Het is eind 2014 als ik van NAD de nieuwste creatie mag ontvangen voor een recensie: de M12 lijnversterker en een M22 eindversterker. Nu in 2018 heb ik bijna dezelfde set in huis gekregen, met dien verstande dat de M22 inmiddels in de versie 2 wordt geleverd en in de M12 de destijds beloofde BluOS module is gezet door de distributeur. Reden genoeg voor een hernieuwde kennismaking (de review van de originele modellen lees je hier). Zeker omdat ik nieuwsgierig ben naar wat er anders is aan de versie 2 van de M22, en ik wil graag weten hoe de BluOS module zich verhoudt tot een losse speler.
NAD M22 V2
We beginnen met de M22 V2 die nog steeds op spikes komt te staan met daaronder magnetisch vastgehouden onderleggers om uw meubel niet te beschadigen. Natuurlijk is de basis van de M22 V2 nog steeds hetzelfde, Hypex Ncore NC400 modules voor de versterking en een eigen ontwerp voeding van NAD. Ncore is een techniek waarbij het analoge signaal via Pulse Wide Modulation naar de luidsprekers wordt gevoerd, zonder de noodzaak om het signaal om te zetten naar digitaal. Door de schakelende techniek van PWM is het rendement van de versterker zeer hoog, is er weinig koeling nodig en blijven daarom kosten beperkt, ondanks het hoge vermogen dat beschikbaar is.
Dat vermogen is met maar liefst 20% toegenomen ten opzichte van de eerste versie, de M22 V2 levert inmiddels 300 Watt aan 8 en 4 Ohm, met dank aan de voeding die het extra vermogen kan leveren. Je kunt de M22 V2 in bridge mode gebruiken en dan komt er continue 900 Watt beschikbaar. Dynamisch levert de M22 V2 nog meer power, 400 Watt in 8 Ohm, oplopend tot een kilowatt aan 2 Ohm. Met de nodige beveiligingen aan boord, mocht u per ongeluk een foutje maken met aansluiten of de versterker op een warme dag in de zon laten zweten. De M22 V2 schakelt volgens de EU norm zelf uit als hij niet wordt gebruikt, dat automatisme is uit te zetten, aan als er muzieksignaal is en je kunt hem ook met een 12V trigger naar stand-by/actief brengen.
De lay-out van de achterzijde is aangepast ten opzichte van de eerste versie. Uiteraard zijn gebleven de RCA en XLR ingangen, de zware luidsprekerklemmen, de netspanning entree met zekeringhouder en daarboven de aan/uitschakelaar. Daarnaast zijn er schakelaars voor de gevoeligheid of misschien beter gesteld de versterkingsfactor, voor het inschakelen van de bridgemode en het verlichtingsniveau van het op de voorzijde met licht omlijste logo. Bovenop, in het midden aan de voorkant zit een aanraakschakelaar met stand-by functie. Meer is er niet nodig voor de elektronica in de met aluminium en zwart, fraai afgewerkte behuizing.
NAD M12
Dezelfde vormgeving, voeten en stand-by schakelaar zijn gebruikt voor de M12 digitale voorversterker. Digitaal want analoge bronnen worden met een A/D converter intern omgezet naar een PCM signaal, om vervolgens in het digitale domein te worden geregeld. Omdat het signaal inwendig digitaal is, kunnen zonder de weergave aan te tasten instellingen worden gemaakt met een toonregeling en kunnen kantelfrequenties worden ingesteld voor subwoofers. Voor digitale bronnen is de eerste A/D conversie uiteraard niet nodig. NAD gebruikt voor de M12 hun eigen MDC (Modular Design Construction).
Net als in een computer worden insteekkaarten gebruikt die uitkomen op een backplane. Daarmee is de M12 ongekend flexibel. Zes slots zijn beschikbaar en in het recensie-exemplaar zijn er vier bezet. Slot 1 bevat de analoge ingangen voor RCA en XLR, plus die voor phono (MM en MC). In slot 2 zitten de digitale ingangen, tweemaal RCA, tweemaal optisch en een enkele AES/EBU via XLR. Slot 3 bevat de BluOS module waarmee direct toegang mogelijk is toch muziekfiles op een NAS en je alles streamen zoals met ieder Bluesound product. Denk aan TIDAL, Qobuz, Spotify, Deezer, WiMP, TuneIn voor internetradio en nog veel en veel meer. In slot 5 zitten USB A en B aansluitingen. Het backplane is gekoppeld aan een main board en dat heeft de volgende aansluitingen: RCA en XLR uit, digitaal uit via optisch en coax, twee subwoofer uitgangen, trigger in/uit, IR in en RS232 besturing. Op de voorzijde vinden we een volumeregelaar naast een touchscreen voor het maken en aflezen van een aantal instellingen. Een uitgebreide afstandsbediening is standaard.
