De Apple iPod


Guido de Kanter | 18 augustus 2005

De iPod is het meest gewilde hebbeding ter wereld. Je kunt tegenwoordig bijna geen bus of trein meer instappen, geen drukke straat meer doorlopen en geen fitnesszaal meer binnengaan of je ziet er wel iemand in met witte dopjes in het oor: hét herkenningsteken voor de jeugdige, hippe en hoogtechnologische toonzetters van onze tijd, die zich inmiddels geen raad meer lijken te weten zonder Apple’s muziekspeler op zak.

Rond de iPod is een levendige subcultuur ontstaan. Die beperkt zich niet tot het uiterlijke herkenningsteken van de witte oordopjes: Amerikaanse media maken melding van ipodbezitters die in de trein elkaar hun iPods overhandigen om te kijken wat de ander er voor muziek op heeft staan, en op dansfeesten in Londen geven bezoekers hun iPods aan de DJ zodat hij hun beste muziek in de groep kan gooien. Sommige media refereren aan de generatie die in de late jaren 80 geboren is –degenen die nu de iPod tot grote hoogten opstuwen– als de iGeneration. Dit lijkt een aardige indicatie te zijn voor de grote invloed die Apple met zijn i-producten op de hedendaagse cultuur uitoefent.

Apple was altijd al een merk voor de hippe en creatieve medemens, maar kampte in het verleden met een gestaag dalend marktaandeel in zijn computerverkopen. Inmiddels wordt het bedrijf dankzij de iPod steeds meer tot stralend middelpunt van de begin-eenentwintigste-eeuwse hightech cultuur. Getuige de kwartaalcijfers van juli 2005, zijn er al dik 21 miljoen iPods verkocht. Geen geringe prestatie, zeker niet gezien de gepeperde prijzen waarvoor deze spelertjes over de toonbank gaan.


Geschiedenis


Het succes van de iPod is niet uit de lucht komen vallen. Met de Walkman (1979) gaf Sony het startschot voor een geheel nieuwe klasse van apparaten. Draagbaar, zo compact mogelijk en daarbij elk jaar kleiner. Alleen al Sony verkocht 330 miljoen van deze cassettespelers.

De Discman maakte even later de Walkman digitaal, en de Minidisc maakte digitaal geluid compact. Daarna werd de stap gezet naar de computer.

Het was inmiddels in 1995 toen de bestandsextensie “.mp3” werd gestandaardiseerd en vervolgens hét herkenningsteken werd voor onder MPEG-1 Layer 3 geëncodeerde Cd-muziek. Dankzij de MP3-compressie werd het voor het eerst mogelijk om grote hoeveelheden muziek op de harde schijf op te slaan.

Een paar jaar later verschenen de eerste MP3-spelers op de markt. Ze werkten met Flash (solid state) geheugen, meestal 32 of 64 MB groot. De Rio Diamond was er zo een.

Een speler met 64 MB kon niet meer dan 18 nummers herbergen. Daarbij was de geringe capaciteit nog geen garantie dat het geheugen snel vol te laden was: de toenmalige aansluitingen lieten alleen uiterst trage bestandsoverdrachten toe. Ook was het bedieningsgemak van spelers en computersoftware verre van optimaal.

Een grote verbetering was de komst van harde schijf-gebaseerde portables. Eén van de eerste was de Nomad Jukebox van Creative (halverwege 2000). Dit apparaat was uitgerust met een 6 GB harddisk, koste ruim 1.000 gulden en werkte 4 uur op een batterijlading. Het apparaat was niet volmaakt. Recensenten beklaagden zich over een omslachtige bediening en over, alweer, een langzame bestandsoverdracht. Door de snellere, maar voor 6 GB nog altijd trage USB-aansluiting duurde het wel vijf uur om hem vol te laden met muziek.

Het grootste minpunt moet wel de grootte van het apparaat zijn geweest. De harde schijf was een 2,5”-exemplaar uit de notebook-wereld, waardoor de Nomad Jukebox de omvang kreeg van een flinke Discman.

Revolutie!

