McIntosh D100 digitale voorversterker getest


René van Es | 11 oktober 2013 | Fotografie Fabrikant | McIntosh

Mijn eerste kennismaking met producten van het merk McIntosh gaan terug tot midden jaren '70, toen ik als hulpverkoper werkte in een destijds gerenommeerde audiowinkel aan de Pleinweg in Rotterdam. De eigenaar van de winkel draaide in zijn privé-set met een McIntosh en na die mee naar huis te hebben genomen was de liefde geboren. Telkenmale als ik een McIntosh product in huis krijg, omarmt die nostalgie mij en ondanks dat ik zelf nog steeds geen enkel product van het merk bezit, blijven ze trekken en ooit, ooit komt het zover.

Dit keer heb ik de begin 2013 op de markt gebrachte D100 digitale voorversterker van de importeur weten los te peuteren, een product waarvan ik hooggespannen verwachtingen heb. De D100 kun je op twee manieren inzetten in een bestaande installatie. De eerste en eenvoudigste mogelijkheid is het gebruik van de D100 als digitaal naar analoog omzetter met een vast uitgangsniveau. De tweede mogelijkheid is het gebruik van de analoge uitgang die variabel is in volume, waardoor een separate voorversterker kan vervallen.

Bij die tweede optie hoort een 'maar', want realiseer u dat de D100 geen analoge ingangen heeft. Wel heeft de D100 vijf digitale ingangen, waarvan er twee werken via een RCA connector, twee via een optische ingang en één via een USB-bus. Elke ingang werkt tot een maximale samplerate van 192 kHz bij een bitdiepte van 24 bit, met uitzondering van de USB-bus die signalentot 32 bit kan verwerken. Voor USB-gebruik dient voor een Windows-PC een driver te worden opgehaald bij McIntosh. De ingangen verwerken alleen PCM-signaal, geen DTS of DSD. Helaas ontbreekt een digitale ingang met XLR, hoewel in de praktijk slechts een handvol mensen die zal missen.

Zoals aangegeven zijn er uitgangen met een vast en met een variabel uitgangsniveau. Beide zowel in XLR als in RCA uitgevoerd. Tevens is er aan de voorzijde een hoofdtelefoonuitgang te vinden voor hoofdtelefoons met een impedantie van 20 tot 600 Ohm. Opvallend is dat de uitgangen met de "mute"-schakelaar moeten worden uitgeschakeld als u alleen naar uw hoofdtelefoon wilt luisteren. Anders spelen de luidsprekers vrolijk mee, mits uw (eind)versterker aanstaat. Op de achterzijde vinden wij verder nog de aansluiting voor de netspanning en minijack-busjes die de D100 of randapparaten triggeren om mee aan en uit te schakelen. De voorzijde toont van links naar rechts de hoofdtelefoon-aansluiting, de bronkeuzeschakelaar, de mute-toets, een groot display, de IR-sensor voor de meegeleverde afstandsbediening, een setup-toets, de volumeregelaar en tenslotte de aan/uit-toets. Prominent op het glazen voorpaneel prijkt de naam McIntosh in zacht groen, precies zoals dat in de 70-er jaren al het geval was.

Alleen ditmaal verlicht met een LED en niet langer met lampjes die slijten. Het grote display is zelfs in gedimde stand erg helder. Het toont de gekozen ingang, de naam van de ingang, de samplefrequentie en de bitdiepte. Wordt het volume anders ingesteld dan laat de D100 tijdelijk de volumestand zien. Van de setup moet u zich niet veel voorstellen. De D100 kan wèl of niet worden ingesteld op automatisch uitschakelen als er een tijd geen signaal aan de ingangis geweest, de helderheid van dedisplay kan worden ingesteld op hoog en laag en de derde stap is het weergeven van de firmware-versie. Het uiterlijk is typisch McIntosh: glazen front, blank aluminium aan weerszijden van het voorpaneel en verder is het een 44,54 cm brede, zwarte kast.

Inwendig maakt de D100 gebruik van een ESS Sabre converter, geschakeld in Advanced Quad Balanced mode. Omdat er in totaal acht converters in die ene chip zitten is het dus niet moeilijk voor te stellen dat er per kanaal twee converters parallel staan voor de plus en twee voor de min van het signaal. Gescheiden voor links en rechts. Dat klinkt allemaal veel spannender dan het in werkelijkheid is. Inwendig ziet de D100 er zeer verzorgd uit met een uitgekiende lay-out van componenten op de printplaten. Een separate klok bij de receiver chip van de USB-ingang maakt asynchrone toepassing mogelijk.

