Achtergrond: Dossier Hoofdtelefoons


Jamie Biesemans | 08 januari 2017 | Fotografie Fabrikant
Dit artikel werd oorspronkelijk geplaatst op 27 december 2016

Steeds meer mensen beluisteren muziek via een hoofdtelefoon. En dat zijn heus niet enkel tieners die op de bus Spotify opzetten. Ook de echte muziekliefhebber ontdekt het plezier van persoonlijke audio. In 2016 had hij of zij zelfs meer opties dan ooit om in topkwaliteit te luisteren. Een dossier uit het Grote AV-Jaarboek 2016-2017.

De trend van de voorbije jaren blijft aangehouden. In 2016 zijn er meer hoofdtelefoons dan ooit verkocht. Eén schatting spreekt van 335 miljoen verkochte headsets, al weer een tiental miljoen meer dan in 2015. En dat is best bijzonder, want daarmee blijft het segment van persoonlijke audio toch een opmerkelijke groeier in de bredere en toch eerder stabielere hifi-markt.

Uiteraard wordt de term ‘hoofdtelefoon’ bij tellingen wel heel breed toegepast. Concreet bestaat de markt even goed uit klassieke hifi-koptelefoons als draadloze Bluetooth-modellen voor onderweg, en uit hoofdtelefoons die rond de oren passen als in-ears die je discreet in je oorkanaal steekt. Ook qua waarde is er een enorme kloof te bespeuren. In de winkels vind je budgettoestellen van 10 euro of zelfs minder, naast kostbare producten die probleemloos de kaap van duizenden euro’s overstijgen. De echte liefhebbers van hoofdtelefoons – de types die leven op sites als head-fi.org bijvoorbeeld – vergeten daarbij vaak dat de gemiddelde verkoopsprijs van een koptelefoon rond 50-60 euro zweeft.

Of met andere woorden: veel van die 355 miljoen verkochte koptelefoons zijn betrekkelijk goedkope producten die mensen aankopen ter vervanging van de oortjes die bij hun smartphone werd geleverd. Niet bepaald de hoofdtelefoons waar een audioliefhebber warm voor loopt. Wat dit allemaal wel aantoont, is dat hoofdtelefoons een levendige en diverse markt zijn. De betere, hoogwaardige koptelefoons maken er een relatief kleine deel van uit. En toch zijn die betere koptelefoons een belangrijk segment. In 2016 waren een aantal duidelijke trends die de stelling onderschrijven dat koptelefoons voor een meer audiofieler publiek in de lift zitten.

1. Er is maar één koning

In 2016 had de muziekliefhebber die echt het allerbeste qua hoofdtelefoons wilde kopen meer opties dan ooit. Maar ben je echt schatrijk, dan is er slechts één keuze: Sennheisers Orpheus. Voor een schamele 55.000 euro is dit topmodel de jouwe. Om het bedrag een klein beetje te nuanceren: je krijgt voor dat prinselijk bedrag niet enkel een koptelefoon met unieke ultradunne drivers die met verdampte platinum behandeld zijn, maar ook een bijpassende DAC met acht ESS SABRE ES9010-chips (!) die bovendien verpakt wordt in bijzonder prijzig Carrara-marmersteen. Sennheiser belde trouwens niet zomaar de eerste de beste marmerboer op, neen, het stuurde zijn topingenieur Alex Grell naar Italië om de juiste steensoort te selecteren.

De Orpheus HE 1 is een elektrostatische koptelefoon, en dat is een techniek dat nauwelijks wordt toegepast. Het heeft zijn voordelen, maar is zo radicaal anders qua eisen die er aan versterking worden gesteld dat weinig merken er voor gaan. De sterker moet namelijk geïntegreerd worden in de oorschelpen, wat onder meer als voordeel heeft dat de weerstand van de hoofdtelefoonkabel geen rol meer speelt. 

Naast de Orpheus is enkel Stax en een paar nichemerken echt geëngageerd om met elektrostatische technologie te werken. Wel opvallend is dat meer en meer fabrikanten kiezen voor de planar-magnetic-drivertechnologie in hun hoogste modellen. Dynamische drivers zijn verre van uitgerangeerd – de meeste koptelefoons blijven ze gebruiken maar de doorbraken die Audeze, HiFiman, Oppo en anderen hebben geforceerd om planar-magnetic lichter en kleiner te maken heeft een grote impact op de markt.

