standpunt en vragen zich af hoe de luidspreker presteert in de huiskamer. Niettemin moeten zaken worden vermeld; dat de kast ondanks de geringe afmetingen van binnen extra verstevigd is met een matrix constructie, dat het filter weinig maar wel heel mooie componenten bevat, de connecties gemaakt worden met zware luidsprekerklemmen en de units zijn opgebouwd met de meest moderne materialen.

Dat het filter maar zo weinig componenten hoeft te bevatten, is geen kwestie van besparen, maar rechtstreeks het gevolg van de kwaliteit van de units. Zo heeft de kleine woofer een haast ideaal afstraalgedrag en bundelt het geluid niet, behoeft ook geen netwerkjes in het filter die geen ander doel dienen dan fouten te corrigeren. Fouten zijn er gewoon niet, daar zit jaren van onderzoek ik. De tweeter kan toe met een 6 dB filter, omdat hij in staat is tot ver onder de scheidingsfrequentie weer te geven en pas opbreekt boven de 30 kHz. Een simpel filter geeft bovendien weinig verlies.

Een woord extra over het uiterlijk is zeker ook op zijn plaats. De PM1 is namelijk heel speciaal om te zien. Dat begint al met de schitterende afwerking van de zijpanelen in donker gepolitoerd fineer, dat doorloopt in de bijbehorende stand. Het voorpaneel, waarin de lage tonen unit is gemonteerd, buigt aan de bovenzijde naar achteren weg om ruimte te bieden aan de tweeter die op een Nautilus-wijze de bovenzijde siert. De voor- en bovenkant voelen door de coating rubberachtig aan; hetzelfde materiaal vinden we terug in de stands. Door de gebogen vorm van de baffle ontstaat een luidspreker die mij doet denken aan bouwvormen, die te zien zijn in Gotham City (Batman-boekjes en -films) en in tekeningen uit verhalen van Jules Verne, alsmede aan de sfeer in de film Metropolis van Fritz Lang. Enerzijds doet de massieve voetplaat van de stand afbreuk aan de vormgeving van de monitor, anderzijds geeft hij een extra luxe uitstraling en draagt bij aan de stijve constructie van het geheel. Qua uiterlijk kan de PM1 met FSPM1 stand niet meer stuk bij mij.

Veel moderne luidsprekers laten zich gemakkelijk plaatsen in de ruimte, zijn simpel aan te sturen met diverse versterkers en zijn niet al te kritisch ten opzichte van het aangeboden materiaal. Met de B&W PM1 liggen de zaken duidelijk meer genuanceerd. De eerste opstelling was in mijn tweede, kleinere luisterruimte, aangesloten op een NAD M2 digitale versterker. Geen gelukkige combinatie, die te bedompt en te saai bleek te klinken. Dit werd mede veroorzaakt door de ruimte, waarin de frequentie waarop de poort is afgestemd, hevig optelt bij de staande golven in de kamer. Het gevolg was, dat het laag op de luisterpositie “verdween” en terechtkwam in aangrenzende ruimtes, waar het een ongewenste, gonzende ondertoon gaf aan het geluid uit een televisie. Vanwege deze ongelukkige relatie gingen speakers en stands naar de huiskamer, die aanzienlijk groter is.

Luisteropstellingen en resultaat

Aangesloten op een H.A.T. voorversterker met een netspanning regenererende voeding, waaraan een Audia Flight 50 eindversterker is gekoppeld, presteerde de PM1 een heel stuk beter. Geen last meer van staande golven op de verkeerde frequentie en meer ruimte om de luidspreker vrij van zijwanden en achtermuur op te stellen. In beide ruimtes fungeerde een RipButler mediacenter als bron, met daaraan gekoppeld een Logitech Duet en in de huiskamer een Logitech Touch, als doorgeefluik van ethernet naar S/PDIF. Ging het digitale signaal rechtstreeks de NAD in, aan de H.A.T. voorversterker gebruik ik voor de digitaal naar analoog conversie een Metrum Acoustics Octave DAC. De bekabeling is voornamelijk afkomstig van Crystal Cable en voor het zuiveren van de netspanning tekent apparatuur van Ron Kemp.

Kostte de opstelling van de PM1 wat tijd, ook het luisteren naar de luidspreker vraagt minimaal enige gewenning. Het is lang geleden dat ik een luidspreker in huis had met een rendement van ongeveer 84 dB. De kleine kast, met de woofer die maar 8 cm in diameter is als we de soepele surround niet meerekenen, kan geen wonderen verrichten in de lage tonen. Om toch een volwaardige weergave te bereiken, is er ondersteuning van een reflexpoort aan de voorzijde. Tegelijk drukt B&W het rendement omlaag, waarmee het natuurlijke afvalpunt naar beneden verschuift. Dat heeft zijn gevolgen.

