CYP DA-Converters – Een Aangename Verrassing


Max Delissen | 04 mei 2013 | Fotografie Fabrikant | CYP

Laat ik het maar meteen eerlijk bekennen: toen de hoofdredacteur me benaderde voor een recensie over de USB d/a-converters van CYP moest ik het merk eerst opzoeken op internet omdat ik er nog nooit van had gehoord. Wat ik er over las maakte me echter nieuwsgierig en ik hapte toe.

Er komen de laatste jaren steeds meer interessante dac's op de markt en daar kan volgens mij best nog een merk bij, zeker als er links en rechts berichten over de uitstekende prijs/kwaliteit verhouding van de CYP producten opduiken. Onbekend maakt onbemind? Eens kijken en vooral luisteren of dat terecht is...

CYP d/a-converters worden in Nederland gedistribueerd door importeur AVA, een naam die de liefhebbers van hoogwaardige video-streaming misschien kennen van merken als Kaleidescape en Runco.

AVA specialiseert zich in high-end oplossingen voor custom install en home automation en daar passen de connectivity-producten die het Europese bedrijf CYP doorgaans op de markt brengt dan ook zeer goed bij. Met de komst van de drie USB d/a-converters werd een zijsprong naar de 'gewone' tweekanaals hifi mogelijk.

Cypress Technology
Als je op internet naar CYP zoekt kom je ook het Taiwanese bedrijf Cypress Technology tegen. Dat blijkt wereldwijd een van de grootste leveranciers van OEM producten in de custom install te zijn. De producten van CYP komen daar ook voor een deel vandaan, maar ze worden daar op specificatie gebouwd.

Bij CYP zit een team van ingenieurs dat nauw samenwerkt met Cypress Technology om met name de connectiviteit in Control-4 en Crestron systemen te waarborgen (voor de outsiders: dat zijn geavanceerde systemen voor home-automation waarmee je niet alleen beeld en geluid, maar bijvoorbeeld ook veiligheid, verlichting en verwarming combineert).

AU-D150
Goed, genoeg daarover, het gaat tenslotte over wat je uit de doos haalt, nietwaar? Eerst maar eens even uitpakken dan, te beginnen met de goedkoopste van het stel, de AU-D150. Dit mag dan technisch gezien de eenvoudigste van de drie zijn, hij heeft wel een keurige metalen kast met een aan de lange kanten speels afgeronde body. Aan de ene korte kant zitten de ingangen, aan de andere kant - logischerwijs - de uitgangen. Tussen de ingangen vind je een kleine schakelaar waarmee je tussen de optische digitale ingang en de USB-mini-B aansluiting kunt kiezen.

De AU-D150 kan, als hij via USB wordt aangesloten, zijn voeding overigens rechtstreeks uit een daarvoor geschikte USB-bus halen. Bij gebruik van een optische kabel moet je de meegeleverde voeding gebruiken die je aansluit op de USB-ingang. De voeding is van het type wall-wart. In beide gevallen licht een behoorlijk felle blauwe led op als er een digitale verbinding tot stand is gebracht. Gebruikers van een Mac hoeven geen drivers te installeren, PC gebruikers traditiegetrouw wel, maar het in gebruik nemen van de AU-D150 is op beide systemen werkelijk een fluitje van een cent.

Een aardig detail is dat deze kleine USB-dac ook dienst doet als omzetter van USB naar een optisch digitaal signaal. Dat is erg handig als je je laptop op een AV-receiver wil aansluiten die voorzien is van optische ingangen. De AU-D150 is USB 2.0 compatible, maar toch kan hij via USB slechts signalen met een maximale resolutie van 16/48 (bit/kHz) verwerken. Via de optische ingang kun je wél signalen tot 24/192 aanbieden.

AU-D160
De iets duurdere AU-D160 is een stuk kleiner van afmeting en gewicht. Hij heeft een kastje van glanzend zwart kunststof dat er weliswaar netjes uitziet, maar een wat goedkopere indruk maakt. Toch biedt deze mini-dac wel wat meer dan zijn grotere kleine broertje. Allereerst kan hij via zijn USB-mini-B ingang signalen tot een resolutie van 24/192 ontvangen en wordt het signaal a-synchroon verwerkt, wat een gunstig effect heeft op de jitter in het digitale signaal en dus op de geluidskwaliteit.