Opstelling
Het weergavesysteem is voor wat betreft de elektronica helemaal opgebouwd uit NAD componenten met als hart de M12 digitale voorversterker, als eindversterker de M22 V2 en als bron en opslag van alle digitale bestanden een NAD M50.2 digitale muziekspeler. Los daarvan werk ik met een PS Audio P5 Powerplant om zowel de M12 als de M50.2 van stroom te voorzien, plus een Atlas Eos Modulair 3F3U powerblock waar de M22 V2 zijn spanning vandaan haalt. De luidsprekers zijn PMC fact.12, aangevuld met Townshend Audio Maximum supertweeters en van dezelfde fabrikant een set Podiums om de speakers te ontkoppelen van de grond. Power-, luidsprekerkabels en interlinks komen van Crystal Cable, Van den Hul en AudioQuest.
Om de interne BluOS kaart van de M12 te vergelijken met de M50.2 speler, waarbij de opgeslagen muziek altijd van de disks in de M50.2 wordt gelezen, zijn de twee onderling gekoppeld met AudioQuest Vodka ethernetkabels op dezelfde switch en via de AES/EBU XLR in-uitgang met een AudioQuest Diamond kabel. Terwijl het eigenlijk gaat om de nieuwe M22 V2 wil je die toch met het beste signaal voeden dat in huis is en dan moet je wel vergelijken. In een tweede opstelling heeft de M22 V2 zijn diensten bewezen als eindtrap aan een Metrum Acoustics Adagio, met daarbij een NAD M50 digitale muziekspeler en een paar Falcon Acoustics LS3/5a luidsprekers. Heel intensief werd daar niet geluisterd, de Falcon’s zaten grotendeels in de inspeelperiode, maar de resultaten waren toen al wel veelbelovend voor de M22 V2 die heerlijk universeel inzetbaar blijkt.
Luisteren
Laten we ons beperken tot luisteren naar de set met de PMC’s aan het einde van de keten, die zijn al jaren ingespeeld, waarop onder andere Mary Black voorbij kwam met haar cd ‘Babes in the wood’. De NAD apparatuur maakt één ding gelijk duidelijk: ondanks de digitale en schakelende techniek in de drie dozen speelt de muziek minstens, net zo, of beter dan op menige installatie waarin alles analoog en lineair is. Het ontbreekt mij tegenwoordig aan een platenspeler, in de tijd dat die er wel stond bleek een NAD M50 en/of M50.2 als bron aan een Metrum Acoustics Pavane DAC in een direct vergelijk met de lp al niets meer te laten liggen en veel meer afhankelijk te zijn van de opname (persing) dan van de gebruikte techniek. Muziek speelt met een aantrekkelijke soepelheid waarin ruimte is voor details, de klankkleur erg neutraal wordt gehouden en er een stereobeeld ontstaat in een klankbubbel met hoogte, diepte en breedte. Ik heb inderdaad in de afgelopen weken met enige regelmaat de interne BluOS kaart vergeleken met de M50.2 als digitale bron en de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik de laatste combinatie prefereer. Te merken aan een meer rustige weergave, lage tonen die met energie naar voren komen, een organische weergave die ‘zachter’ voor de oren is. Voor mij de moeite waard, mede omdat de M50.2 kan rippen, voor opslag zorgt en gelijk als cd-speler kan dienen, voor veel lezers zal de meerprijs van speler en kabel niet opwegen tegen een NAS en een BluOS kaart in de speler. Waarbij de voordelen in het niet verdwijnen als BluOS uw basis is voor internetradio, TIDAL, Qobuz, etc. Want eigen opgeslagen muziek begint de minderheid te vormen.