2. Het jaar van de remakes

Sennheiser startte het jaar ook met een vernieuwde versie van de HD 800, een referentie onder hoofdtelefoons. De nieuwe HD 800 S is in de basis dezelfde koptelefoon, maar werd licht getweakt om enkele kritieken op het origineel aan te pakken. Zo is een stukje resonantie op 6 kHz aangepakt, waardoor de HD 800 S iets vriendelijker klinkt – al blijft hij heel veeleisend qua keuze van versterking. Met zijn prijskaartje van 1.500 euro was de nieuwe Sennheiser echter verre van de duurste onder de topmodellen. Die eer gaat ook niet naar HiFiman, die op gelijke wijze als bij Sennheiser een licht aangepaste versie van zijn HE-1000 (circa 3.500 euro) uitbracht. Mooi van het Chinese merk is dat eigenaars van de eerste versie een upgrade aangeboden krijgen. Die andere grote Duitse hooftelefoonfabrikant, Beyerdynamic, stapte dit jaar eveneens een paar keer op de remake-trein. Zowel van de T5p als de T1 – de gesloten respectievelijk open topmodellen – verschijnen als ‘2nd Generation’-edities, wederom met lichte aanpassingen om hun klank nog wat te verbeteren.

Nu mogen we de Audeze LCD-4 niet een remake noemen, al lijkt hij stilistisch wel een opvolger van de LCD-2 en LCD-3. Dit nieuw model blijft inderdaad op en top een Audeze, met een prachtige behuizing die een retro radiogrille combineert met macassarhout die vier weken lang behandeld wordt vooraleer het klaar is voor productie.

3. Nieuwe kandidaten voor de top

Er verschenen ook genoeg topmodellen bij merken waar je niet van zou verwachten. Wat ons betreft maakte Focal de opmerkelijkste entree in het topsegment. En dat zelfs niet met één, maar met twee nieuwe modellen. De Elear (1.000 euro) en de Utopia (4.000 euro) mikken meteen stukken hoger dan de voorgaande Focal-hoofdtelefoons, die eerder mobiele luisteraars probeerden te strikken. Een prestigemerk als Focal die qua luidsprekers uitpakt met de Sopra- en de Utopia-lijnen kon natuurlijk niet afwezig blijven uit het high-end gedeelte van de hoofdtelefoonmarkt. De naam ‘Utopia’ haalt Focal enkel van stal voor zijn allerbeste weergevers en dat is ook hier het geval. De 40 mm beryllium-drivers, koolstofvezel en luxueuze leder maken de open Utopia-hoofdtelefoon tot een opmerkelijke verschijning die het hart van elke hifi-liefhebbers sneller doet slaan.

Dat kun je ook stellen over de MDR-Z1R van Sony (foto onder), een prachtige halfopen koptelefoon die vier keer zo duur is als het volgende model van het Japanse merk. Het uitbrengen van een 2.000-euro kostende koptelefoon is voor Sony een aparte zet, maar kadert wel in de lange traditie van het merk om af en toe een echt high-end audioproduct uit te brengen. Sony is een grote speler qua koptelefoons, maar meestal gaat het om producten van minder dan 300-400 euro. De MDR-Z1R is duidelijk een heel ander beestje.

4. De hele keten wordt belangrijk

Het ding met high-end koptelefoons is dat er eentje aankopen niet volstaat. Ook de keten die leidt naar je koptelefoon moet van een hoog niveau zijn. Het is misschien controversieel om te stellen, maar mogelijk is de kwaliteit van de hele keten bij hoofdtelefoons nog crucialer dan bij speakers.

Het mag dan ook niet verbazen dat er qua bronnen, hoofdtelefoonversterkers en DAC’s de nodige stappen richting high-end worden gezet. Ook hier is Sony van de partij. De MDR-Z1R wordt vergezeld door een premium-hoofdtelefoonversterker voor thuis, de TA-ZH1ES, meteen het eerste toestel van deze type dat de prestigieuze label ‘ES’ draagt. En er is ook een ultieme bron, de NW-WM1Z, een Walkman die opvalt door zijn behuizing uit koper en goud. Koop je de Sony-koptelefoon, versterker en Walkman, dan ben je ergens ten noorden van 7.000 euro kwijt. Een van onze favoriete desktop-DAC’s dit jaar was de Teac UD-503, een fraai hi-res apparaat gebouwd rond twee VERITA AK4490-convertors van Asahi Kasei Microdevices.

Beter geluid onderweg is eveneens een streefdoel van bepaalde muziekliefhebbers. Mikkend op hen bracht het Schotse RHA een hoogwaardige gebalanceerde mobiele DAC uit, de Dacamp L1 (foto rechts). De L1 is uitgerust met twee ESS 9018 DAC-chips en past in het bijzonder goed bij de nieuwe CL1 in-ears dat de Schotten tegelijkertijd lanceerden.