Ook de AU-D160 zet het USB-signaal niet alleen om naar analoog, maar ook naar digitaal-optisch. Nog meer extra's zijn er in de vorm van een analoge hoofdtelefoonuitgang van goede kwaliteit en een rij (opnieuw felblauwe) leds die de samplingfrequentie van het aangeboden signaal aangeven. Omdat de AU-D160 uitsluitend een USB-ingang heeft wordt er geen voeding meegeleverd, wat het relatief kleine prijsverschil zou kunnen verklaren. Ook hier moeten PC-gebruikers eerst een driver installeren, maar net als bij de AU-D150 is het in gebruik nemen een probleemloze zaak.

AU-D250

Dit is in alle opzichten het vlaggenschip van de serie. Het aantal functies is zeer uitgebreid. Om te beginnen beschikt de AU-D250 over een a-synchrone usb-ingang en zet hij alle inkomende signalen niet alleen om naar analoog (RCA of XLR), maar ook naar optisch en coaxiaal digitaal. Bovendien heeft hij een tweeregelig OLED display waarop onder andere informatie wordt getoond over de gekozen ingang, de sampling-rate van het aangeboden signaal en het volume. Deze dac kan namelijk ook de rol van (digitale) voorversterker op zich nemen en kan, via zijn gebalanceerde of ongebalanceerde uitgangen, rechtstreeks op een paar actieve luidsprekers of op een eindversterker worden aangesloten.

Wanneer je hem op een voorversterker aansluit kan de volumeknop als gain-instelling dienst doen, maar je kunt ook via het menu het uitgangsvolume vastzetten. Je opent het menu door de volumeknop in te drukken, maar je kunt het ook via de kleine afstandsbediening doen die wordt meegeleverd. De mogelijkheden van het menu worden in de vrij summiere handleiding wel genoemd maar niet toegelicht. Een klein gemis voor completisten en totale digi-noobs, maar in de praktijk kun je weinig fout doen als je er gewoon lekker mee aan de slag gaat om te kijken wat er gebeurt.

Het menu op zich is trouwens niet wat de AU-D250 bijzonder maakt, dat zijn vier andere features. Om te beginnen de instelbare upsampling die op alle binnenkomende signalen kan worden toegepast. De gebruiker kan kiezen uit een samplingfrequentie van 44.1, 48, 88.2, 96, 176.4 en 192 kHz. De gekozen frequentie wordt in het display weergegeven. CYP past hier een speciale low-jitter clock toe, die vóór het upsamplen het digitale signaal ontdoet van fouten in het tijdsdomein.

De tweede bijzondere feature is de ingebouwde hoofdtelefoon-versterker met instelbare impedantie. De Ti PA6120A2 module van Texas Instruments die hiervoor wordt gebruikt kan worden ingesteld op een impedantie van 16, 32, 64, 200, 300 en 600 Ohm. Altijd een goede match dus.

De derde opvallende feature is de HDMI doorvoer. Achterop de AU-D250 zitten een HDMI in- en uitgang en je kunt in het menu kiezen of je het digitale geluid op de HDMI-uitgang wil laten verschijnen (bypass) of dat je het door de AU-D250 wil laten omzetten en desnoods eerst wil laten upsamplen. Vanwege deze functie kan de AU-D250 overigens ook overweg met LPCM stereosignalen voor mensen die een multispeler hebben en daar dus ook hun cd's op afspelen, maar in bypass-modus worden surroundsignalen die op de HDMI ingang binnenkomen gewoon doorgezet naar de uitgang.

De laatste en mijns inziens meest bijzondere feature is de ingebouwde a/d converter. Hierop kun je bijvoorbeeld een phonotrap aansluiten en daarna het signaal (al dan niet ge-upsampled) digitaal naar een AV-receiver sturen. De kwaliteit van de conversie door de AU-D250 is zeer adequaat. Echte analoog aangelegde audiofielen zullen er sowieso hun bedenkingen bij hebben, maar zij behoren volgens mij niet tot de doelgroep. Onder de streep denk ik dat er weinig situaties zullen zijn waarin de AU-D250 niet als een uiterst veelzijdige centrale hub in een modern entertainment-systeem kan fungeren. Tijd om het trio eens aan een luisterproef te onderwerpen.