Het is uiteraard positief, dat het laag veel dieper reikt dan mag worden verwacht van zo’n kleine kast. Omdat een compromis altijd een schaduwzijde heeft, ontkomt ook de PM1 daar niet aan. Door het lage rendement, de afstemming met de poort en de stevige inwendige constructie is de PM1 minder expressief dan veel luidsprekers van de concurrenten om B&W heen. Kunnen we merken als Kef, Triangle en PMC indelen in de fruitig frisse categorie van zomerse rosé wijnen, de PM1 zit in de hoek van de zware, genot schenkende Bordeaux-derivaten, die passen bij een wildgerecht of sappige lendebiefstukken. Gewend als ik ben aan die fruitige frisheid, vraagt de PM1 een andere manier van luisteren. Om een totaalindruk te krijgen laat ik het mediacenter eerst meerdere dagen een willekeurige mix spelen, zodat vrijwel elke vorm van muziek langskomt.

Klassieke barok van Pieter Wispelwey wordt daarbij afgewisseld met de muizenstem van Jennifer Ewbank, Francis Cabrel verdringt Locatelli, The Corrs wekken warme herinneringen op die Mark Knopfler & Emmylou Harris daarna weer teniet doen. Even niet naar kleine Blumenhofer hoorns luisteren in de tweede ruimte, alle aanwezige PMC’s aan de kant zetten en de PM1’s laten inwerken op de oren, voordat muziekvoorbeelden kunnen worden aangehaald.

Resultaat
Geplaatst op de eigen B&W stands, die ik pas later ontving en die beter blijken te presteren dan zware vierpotige, zandgevulde stands die ik uit de kelder sleepte, staan de PM1’s hevig hun best te doen op een stuk jazz van het Tsuyoshi Yamamoto Trio. Alle moeite die B&W heeft gedaan voor de basweergave laat zich hier vertalen. Niet alleen de snaren, maar ook de kast van de geplukte bas is goed te volgen in het geheel. De lijn in de muziek laat zich niet verdringen door de swingende vleugel en het stevige slagwerk. Het zou nog wat losser mogen komen van de luidsprekers zelf, bedenk ik.

Precies datgene, dat ik bedoelde met mijn eerdere opmerking dat de PM1 afhankelijk is van bronmateriaal. Want zodra Herman van Veen inzet, is die losheid er wèl. Zijn stem is erg mooi, herkenbaar uit duizenden, heel los, heel intens en dichtbij. Ook het slagwerk is intenser en meer dynamisch aanwezig. Een heel ander soort opname, waarmee de PM1 laat zien wat hij echt kan. Dit heeft draagkracht, de stem staat veel hoger geplaatst, de instrumenten daaronder. De basdrum wekt niet alleen de indruk op de grond te staan, hij staat daar ècht. Een puur genietmoment met Rozengeur. Stevig werk volgt van Patricia Kaas, die van mijn eerste aangekochte Kaas CD Je Te Dis Vous het geweldige Hôtel Normandy los de ruimte in projecteert. Als ik dit hoor, kan ik mij nu al verheugen op haar concert in Carré in november van dit jaar. Blazers die van wanten weten, strijkers die zorgen voor bombastische achtergrond, haar kreunende stem, losse geluiden van instrumenten die herinneringen oproepen aan de Normandische stranden. Het is heerlijk zo te mijmeren.

Conclusie

Heel iets anders zijn de opnames die ik kon downloaden via Hanze Hifi van het Nederlands Jazz Vocalisten Concours 2011. Nu zingt voor mij Viktorija Pilatovič het onvergetelijke werk van Rogers & Hammerstein: My Favorite Things. De live indruk blijft recht overeind met de PM1, mede doordat de instrumenten weliswaar goed zijn opgenomen maar tegelijk heel erg dominant zijn, zodat een groot deel van de tijd de subtiliteit ver te zoeken is. Waar de rustige passage opnieuw inzet, is dat een stuk aangenamer. De zaal is behoorlijk hoorbaar en het applaus heeft een natuurlijke klank met voldoende individuele handen.

Een andere vrouwenstem, met opnieuw wat bombastische muziek achter zich, is die van Laura Pausini. Haar Non c’è staat als een huis. Stemmen doen het erg goed op de PM1, waarbij dient te worden aangetekend dat ik het volume flink heb opgeschroefd om dat lage rendement een hak te zetten. De Audia Flight heeft, ondanks zijn bescheiden tweemaal 50 Watt, ballen genoeg om zijn wil op te leggen aan de B&W-dreumes. Omdat in de grote ruimte het bonken achterwege blijft vanwege de betere akoestiek, kan het ook harder en irriteert het totaal niet. Gelukkig heb ik tolerante buren: als het allemaal geen uren achtereen staat te schetteren, mag ik mijn gang gaan.

