Review: Transrotor Max


Eric de Boer | 12 februari 2017 | Fotografie Fabrikant | Transrotor

De zoektocht naar een nieuwe platenspeler in de hogere middenklasse zal voor menig consument uitkomen bij de bekende merken in draaitafelland. Eén van die merken is natuurlijk Transrotor, dat met een eigenzinnig en vooral herkenbaar uiterlijk ook mag stoelen op jarenlange ervaring. Nog niet zo lang geleden introduceerde het merk een nieuw instapmodel platenspeler: de Max.

Het Duitse bedrijf Transrotor van Jochen Räke staat hoog aangeschreven bij veel audiofielen én muziekliefhebbers. Met iconische platenspelers als de Super Seven, de Fat Bob in al haar edities, de Orfeo en natuurlijk de exorbitant kostbare topmodellen als de Opollon en Artus heeft het merk vooral de Europese markt al vele decennia lang voorzien van analoog en esthetisch genot. Ook wisten de Teutoonse ontwerpers unieke oplossingen te bedenken voor lagering, aandrijving en het optimaliseren van meetwaardes van platenspelers. Een machtig stuk geschiedenis.

Instappen maar

Met de introductie van de Max platenspeler verlaagde de fabrikant de drempel voor geïnteresseerde vinyladepten. Met een prijskaart die -zonder arm- net boven 2000 euro begint en een uiterlijk dat menig kunstliefhebber nog aan zal spreken, is de Transrotor Max op papier een prima basis om op een hoger niveau van vinyl te kunnen genieten. Compleet met arm en element is de platenspeler verkrijgbaar vanaf 2850 euro. Die goedkoopste complete uitvoering werd door de importeur aangeleverd voor deze recensie.

Het bedrijf uit Bergisch Gladbach heeft voor het ontwerp van de Max goed gekeken naar de reeds bestaande modellen uit het eigen repertoire. Wie de Max zo ziet staan en het merk Transrotor kent, zal natuurlijk snel denken aan een compacte versie van de Fat Bob. Dat is ook niet verwonderlijk. Want ondanks het feit dat ook deze -oneerbiedig gezegd- ‘instap-Transrotor’ nog steeds een massaloopwerk is met een fraai gepolijst aluminium uiterlijk, lijkt hij ook best veel op zijn grotere broer.

Slim

Wie de Max van dichtbij bekijkt, ziet echter al snel verschillen. Allereerst is daar de compacte motor met een externe voeding met eigen schakelaar en twee meegeleverde snaren van verschillende lengtes. Net als die snaren vallen ook de twee mogelijkheden voor het inschakelen van de netspanning op. Waarom dubbel? Het antwoord zit verscholen in het chassis van de platenspeler, waarin een uitsparing is gemaakt om de motor buiten het zicht te plaatsen, onder het 7 kilo zware draaiplateau. De spanning inschakelen zou hier lastig zijn, als er geen extra schakelaar op de externe netvoeding zou zitten. Slim voor wie minder ruimte heeft om een platenspeler te plaatsen. Het draaiplateau zelf is aan de onderkant voorzien van uitgefreesde ringen, om een nog betere gelijkloop te garanderen. Bovenop het draaiplateau zit een zwarte schijf uit acrylcomposiet, waarop het vinyl rust tijdens het spelen. 

Als lager wordt voor de basisuitvoering van de Max een messing/staal-combinatie toegepast. Het uit massief aluminium vervaardigde chassis bezit twee paar uitsparingen. In het geval van de complete basisuitvoering is één set uitsparingen gevuld met twee buizen, waarop de armbasis gemonteerd is. Wie een tweede arm met element toe wil passen, schaft gewoon een tweede toonarmbasis aan, die door Transrotor in zowel een 9 inch als een 12 inch uitvoering geleverd wordt. Het chassis rust op drie ronde aluminium pootjes en weegt zelf zo’n 16 kilo, compleet weegt de glimmende speler ongeveer 20 kilo. Een bijpassende platenpuck, afstel- en onderhoudsmaterialen en natuurlijk witte handschoenen mogen ook bij de Max niet ontbreken.

De door Transrotor toegepaste toonarm is de inmiddels welbekende TR-800-S, afkomstig uit de Jelco fabriek met de SA-250-S als basis. Deze s-vormige arm is voorzien van de voor Jelco typische ophanging en maakt het wisselen van headshells eenvoudig door de toepassing van een (SME) bajonetsluiting. Transrotor levert een fraaie armkabel mee.

Het element dat met de basisuitvoering van de Transrotor Max wordt meegeleverd is een Goldring Elektra MM-element. Dit element is voorzien van een elliptische naaldvorm en levert een output van maar liefst 7 mV, wat hem geschikt maakt voor veel phono voorversterkers.