Luisteren
Omdat de AU-D150 en AU-D160 door hun fysieke verschijning en door hun specifieke functionaliteit vooral zullen worden gebruikt om muziek via een computer af te spelen besloot ik dit tweetal op mijn werkkamer aan de tand te voelen en de AU-D250 in de grote set in de huiskamer plaats te laten nemen. Als eerste verving ik dus mijn onvolprezen AudioQuest Dragonfly met de AudioQuest Big Sur interlink door de AU-D150.

Mijn Mac werd er met een standaard USB-USB-mini-B op aangesloten. Daar had ik ook een duurdere AudioQuest tussen kunnen zetten, maar ik vermoed dat veruit de meeste gebruikers ook gewoon voor een standaardkabel zullen kiezen. De DAC werd via een QED Qunex 3 Anniversary Silver interlink aangesloten op mijn trouwe Marantz PM-80mkII die via Van Medevoort White Connection luidsprekerkabel mijn KEF LS50 luidsprekers aanstuurt. Een muzikale set die goed laat horen welke verschillen er zijn.

Goed

Ik ken de Dragonfly/Big Sur combinatie vrij goed omdat ik er bijna dagelijks naar luister, maar ook het karakter van de QED heb ik na vele jaren tevreden gebruik als het ware 'in de genen' zitten. En eerlijk mensen...ik verwachtte er niet veel van. Dat klinkt blasé, maar de ervaring leert dat je doorgaans geen al te hoge verwachtingen moet hebben bij apparatuur in deze prijsklasse. Alleen zit er in dat woordje 'doorgaans' een ontsnappingsclausule waar de CYP totaal onverwacht gebruik van maakte.

Al bij de eerste piano-aanslag van het geniale album The Marriage Of True Minds van Matmos hoorde ik dat de CYP veel dichter in de buurt van de Dragonfly kwam dan ik had verwacht. Het vers geopende document bleef onbeschreven, ik zette mezelf in de luisterstand (de stoel helemaal maar achteren gekanteld, en de voeten op het bureau) en liet me meevoeren in het bizarre universum van Matmos.

Er was meer dan genoeg ruimtelijkheid, het hoog was helder en schoon, het midden was voldoende kleurrijk en het laag was verrassend sonoor. Vooral aan dat laatste wil het bij budgetapparatuur nog wel eens ontbreken. Je mist dan een stukje gewicht in de weergave. Het laag is er dan wel, net als bij grote paneelluidsprekers, maar het stompt je niet zachtjes en vriendschappelijk in de maag. Niet zo met deze bescheiden USB-dac, het klonk behoorlijk volwassen. Terugschakelen naar de Dragonfly en de andere interlink is natuurlijk niet helemaal eerlijk, maar vooruit: die combinatie legde toch wel een iets betere ritmische samenhang aan het licht en had een betere 'push' in het laag.

Het geluidsbeeld was met de Dragonfly vooral dieper, maar niet veel breder en de textuur van de geluiden was beter 'zichtbaar', er was meer 'stofuitdrukking' zoals collega Kilian Bakker dat zo mooi verwoordt. Nog een keer terugschakelen naar de CYP...verdraaid, dat is eigenlijk best een leuk ding zeg… Als je niet op zoek bent naar een draagbare oplossing die ook nog eens een uitstekende hoofdtelefoonuitgang aan boord heeft zal hier voor de meeste mensen zeer goed mee te leven zijn.

Ik heb hem ongeveer een week gebruikt en in die periode heb ik mijn Dragonfly eigenlijk geen moment gemist. Omdat ik in muzikaal opzicht een echte veelvraat ben heb ik er alles van psychedelica tot ambient en van godsgruwelijk harde metal tot jazz en klassiek doorheen gejaagd, en dat werkte zonder uitzondering prima.