Wat de M22 V2 in ieder geval toont zijn ballen, is een dynamische weergave, een forse grip op de luidsprekers gecombineerd met een openliggend middengebied en een zijdezachte, gedetailleerde hoogweergave. Hoe rijk de M12 V2 met die eigenschappen strooit wordt een keer zo duidelijk met opnames van Youn Sun Nah, de Koreaanse zangeres die ons telkens verblijdt met een unieke klankkwaliteit op haar cd’s (die ik rip). Zowel stem als gitaar, bas als slagwerk springen naar voren als bloemen in de lentezon, stralend en kleurrijk, heel ongedwongen spelend in het stereolandschap, helaas/gelukkig de afstand vergrotend tussen de BluOS kaart en de M50.2 speler. Als ik ver terugga in mijn herinneringen, ondersteund door aantekeningen uit 2014, was de M22 destijds de beperkende factor voor de M12 digitale voorversterker en bleef er voor de eindtrap nog iets te wensen over. Het is onmogelijk het vergelijk over de tijd te maken, bovendien is de eerste versie van de M22 al lang geleden uitverkocht, toch realiseer ik mij wel dat deze tweede versie van de M22 minder de oorspronkelijke PWM signatuur draagt en in staat is een nog volwassener weergave aan te bieden.
Eén geheel
Het zijn warme klanken uit de vleugel van François Chaplin die door de kamer zweven, de linkerhand legt het fundament waarin de resonanties van de kast duidelijk worden, de rechterhand laat de nocturnes tot leven komen in een helder palet. Voor mij is een vleugel nog altijd de referentie bij uitstek om een set te beoordelen. Stemmen zijn goed bruikbaar net als andere instrumenten, het is piano met zijn groot bereik aan octaven welke helder en snel moet zijn, tegelijk de zware bodem kan leggen waarmee het de grootsheid van het instrument tot uitdrukking komt. De NAD opstelling laat niet alleen het instrument zelf horen, meegenomen wordt de akoestiek van de opnameruimte zodat de weergave van mij een certificaat van echtheid ontvangt.
Vanaf een laag volumeniveau speelt het fraai, na opdraaien van het volume waar de NAD M22 V2 genoeg power voor in huis heeft, neemt het realisme toe. Geen valse noot te bespeuren en geen greintje ademnood of de indruk dat de NAD’s comprimeren. Het spel gaat vrijuit in een stereobeeld waarin de luidsprekers verdwijnen en slechts de vleugel blijft. Het London Symphony Orchestra vervolgt het klassieke traject met een werk van Elgar dat de naam draagt Enigma Variations. Als een vleugel werkt, dan werkt ook een groot orkest is de ervaring en dat blijkt wederom waar te zijn als ik de NAD beluister. Het gemak waarmee de muziek speelt tussen de luidsprekers, helaas weinig daarbuiten, is kenmerkend geweest voor de gehele luisterperiode. Het op alle manieren ontbreken van randjes of vervorming, terwijl details op een aangename en verantwoorde manier naar voren worden gebracht, zorgt voor een samenspel tussen de instrumenten waarin speelsheid, dynamiek, subtiliteit en natuurlijkheid binnen hetzelfde kader vallen. NAD ziet kans tijdens het beluisteren van klassieke werken kwaliteit te bundelen en tot één geheel te smeden, waarin de muzikant centraal staat en niet de techniek.
Conclusie
Met de komst van de M22 V2 eindversterker heeft NAD in mijn oren de kans gegrepen om onder meer de voeding die is ingezet in de oorspronkelijke M22 uit te bouwen en vooral te verfijnen. De PWM techniek zoals NAD die toepast, ontwikkeld door derden, heeft van oorsprong een duidelijke signatuur die mij lang niet altijd aanstaat. Des te knapper is het wat NAD heeft gedaan in de voeding en de oorspronkelijke schakeling om die klank om te buigen naar meer muziek en minder techniek. Dat het vermogen van de M22 in de V2 vorm is toegenomen zal mij een biet zijn, dat er dynamisch nog meer uit te persen is idem, de M22 was al een krachtpatser in zijn soort. Meer blij ben ik met de verfijning van de klank waarmee NAD duidelijk laat zien dat er nog steeds groeipotentieel zit in Klasse D versterking, mits je niet klakkeloos modules in elkaar schuift.
De M12 digitale lijnversterker met zijn opties voor HDMI, BluOS, USB etc. is een natuurlijke partner en wie de laatste stap wil zetten kan de BluOS module achterwege laten en gaan voor de onvolprezen M50.2 digitale speler. Geef het geheel de juiste bekabeling, besteed aandacht aan netspanning en zorg voor goed opgestelde luidsprekers. Elk NAD component in deze recensie is die aandacht ten volle waard.
NAD M22 Versie 2 € 3.499,-
NAD M12 € 3.999,-
NAD MDC BluOS module € 499,-
NAD M50.2 € 4.750,-
NAD, www.nad.nl