Typisch Transrotor

De afgelopen jaren hebben al meerdere Transrotor platenspelers in mijn luisterruimte gelogeerd voor een recensie. Het opbouwen en afstellen van de Max was dan ook een peulenschil, maar zou dat ook zijn voor wie dat minder vaak doet. Typisch voor Transrotor, zelfs een afstandhouder voor de juiste positie van de motor ten opzichte van het draaiplateau wordt meegeleverd. Wie de motor niet in het zicht wil hebben, gebruikt de korte snaar en positioneert de motor vrijstaand in de uitgefreesde opening van de basis.

Het draaiplateau zakt makkelijk over het geïnverteerde lager heen en kan ook weer eenvoudig worden verwijderd, bijvoorbeeld om de snaar om te leggen voor 45 toeren. Wie van toerental wil wisselen zonder het draaiplateau af te moeten nemen, gebruikt de motor extern of voegt één van de optionele externe motorvoedingen toe met toerentalregeling. Want ook mogelijkheden tot upgraden van platenspelers is typerend voor Transrotor.

De speler werd aangesloten op een NAD M12 voorversterker, er werd tijdens de recensieperiode gewisseld met diens interne phono voorversterker en een externe Goldenote Phono 1. De NAD M22 eindversterker stuurde Blue Note (tegenwoordig heet het merk Gold Note) Reale luidsprekers aan via Kimber Kable 8TC luidsprekerkabels. Onderling zijn de componenten verbonden met AudioQuest Earth en Water bekabeling en de stroomvoorziening wordt geleverd via een aparte stroomgroep bestaand uit Chord, HMS, PS Audio en Cassiopeia onderdelen.

Review: Transrotor Max

Luisteren deel 1: weinig plezier

De Transrotor Max is zoals gezegd in de goedkoopste complete uitvoering. Na enige tijd gespeeld te hebben met de in dat pakket meegeleverde Goldring Elektra als element werd duidelijk dat er in die combinatie helaas weinig hoogwaardig luisterplezier schuil gaat. Voor de prijs dat voor dit element wordt gevraagd speelt hij overigens prima, maar spannend wordt het nooit. De Max in combinatie met de Elektra beeldt stemmen redelijk mooi af, kan prima overweg met dynamische delen van muziek en geeft ook bassen beheerst weer. Breed is de stage echter niet en om eerlijk te zijn klinkt de weergave ronduit saai en gedempt. Ik heb stukken meer muzikaal plezier kunnen beleven met bijvoorbeeld het AT-95E element in de Audio-Technica AT-LP 5 die ik onlangs nog ter recensie in huis had.

Was die platenspeler, die slechts een zesde deel van deze Transrotor op moet brengen, dan zoveel beter dan de Max? Het is natuurlijk appels met peren vergelijken en met een speler met deze opbouw gaat elke technische vergelijking mank. Het gaat mij er als onafhankelijk recensent juist om, dat u als lezer een goed beeld krijgt van het besproken product en daarom zie ik het als plicht om het lijdend onderwerp van de recensie ook zo optimaal mogelijk te laten presteren. Zoals elke consument dat ook zou doen (of laat doen door een echt goede dealer). Dus monteerde ik een ander element in de headshell, de wat beter bij deze prijsklasse passende Goldring Eroica LX. Dit low-output MC element doet normaal dienst in een Thorens TD 147 Jubilee in mijn tweede set.

Luisteren deel 2: aangenamer

Met de correct afgestelde Eroica LX in de zilverkleurige headshell ontvouwt zich een geluid uit de Transrotor Max dat een stuk, zelfs een heel stuk, aangenamer klinkt. Eén van de albums die ik afspeelde met het Elektra element was A Natural Disaster van de Liverpoolse proggers Anathema. De dikke doek die voor en opzij van de luidsprekers leek te hangen met het MM-element zijn als sneeuw voor de zon verdwenen en de verfijning is terug. Nu valt ook op dat de ogenschijnlijke focus van de Elektra op stemmen werd veroorzaakt door het wegvallen van stage, ruimtelijkheid en dynamiek met datzelfde element in de Max. De Eroica plaatst stemmen verfijnder, maar evenzeer geprononceerd in het midden van het geluidsbeeld, terwijl de Max met nauwkeurige analyse de complexiteit van tracks als bijvoorbeeld het intense Closer volgt en weergeeft.

Gare Du Nord verraste in 2015 met het sterke album Stronger, dat ook op vinyl verscheen. Plaatkant twee herbergt de Suite La Dolce Vita, met de track If These Walls Could Only Speak. De intense onderhuidse spanning op deze track wordt voornamelijk door de harp van Lavinia Meijer gedragen, naast de intieme, melancholische zangstijl van Dorona Alberti. De Max/ Eroica LX combinatie geeft die spanning feilloos weer, met een lichte benadrukking van het onderste middengebied. De rest van de weergave is vooral strak, analytisch en voor een massa-loopwerk vrij meeslepend te noemen. De combinatie van wat warmte uit het element met het analytische karakter van de Max is prettig, hoewel er natuurlijk meeslepender combinaties te verzinnen zijn. Gelukkig biedt de arm de mogelijkheid om veel elementen toe te passen en kan met zelfs een tweede arm/ elementcombi toepassen door een tweede armbasis aan te schaffen.