Beter
Het uitwisselen van de AU-D150 voor de AU-D160 was een kwestie van ompluggen en heel even opnieuw de output in de Mac aanwijzen. Deel twee kon beginnen. Net als een week geleden begon ik met Matmos. Of het door de a-synchrone USB ingang komt weet ik niet, maar ik hoorde meteen een iets verfijnder geluid. Het was net of alles wat soepeler liep en het geheel kwam nog dichter in de buurt van mijn referentie. De speelse ruimtelijke effecten in de muziek kwamen verder de kamer in en er was wat meer ruimte tussen de instrumenten. Als definiërend luistervoer diende deze keer het onlangs door mij herontdekte cover-album The Church With One Bell van John Martyn.

Dat is een erg goed opgenomen maar muzikaal nogal wisselvallig album, waar desondanks een aantal verbijsterend mooie uitvoeringen van bekende nummers op staan. Vooral de heerlijk lethargische uitvoering van The Sky Is Crying (vooral bekend van Stevie Ray Vaughan) met zijn enorme ruimtelijkheid en putdiepe laag is een heerlijk luistertaartje. De AU-D160 wist me kippenvel te bezorgen, altijd een goed teken. Het was echter niet allemaal rozengeur en maneschijn. De hoofdtelefoonuitgang viel naar verhouding een beetje tegen. Mijn AKG K701 was duidelijk een maatje te groot en klonk een beetje amechtig, maar met een oudere Sennheiser HD560 Ovation II was de kwaliteit vergelijkbaar met de uitgang op een cd-speler. Bruikbaar (en zeker handig als je niet over een hoofdtelefoonuitgang beschikt), maar niet meer dan dat.

Best

Dat was trouwens met de AU-D250 wel anders. De AKG K701 heeft een impedantie van 62 Ohm, en dat ligt verdraaid dicht bij de 64 Ohm in het keuzemenu van deze multifunctionele DAC. Ook de veel betere voeding helpt natuurlijk, want nu was het geluid gul en krachtig, met mooi laag en veel dynamiek. Het eerste vakje bij de AU-D250 mag dus al worden aangevinkt. Goede hoofdtelefoonversterker: check!

In de grote set in de huiskamer gebruikte ik hem als DAC, dus stelde ik het volume in op 'Fix Level'. Als coaxiale digitale link gebruikte ik de AudioQuest Eagle Eye en de ongebalanceerde analoge uitgang werd met een Van den Hul Integration Hybrid verbonden met de Naim Supernait. Als referentiemuziek diende deze keer de naar mijn NAS geripte cd-layer van het voor SACD geremasterde meesterwerk Spirit Of Eden van Talk Talk. Ten opzichte van de interne DAC in de Naim klonk de CYP lichtvoetiger en gedetailleerder, maar hij leverde wat in op druk en laagdefinitie. Het beeld was dieper dan met de Naim maar iets minder breed, waardoor het geheel wel iets beter in verhouding leek. De grote dynamiek was vergelijkbaar, de kleine dynamiek kwam op de CYP zelfs iets beter uit de verf. Hmm...lang niet slecht.

Het effect van oversamplen was hoorbaar, maar ik ben er nog steeds niet uit of ik het echt beter vind. Het is denk ik vooral een kwestie van smaak. Omdat ik snel kon schakelen en vergelijken ontdekte ik zowel in het oorspronkelijke 44.1kHz signaal als in het kunstmatig gegenereerde 192kHz signaal bepaalde eigenschappen die me wel aanspraken. Het onveranderde signaal klonk aardser, wat compacter en meer 'together', het naar 176.4kHz ge-upsamplede signaal (een logisch veelvoud van 44.1) was verfijnder en leek ruimtelijker te zijn, maar miste tegelijkertijd een heel klein beetje de samenhang en de druk die het onbehandelde signaal wel had. Even voor de slimmeriken onder ons: naar de originele DSD samplingfrequentie van 88.2kHz omrekenen kon de illusie dat ik naar de originele SACD zat te luisteren helaas niet waarmaken. Maar toch: het volgende vinkvakje kon afgetekend worden.