Aan mijzelf merk ik dat de PM1 meer en meer in mij weet te kruipen. Ik blijf de luidspreker indelen in de categorie van modellen die zich hebben ontdaan van jeugdige baldadigheid en eerder neigen naar verstandige senioriteit, maar dat is een kwestie van smaak. Als recensent moet je je kunnen verplaatsen in een grote groep luisteraars, die elk hun eigen wensenpakket hebben als het om audio gaat. Mijn smaak is niet van belang, wel het objectief trachten te beschrijven van hetgeen ik waarneem. Maar zelfs een recensent is een mens en legt, al is het onbewust, zijn gedachtengoed neer bij de lezer.

Naarmate de tijd voortschrijdt merk ik, dat ik mij meer en meer ga focussen op de stemweergave zoals de PM1 die neerzet. De hogere tonen zijn aanwezig, maar trekken nimmer de aandacht. De lage tonen doen hun best, maar ook die zijn niet opvallend. Het is vooral het middengebied, dat op een eigen wijze de publiekstrekker zal vormen voor de B&W-klant. Consequent verstaanbaar, of het nu om een mannen- of vrouwenstem gaat, in populair of klassiek werk. Dat door de PM1 aangeboden geheel bezorgt me toch nog hoofdbrekens, in de zin van: “Is dit een luidspreker voor mij persoonlijk?”.

Terwijl voldoende mijmeringen, die worden opgewekt door de gedraaide muziek, dat oordeel positief zouden moeten beïnvloeden, ben ik daar nog lang niet uit. Ik onderken kwaliteit, zuiverheid, juiste klankkleur en echtheid, mis daarentegen nog steeds een flinke dot jeugdigheid, desnoods met daarin de fouten die elke puber maakt. Dat maakt de B&W PM1 voor mij meer tot een luisterluidspreker dan een dansfestijn. Zoals ik hierboven opmerkte is dat heel erg een kwestie van smaak.

Zelf zou ik de PM1 aanbevelen aan diegenen die op een meer ingetogen manier van muziek genieten, zich herkennen in de kwaliteit van deze B&W-telg en in trance raken van de vormgeving. Zoals het afsluitende muziekstuk Shine On You Crazy Diamond (Part Two) van Pink Floyd bewijst, de PM1 kun je onmogelijk verwarren met PA-luidsprekers. Geef de PM1, als hij in uw beleving en budget past, een versterker met kracht, een mooie bron en dito kabels, inclusief de stroomvoorziening. Draag zorg voor een goede plaatsing in de ruimte, raak er aan gewend en dan zal de PM1 er jaren staan.


Klik op de foto om de HiFidelity Special van de PM1 te bekijken

Prijs:
B&W PM1                                2500 Euro per paar
Stands (zeer aanbevolen)        500 Euro per paar

Importeur:
B&W Nederland

Gebruikte apparatuur:

 Digitaal:

- Metrum Acoustics Octave D/A-converter

- RipButler Essenza 1000 mediaserver

- Logitech Squeezebox Duet receiver/controller

- Logitech Squeezebox Touch receiver

- Squeezebox-upgrade BOTWS voeding

Versterking:

- H.A.T. LA2 Mk II lijnvoorversterker

- H.A.T. LA2 Power Regenerator

- NAD M2 (eind)versterker

- Audia Flight 50 eindversterker

Luidsprekers:

- B&W PM1

- PMC fact.8

- PMC Twenty.23

- Blumenhofer Fun 10

Stroomvoorziening:

- Netsnoeren: Kemp, Crystal Cable Power Reference, Crystal Cable Power Ultra, Supra LoRad (DIY), Hanze Hifi, Siltech SPX-20

- Netfilter: Kemp Elektroniks Power Source, Kemp Elektroniks Balanced Isolator Source, SEEC HQSN-4U

- Netspanning: Kemp Elektroniks Quantum Approach plug, Supra MD-06 EU Mk II verdeelblok, gescheiden audiogroep, AHP glas- + Neozed zekeringen

Kabels:

- Interlinks analoog: Crystal Cable Connect Ultra

- Interlinks digital: Stereovox VX2

- LS-kabels: Crystal Cable Speak Reference, Chord Company Epic Super Twin

Accessoires:

- Meubel: Quadraspire QAVX, Ikea Ivar

- LS-stands: Target MR60, B&W FSPM1

- Overig: Acoustic Analysing TVA dempers, Composite Products CF-Cones, Acoustic System diffusers, Acoustic System Resonators Basic + Silver, Soundcare Superspikes, WBT Nextgen connectors