Toen Apple op 23 oktober 2001 de iPod introduceerde, sloeg hij in als een bom, met name in kringen van macgebruikers. Het apparaatje veegde in alle opzichten de vloer aan met de concurrentie. Hij was zo groot als een pakje sigaretten, werkte acht uur op een batterijlading en had een FireWire-aansluiting: 30 keer zo snel als USB. Het volgooien van de harde schijf duurde zo nog geen tien minuten. In combinatie met iTunes-software was de muziek op de iPod bovendien makkelijk te beheren.

Het moet benadrukt worden dat de iPod een doorbraak was door de som van zijn eigenschappen: in rudimentaire vorm was alles al eens eerder gedaan, zoals we gezien hebben. Maar de iPod was veel beter doordacht en maakte gebruik van componenten die pas kort op de markt waren.

De belangrijkste nieuwigheid was de 5 gigabyte mini-harde schijf, op het nog niet eerder vertoonde formaat van 45 millimeter. Hij beschikte ook over twee (!) zeer zuinige microprocessors, en een nieuw type hoogrendementsbatterij van Sony. Een speciaal besturingssysteem van het Indiaase PortalPlayer knoopte alles aan elkaar*.

Al vóór de iPod stond Apple bekend om zijn goede design, zowel wat betreft het uiterlijk als wat betreft de bedienbaarheid. De iPod was geen uitzondering.

De iPod doet zijn werk met een minimum aan knoppen. Een draaiwieltje om door het menu te navigeren, een Enter- en een Escapeknop, en verder Play, volgende track, en vorige track. Met deze paar toetsen, tegenwoordig geïntegreerd in één ronde trackpad, voert de gebruiker het commando over de muziekbibliotheek. Verder kan hij of zij kan ook de agenda raadplegen, een spelletje doen en tegenwoordig zelfs foto’s bekijken. De gewenningsperiode is kort.

In de bijna vijf jaar die sindsdien zijn verstreken, zijn talloze wijzigingen en verbeteringen aangebracht. Zo is FireWire vervangen door de iPod Dock Connector die behalve FireWire ook USB 2.0, audio en video transporteert. De iPod kan tegenwoordig dienstdoen als memorecorder, fotoalbum, opslag- en transportmedium voor grote hoeveelheden data, en zo nog wel een paar zaken meer. Hetzelfde gebleven zijn het bedieningsgemak en de smaakvolle vormgeving. Apple had met de iPod een voorsprong van jaren genomen op de concurrentie, en heeft die weten te consolideren.

Niet dat de concurrentie heeft stilgezeten. Inmiddels zijn er spelers van ander fabrikaat die naar men zegt iets beter klinken, langer doen met een batterijlading of er ook leuk uitzien. Maar hoewel de iPod het dus inmiddels op deelaspecten af moet leggen tegen bepaalde concurrenten, vallen die concurrenten op hun beurt weer op andere punten door de mand. Alle opponenten laten nog steeds op minstens één van deze punten steken vallen: stijl, bouwkwaliteit, bedieningsgemak en muziekbeheer. Echte zwakke plekken heeft de iPod niet.

* (Tekst is gewijzigd: het besturingssysteem is afkomstig van PortalPlayer en niet gebaseerd op Linux, zoals eerder stond vermeld.)

Varianten

Inmiddels kent de iPod drie varianten: de klassieke, met een 20 of 60 GB harde schijf (310 euro en 440 euro); de iPod Nano, met een 4 of 6 GB harde schijf (200 euro en 250 euro), en de iPod Shuffle, met 512 MB of 1 GB flash-geheugen (100 euro en 140 euro).

We beginnen met de kleinste. De iPod Shuffle is een heel simpel apparaatje, waarop het traditionele clickwheel en zelfs een display ontbreekt. De Shuffle moet het hebben van willekeurigheid bij het afspelen: de gebruiker kan immers zonder zo’n display niet zien wat er speelt, en al helemaal niet wat er nog komen gaat. Dat verklaart ook de naam Shuffle: standaard worden de aanwezige nummers door elkaar gehusseld bij het afspelen. Gezien de beperkte capaciteit valt er overigens best te leven met de Spartaanse uitrusting van dit model. Verder is de Shuffle als enige van het stel solid state: er zitten geen bewegende delen in. Dat maakt hem de meest geschikte ipodvariant voor gebruik onder moeilijke omstandigheden: bij het joggen, in de fitnesshal, enzovoort. Met een optionele plastic beschermhuls laat hij zich daarbij nog spatwaterdicht maken. Ideaal voor wie nog wel eens flink zweet of de regen niet schuwt.


iPod Nano

September 2005 moest de bestverkochte iPod, de Mini, het veld ruimen. Het mag tekenend zijn voor Apple’s constante drift tot vernieuwing en verbetering dat juist hét grote succesnummer eruit werd gegooid.