Heel dicht naast de converter zit de tweede klok. Een zware voeding is voorzien van een stevige C-core transformator en de afvlakking plusbuffering van de gelijkstroom is uitgevoerd met Rubycon condensatoren. Duidelijk herkenbaar is de volledig gebalanceerde opbouw van de D100. Elke uitgang heeft zijn eigen paar transistors, ook de hoofdtelefoonuitgang. Op die manier is elke uitgang dus volledig onafhankelijk en zijn dezetegelijkertijdbruikbaar. Iets dat niet vaak voorkomt; meestal moeten de uitgangen worden gekozen met switches of staan ze simpelweg parallel. De volumeregeling vindt gelukkig plaats in de analoge versterker en niet in het digitale domein. Daardoor wordt het digitale signaal niet aangetast. De regelaar is van het impulstype dat een speciale chip aanstuurt.

Onbekend is of McIntosh in de D100 upsampling toepast op zijn ingangen of mogelijk zelfs een conversie van het PCM-signaal naar DSD, voordat de ESS Sabre converter aan de slag gaat. Verderop zult u lezen waarop mijn vermoeden is gebaseerd, dat er inderdaad conversie vanhet PCM-signaal plaatsvindt. McIntosh is helemaal niet scheutig met specificaties, wij weten alleen dat het vaste uitgangsniveau 2 Volt is op RCA en 4 Volt op XLR. Op de variabele uitgangen is dat 0-8 Volt en 0-16 Volt. Daarom gaan we snel luisteren wat de DAC aan prestaties levert, wat uiteindelijk veel belangrijker is dan alle technische praat.

Setup

Kort beschreven werkt de D100 tussen een NAD M50/M52 digitale muziekspeler en een Audia Flight Strumento No.1 voorversterker en een Audia Flight 50 eindversterker. Met als luidsprekers een set PMC fact.8 vloerstaanders, afgewisseld met Harbeth P3ESR monitors op zware stands. De D100 is aangesloten op het lichtnet met een Supra netsnoer, een Stereovox digitale kabel en VdH gebalanceerde interlinks. Mijn eigen referentie DAC is een Esoteric D-07, met een Crystal Cable netsnoer, een Apogee gebalanceerde digitale kabel en Yter gebalanceerde interconnects. Beide DAC's staan aangesloten op Kemp netfilters.

Op de M50/M52 staan bestanden in FLAC, WAV en ALAC formaat met sample rates van 16/44.1 tot 24/192 bit/kHz. Aan het eind van de rit sluit ik de D100 direct aan op mijn eindversterker met Yter kabels en vervang het Supra netsnoer door een Crystal Cable. De kortste en mogelijk beste oplossing, maar dat zal later wel blijken. Voor de USB-optie maakte ik gebruik van een RipButler muziekserver, draaiend onder Vortexbox software, en een AudioQuest Cinnamon USB-kabel. Linux herkende de D100 direct, zonder extra driver.

Op het gehoor

Om met de deur in huis te vallen: vanaf het eerste moment dat de D100 speelde tot aan de laatste noot, aangesloten als DAC met vast uitgangsniveau, waren wij dikke vrienden. Vanwege de simpele reden dat de D100 nagenoeg exact hetzelfde presteert als mijn Esoteric en nagenoeg hetzelfde klinkt op de PMC fact.8. De Harbeth P3ESR luidsprekers leggen iets meer het accent op de verschillen in het middengebied, nog steeds niet noemenswaardig. De minimale verschillen zijn te verwaarlozen en in een "blind test" niet te herkennen, ongeacht het formaat, de bitdiepte of de samplerate van de muziekfile. Buitengewoon opvallend omdat beide DAC's werken met andere interlinks, andere netsnoeren en andere digitale kabels. Digitaal met XLR de Esoteric in en met RCA naar de D100. Bovendien is de interne opbouw totaal verschillend en zijn ook de converters niet gelijk. ESS in de D100 en AKM in de Esoteric.