Mijn settop-box van UPC heeft een optische digitale uitgang die normaal gesproken het audiosignaal van de televisie-uitzendingen naar de Supernait voert, maar omdat ik nog een ongebruikte HDMI-kabel had liggen moest de optie van HDMI beeld-doorvoer met upsampling door de AU-D250 natuurlijk onderzocht worden. Over het resultaat kan ik kort zijn: voor verknochte televisiekijkers is het alleen al hiervoor de moeite waard om de AU-D250 aan te schaffen. Het audiosignaal dat via mij Supernait werd afgespeeld kreeg rust en controle, veel meer ruimtelijkheid en stemmen die beter verstaanbaar waren. Derde vakje: check!

De vierde bijzonderheid heb ik getest terwijl ik er vanuit ging dat ik er in de dagelijkse praktijk nooit gebruik van zou maken. Ik vind namelijk dat analoog signaal analoog moet blijven. Het aansluiten van een phonotrap op een a/d converter is handig als je een kostbare of zeldzame plaat wil conserveren of digitaal restaureren, maar voor de rest: afblijven! Maar ik zei het al eerder: er komen steeds meer versterkers op de markt die (alleen maar) digitale ingangen hebben en dan kan het best handig zijn om je analoge signaal te kunnen digitaliseren. Nu heb ik geen recente ervaring met a/d converters op studio-niveau, maar ik durf desondanks te zeggen dat de AU-D250 het high-end niveau dat daarmee mogelijk is niet helemaal haalt. Is dat erg? Helemaal niet, want het resultaat is nog steeds behoorlijk goed.

Sterker nog (en nu ga ik hele rare dingen zeggen): de tijdelijk van mijn werkkamer naar beneden verhuisde Thorens TD160 met Audio Technica AT95E element en Musical Fidelity V-LPS II phonotrap profiteerden hoorbaar van de upsampling die dus ook op de analoge ingang werkt. Ik ga niet van mijn geloof vallen, hou me ten goede, maar de uitstekende doch nergens opzienbarende kwaliteit van het bescheiden Audio Technica elementje kreeg een forse boost. Meer ruimte, meer detail, meer dynamiek. Wat?!? Ja dus… Vakje vier: check!

Conclusie

De titel gaf het in feite al een beetje weg: CYP heeft me verrast. Zowel de geluidskwaliteit als de afwerking zijn prima en de verkoopprijzen vind ik dan ook zeer realistisch. De AU-D150 zal zich in een systeem waarbij de computer het centrale punt in de entertainmentconsumptie is misschien niet staande kunnen houden naast de net iets duurdere AU-D160, maar wie een oudere cd-speler of een settop-box met een optische digitale uitgang wil opwaarderen kan er uitstekend mee vooruit.

De AU-D160 heeft met zijn uitgebreidere mogelijkheden en iets betere klank echter de beste kaarten van de twee. De AU-D250 is niet te vergelijken met zijn kleinere familieleden. Het is echt het audio-equivalent van een Zwitsers zakmes. Upsampling, a/d-conversie, een prima hoofdtelefoonuitgang en de mogelijkheid om HDMI te gebruiken maken hem tot een product dat in zijn prijsklasse weinig tot geen concurrentie kent. Onbekend maakt onbemind zeggen ze. Dat is helaas waar. Het is dus maar goed dat ze nu niet meer onbekend zijn…

Prijzen:
AU-D150 - 159 euro
AU-D160 - 179 euro
AU-D250 - 699 euro

HiFi.nl plus- en minpunten

AU-D150
+ Fraaie en stevige behuizing
+ Prima geluidskwaliteit
+ Zet USB om naar optisch digitaal

- Blauwe led is te fel
- Geen a-synchrone USB

AU-D160
+ Compacte behuizing met sample-rate aanduiding
+ Betere geluidskwaliteit dan de AU-D150 door a-synchrone USB
+ Hoofdtelefoonaansluiting

- De hoofdtelefoonsaansluiting is goed maar niet geweldig
- Kunststof behuizing is netjes en stevig maar oogt goedkoper

AU-D250
+ Zéér uitgebreide mogelijkheden en uitstekende geluidskwaliteit
+ HDMI, a/d-conversie, upsampling én gebalanceerd analoog uit
+ Uitstekende hoofdtelefoonuitgang

- Afstandsbediening is nogal klein
- Gebruiksaanwijzing is te summier

Meer informatie op de website van importeur AVA.

Kijk ook eens op onze DAC Special