In 2015 had Oppo met de HA-2 een van de beste mobiele DAC’s ooit, in 2016 verscheen een HA-2 SE-update met een nieuwe mobiele versie van de gebruikte ESS DAC-chip. Chord Electronics ontving trouwens geheel terecht een EISA Award voor de Mojo, een compacte DAC die gerust de vergelijking met heel wat grotere toestellen moeiteloos kan doorstaan.

5. Bluetooth en ruisonderdrukking

Maar zoals gezegd draait het in deze markt maar heel beperkt om die zeer kostbare modellen. Veel belangrijker voor fabrikanten is de forse groei bij Bluetooth-modellen die al dan niet met ruisonderdrukking zijn uitgerust. Langs één kant zien we Bluetooth opduiken bij steeds betaalbare modellen. Dat je 200 euro of meer moet betalen voor een draadloze koptelefoon, die tijden zijn lang voorbij. Philips bijvoorbeeld, duikt zelfs ver onder de 100-euro grens, op de hiel gevolgd door aartsrivaal JBL. Bluetooth is ook een vaste verschijning aan het worden bij koptelefoons en in-ears voor sporters, nog zo’n een belangrijk deel van de markt.

Aan de andere kant zie je ook meer echte draadloze topmodellen verschijnen, meestal uitgerust met noise-cancelling. Onze kabelloze favorieten dit jaar zijn de P7 Wireless (foto rechts), Audio-Technica MSR-7NC en de Sony MDR-1000X.

6. Weg is de hoofdtelefoonpoort

De lancering van de iPhone 7 zorgde voor veel ophef. Niet omdat de smartphone nu echt anders was, want dit jaar is de nieuwe iPhone vooral een opfrisbeurt van de iPhone 6S. Wél omdat Apple besloot de hoofdtelefoonuitgang te elimineren. Wie naar muziek wil luisteren, moet dat maar draadloos doen of via de Lightning-poort. Dat laatste lijkt gek, zeker voor iPhone-gebruikers die de smalle poort enkel kennen van het moment dat ze de laadkabel insteken. Maar via de Lightning-poort kan er ook geluid worden uitgelezen, zowel digitaal als analoog. Een klassieke hoofdtelefoon gebruiken kan dus, met gebruik van een meegeleverde adaptertje. Er zijn echter ook hoofdtelefoons die je ook digitaal kunt aansluiten met een Lightning-kabel, onder meer van Audeze (foto onder), Philips en Libratone. Het meest omslachtige is een mobiele DAC aansluiten via Lightning. Dat kan met een heel aantal modellen, levert een knap resultaat maar stuwt zowel het gewicht als het totale prijskaartje van je persoonlijke audio aardig naar boven.

7. Aparte in-ears

Sommige hifi-liefhebbers zweren bij in-ears, omdat zo de invloed van de oorschelpen en pasvorm van oorkussens verwijderd wordt. De echte high-end speelt zich doorgaans af bij IEM’s die op maat worden gemaakt. Wie toch confectie wil kopen, kreeg in 2016 twee bijzondere keuzes: de RHA CL1 (een gebalanceerde in-ears met ceramische driverbehuizingen) en de Audeze iSine 10/20, ’s werelds eerste planar-magnetic in-ears. Het is gewoon verbluffend dat de Amerikanen er in geslaagd zijn om de doorgaans omvangrijke driver-technologie in kleine in-ears te krijgen. Nu ja, klein is relatief: de iSines geven de indruk dat je een kleine Tie-Fighter in de oor hebt steken (foto onder). 

8. Beter en betaalbaar

Toppers als de Focal Utopia en Audeze LCD-4 zijn allemaal mooi en wel, maar moet je nu echt gigantisch veel geld uitgeven om veel beter te luisteren via een koptelefoon? Niet per se. In het segment 500 tot 1.000 euro zijn in 2016 meerdere uitstekende koptelefoons gelanceerd. Combineer ze met een goede DAC/versterker en je zit al heel dicht bij perfectie. We vermeldden al de Elear van Focal, maar laten we vooral de AudioQuest NightOwl (gesloten model) en de NightHawk Carbon (zelfde techniek als de eerste NightHawk, maar met een donkere finish) niet vergeten. Liefhebbers van Bowers & Wilkins – en dat zijn een heleboel mensen – kunnen ook gaan voor de P9 Signature (foto onder), een premiumhoofdtelefoon die ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van het Britse merk werd uitgebracht, en die zelfs een kritische muzikant en componist als Thurston Moore van Sonic Youth wisten te overtuigen...

Dit is een van de achtergronddossiers uit het Grote AV-Jaarboek 2016-2017.