Mijn Esoteric staat zo ingesteld dat elk digitaal signaal eerst wordt omgezet naar DSD formaat en pas daarna wordt geconverteerd naar analoog door de AKM chips. Het is mij een compleet raadsel hoe beiden zo gelijk kunnen klinken en daardoor is het vermoeden ontstaan dat de D100 ook het signaal omzet van PCM naar DSD, maar bewijzen kan ik het niet en misschien zit ik er wel totaal naast. Sceptici zullen nu vast en zeker hun gelijk willen halen en zullen vaststellen dat digitaal dus altijd hetzelfde klinkt, maar dat is verre van waar. Er hebben hier heel veel D/A converters in huis gestaan en die speelden allemaal verschillend, zonder daar nu een waarde-oordeel aan te geven, welke mooier of minder mooi waren. Ze waren "anders".

Als ik de muziekbeleving ga beschrijven gaat het over de McIntosh D100 en niet over de (niet meer leverbare) D-07, die trouwens in het 19% BTW tijdperk al een stuk duurder was dan de D100. De door mij geliefde Stacey Kent heeft net een nieuwe CD uitgebracht met de titel "The ChangingLights" waarop een mix staat van easy listening evergreens, lichte jazz en Zuid-Amerikaanse klanken. Cultureel gezien misschien niet elitair genoeg, maar oh zo lekker om te draaien. Ze heeft een heerlijke stem, verzameltaltijd goede muzikanten om zich heen en de opnames zijn heel erg goed. Ongekunsteld en zuiver, met veel oog voor details, stereobeeld en klankbalans. Precies de eigenschappen die de D100 in optima forma staat te vertalen van digitaal naar analoog. Dit is helemaal mijn geluid met die kleine hoorbare nuances, de natuurlijke accenten en de zuivere klank. De D100 klinkt verre van technisch of digitaal, is zó ver daarvan verwijderd dat wie gewend is aan "technische" DAC's hier zijn ei niet kwijt kan. Maar wie liefhebber is van muziek en een meer analoog geluid op prijs weet te stellen, zal zeer gelukkig zijn.

Het vloeit uit de speakers, vormt zich voor de luisteraar in de ruimte en komt helemaal los van de set. Tegelijk is de weergave van geen kant saai of niet-inspirerend te noemen, integendeel, het leeft, swingt, vraagt de aandacht en maakt muziek en/ofzang boeiend. Niet voor een moment, eerder voor uren. Renée Fleming pakte mij vanmorgen al in met "GuiltyPleasures" en later deed de klassieke CD "IlProgettoVivaldi 3" van Sol Gabetta dat nog eens dunnetjes over. Het is zó heerlijk om naar de D100 te luisteren. Voor mij is het ook zo herkenbaar en is het "thuiskomen". Het bewijst eens te meer dat een bedrijf als McIntosh nog springlevend is en ondanks verschillende eigenaren in de afgelopen decennia nog zijn eigen koers vaart. En gelukkig màg varen, want dat gevoel van "hebben" dat ik in 1975 had, komt gewoon weer terug. Eens….. koop ik McIntosh.

Toverwoord

Het toverwoord USB haal ik van stal. Een DAC zonder USB is niet meer te verkopen, al gebruik ik die ingang zelden tot nooit vanwege de NAD netwerkspeler en een Naim die via ethernet vanaf een NAS muziek speelt. Mijn Esoteric heeft een simpele adaptieve USB-poort, dus dat wekt ook de behoefte niet op. Ik ga voor het gemak even uit van dezelfde Stacey Kent opname die is geript van CD. Gelukkig voor u en voor mij is er niets mis met de USB poort van de D100. Hij speelt op eenzelfde kwaliteitsniveau als de RCA-poorten, niet beter, niet minder, niet anders voor zover ik kan constateren.

De ware hobbyist zal ongetwijfeld met JRiver, kernel streaming, drivers iFi doosjes etc. de weergave kunnen oppoetsen, ik houd het liever eenvoudig en goed (genoeg). Van hetzelfde laken een pak met een high resolution file van The Alan Parsons Project (24/192) en studiomasters van STS-Digital (24/176,4). Het maakt mij totaal niet uit of ik dat via USB of via RCA speel, kwaliteit en klank zijn voor mij gelijk. Overigens beschouw ik dat als een compliment. Eerder kwam ik DAC's tegen waar alleen via USB het maximale uit te persen viel, alsof S/PDIF niet meer meetelt. De D100 perst het maximum uit elke ingang en elke uitgang.