Heel andere muzikale koek is de in 2011 door Music On Vinyl heruitgebrachte persing van Boz Scaggs’ Silk Degrees. De track Lowdown legt dezelfde ‘drive’ in de weergave voor die ik eerder ervoer, wat ik volledig wijt aan het -voor Transrotor begrippen- wat lichtere draaiplateau met de uitgefreesde groeven aan de onderkant, in combinatie met het stijve lager. Hoewel ik Boz’ stem wel wat meer naar voren geplaatst gewend ben, is de stage beheerst breed en geeft de combinatie de muziek mooi gelaagd weer. Fel klinkt het nergens en hoewel wat minder levendig weet de Max de luisteraar wel bij de muziek te betrekken. 

Ook van hetzelfde label komt de zeer verfijnd klinkende persing van Time And A River van saxofonist David Sanborn. Het op soul en percussie leunende nummer Ordinary People wordt door de Max droog, maar open weergegeven. Hier valt ook goed op hoe enorm stil het loopwerk zelf is. Transrotor geeft zelf geen rumblewaarde op, maar ik schat hem nog onder een waarde van -76 dB. Dat zorgt voor het eenvoudig kunnen focussen op alle elementen in de muziek, zonder daar als luisteraar op te hoeven concentreren. Zoals het hammondorgel en de fijn uitstervende hoge tonen in de percussie, die fraaier naar voren komen. De laagweergave is wederom gecontroleerd en strak, de plaatsing vrij breed en mooi diep de luisterruimte in.

Conclusie

Met de Max heeft Transrotor een mooie aanvulling in de onderste regionen van haar eigen prijslijst gecreëerd. De platenspeler is -net als vrijwel alle spelers van het merk dat ik ooit ben tegengekomen- extreem mooi van afwerking en straalt luxe uit. De optie om de motor in de speler zelf te verwerken kan een extra optisch voordeel met zich meebrengen, de speler is eenvoudig op- en af te stellen en de TR-800-S arm is prettig in het gebruik. Een tip voor wie langer met dezelfde snaar wil doen, draai het plateau met de hand aan en schakel dan pas de motor in, dat voorkomt onnodig oprekken.

Daarnaast is de Transrotor Max als loopwerk ook klankmatig in staat tot veel moois, getuige de weergave in combinatie met het Eroica LX element. De speler legt op een analytische manier, maar wel met een stuk meer drive dan vele andere massaloopwerken, de muziek aan de luisteraar voor. Ook de timing in de weergave is excellent. Het extreem stille loopwerk is tevens een absoluut pluspunt van de Max. Die weergave kan door de gebruiker verder worden geoptimaliseerd door het toepassen van een extra 9 inch of 12 inch toonarmbasis om een andere arm met element te monteren en om de voeding te upgraden met een Konstant Eins of Konstant M-1 Reference voeding, waarmee de toerentalaanpassing meteen van handmatig naar elektronisch wijzigt. Of men schaft het luxere TMD-lager aan. Deze Transrotor is dus een prima basis om jarenlang van vinyl te kunnen genieten.

Helaas is 2850 euro nog steeds een flink bedrag en moet me toch echt van het hart dat ik vind dat het bij deze ‘instapversie’ van deze platenspeler geleverde Goldring Elektra element totaal niet past. Dit moving magnet element is in zijn prijsklasse echt niet verkeerd, maar komt in de Max totaal niet uit de verf. Sterker nog, het element haalt vrijwel alle kwaliteiten van deze Transrotor naar beneden. De keuze voor de Goldring Elektra als meegeleverd element zal puur gebaseerd zijn op de wens om de Max onder 2900 euro aan te kunnen bieden. Zonde, ik had ervoor gekozen om de goedkoopste versie 100 euro goedkoper op de markt te brengen en de keuze voor een element bij de klant gelaten. Een goede dealer zal deze speler dan ook alleen horen met een beter passend element, of de Max-uitvoeringen met een Transrotor Ucello of MC Merlo in het assortiment opnemen.

Dat gezegd hebbende, moet ik toegeven dat de Transrotor Max een prima draaitafel zal zijn voor wie graag op analytische wijze van vinyl wil genieten. Door met verschillende elementen (of arm- /elementcombinaties) te spelen is die manier van weergave aan de persoonlijke smaak van de luisteraar aan te passen en de zeer degelijke constructie van deze speler staat garant voor een zeer lange levensduur met voldoende upgrademogelijkheden. 

Prijzen

Transrotor Max met TR-800-S en Goldring Elektra: 2850 euro
Extra toonarmbasis: 620 euro (9 inch)/ 680 euro (12 inch)
Armsokkel (type SME): 460 euro
Konstant Eins voeding: 350 euro
Konstant M-1 Reference voeding: 850 euro.