De laatste optie is het gebruik van de D100 als D/A-converter en tegelijk als voorversterker. De Strumento gaat er tussenuit en de Yter kabels gaan aan de variabele uitgang. Nu alles toch even uit moet kan ik de D100 "upgraden" met een Crystal Cable netsnoer. Die laatste stap is geen succes. Ik ga heel snel terug naar het in verhouding spotgoedkope Supra netsnoer dat de DAC beter laat presteren. Zo luister ik verder en laat een scala aan muziek de revue passeren. Natuurlijk nog even de Stacey Kent opnames, Renée Fleming, maar ook werk van Janine Jansen, Agnes Obel, The Nits en Tic Tac Toe om er een paar op te sommen. In grote lijnen blijft de weergave gelijk.Wat echter verdwijnt is een stukje magie in het geluid, waar ik de Audia Flight Strumento No.1 zo om waardeer.

De oorzaak zoek ik in de volumeregelaar van beiden, die uiteraard in de D100 vele malen simpeler van opzet is dan in de kostbare Strumento. Aan de andere kant kan ik mij voostellen dat in een McIntosh combinatie van de D100 met bijvoorbeeld een set MC275 monoblokken (heerlijk: digitaal in, buizen uit) een voorversterker veel minder gemist zal worden. Ook een MC302 stereo eindversterker met autoformers en een uiterlijk dat perfect bij de D100past, zal een droom zijn voor vele audiofielen die iets hebben met het merk McIntosh, of gaan krijgen als ze er eens naar luisteren. Wie streeft naar een ultieme weergave kan niet om een voorversterker heen ben ik bang, of die nu van hetzelfde merk is of van een andere fabrikant.

I have a dream

Na een hernieuwde kennis making met een product van McIntosh neemt de hebberigheid naar een component of een complete set van het merk wederom toe. De McIntosh D100 heeft mij overtuigend bewezen op welk niveau de fabrikant uit Binghamton USA zich begeeft. Ook onder de nieuwe eigenaar is er geen enkele concessie gedaan aan kwaliteit. De D100 speelt domweg muziek en nog eens muziek. Zonder een enkele aanwijzing dat het gaat om weergave vanaf een digitaal medium. Punten van aandacht zijn het ontbreken van zelfs maar één enkele analoge ingang en het feit dat ik de D100 net wat liever inzet als D/A-converter met vast uitgangsniveau dan als digitale voorversterker. Ook zou ik graag een digitale XLR ingang op de D100 zien. Punten die geen van drieën rechtsreeks te maken hebben met het plezier waarmee ik de afgelopen tijd kon luisteren naar de DAC. Binnen of buiten een McIntosh setup daarom van harte aanbevolen. Waarom? Hij speelt naar mijn idee op een heerlijk manier zijn bitjes af en vormt met een mooi loopwerk of een mooie digitale muziekspeler een machtige combinatie.

Plus:
+ Analoge manier van weergeven
+ Alle digitale ingangen presteren op gelijk niveau
+ Goed inzetbaar ook buiten een McIntosh installatie

Min
- Geen enkele analoge ingang
- Voor topkwaliteit blijft een separate voorversterker onontbeerlijk

Prijs:

McIntosh D100 digitale voorversterker € 3350, -

Importeur:

New Transtec
Krimpen a/d IJssel
Tel. 0180 590184

 

Gebruikte apparatuur:

Digitaal:

NAD M50 netwerkspeler NAD M52 muziekopslag Esoteric D-07 D/A-converter McIntosh D100 digitale voorversterker RipButler Essenza 1000 mediaserver

Versterking:

Audia Flight Strumento No 1 lijnvoorversterker Audia Flight 50 eindversterker

Luidsprekers:

PMC fact.8 Harbeth P3ESR

Stroomvoorziening:

Netsnoeren: Kemp, Crystal Cable Power Reference, Crystal Cable Power Ultra, Supra LoRad (DIY) Netfilter: Kemp Elektroniks Power Source, Kemp Elektroniks Balanced Isolator Source Netspanning: Kemp Elektroniks Quantum Approach plug, Supra MD-06 EU Mk II verdeelblok, gescheiden audiogroep, AHP glas- + Neozed zekeringen

Kabels:

Interlinks analoog: Yter XLR, VdH D102 Mk III Hybrid Interlinks digitaal: Apogee WideEye, Stereovox VX2 Interlinks digitaal USB: Audioquest Cinnamon LS-kabels: Crystal Cable Speak Reference

Accessoires:

Meubel: Quadraspire QAVX LS-stands: Target MR60 Overig: Acoustic System diffusers, Acoustic System Resonators Basic + Silver, Oehlbach Phaser, Soundcare Superspikes, WBT Nextgen connectors