De Mini was in feite een miniatuurversie van de allereerste, ‘grote’ iPod: een 4 of 6 GB harde schijf en een zwartwitschermpje. De Nano kiepert dat allemaal overboord. Het scherm is in kleur, de harde schijf is vervangen door 2 of 4 GB Flash-geheugen. Dit maakt een ongelooflijk klein formaat mogelijk: 8,9 bij 4,1 cm en een dikte van nog geen 7 mm (!). Hij is leverbaar in zwart en wit.

Overigens was het niet alleen hosanna wat de klok sloeg: kopers beklaagden zich al vroeg over het kunststof frontje, dat snel bekrast. Apple reageerde verbaasd op alle commotie: het gebruikte plastic zou hetzelfde zijn als bij de traditionele iPods. Hoe dan ook lijkt het best geraadzaam om een beschermhoesje aan te schaffen, ook al legde in één test zelfs het overrijden met een auto de Nano nog niet het zwijgen op.


iPod

Hét cultapparaat blijft nog steeds de ‘grote’ iPod. Leverbaar in 20 GB- en 60 GB-varianten, kunnen ze respectievelijk tot 5.000 en 15.000 nummers bevatten.

Inmiddels zijn ze ook standaard voorzien van een kleurenscherm, waardoor menu’s er veel aantrekkelijker uitzien, en de gebruiker zijn of haar foto’s erop kan bekijken. Een fijn extraatje is Apple’s iPod Camera Connector  (30 euro), een klein plastic USB-verloopje voor gebruik met een digitale fotocamera. Die maakt het mogelijk om onderweg die altijd–te kleine camerageheugens over te zetten op de harde schijf in de iPod, en het camerageheugen voor verder gebruik vrij te maken. Ideaal. Een speciaal videokabeltje (30 euro) maakt de geïmporteerde foto’s vervolgens ook zichtbaar op een TV.

Een bijzondere, in zwart met rood uitgevoerde variant van de iPod luistert naar de naam iPod U2, waarvan de achterkant wordt gesierd met de handtekeningen van de bandleden. De capaciteit is 20 GB.

Zijn 30 euro hogere prijs rechtvaardigt de iPod U2 met een kortingscoupon van 50 euro voor The Complete U2, een te downloaden “box” met 150 U2-nummers uit de iTunes Music Store, die normaal 149 euro kost. Speciaal voor de ware liefhebber, zullen we maar zeggen.

iTunes

Een deel van zijn succes dankt de iPod ongetwijfeld aan het gratis muziekprogramma iTunes, waarmee muziekbeheer –zowel op de iPod als op de computer zelf– heel eenvoudig wordt.

Elders op de site heb ik iTunes een “muzikale duizendpoot” genoemd. Dit gratis te downloaden programma laat Macintosh- en Windowsgebruikers Cd’s archiveren, afspeellijsten aanmaken met hun favoriete muziek, Audio Cd’s en MP3-Cd’s branden, en muziek delen met de gebruikers van een lokaal netwerk. Verder is het programma de poort naar de iTunes Music Store, een online muziekwinkel die inmiddels ook voor de Nederlandse en Belgische consument open staat. De iTunes Music Store is onder de online muziekwinkels wat de iPod is onder de MP3-spelers: de marktleider. Apple heeft 82 procent van de markt in handen (stand mei 2005). Op 18 juli 2005 verkocht Apple zijn 500 miljoenste track. Geen van de vele concurrenten: Sony, Real, Napster en Microsoft – kan met zulke verkoopcijfers pronken.

Kritiek is er wel, en dat mag op een site als Hifi.nl niet onvermeld blijven, op de geluidskwaliteit van het aangeboden materiaal. Apple biedt alles aan in 128 kbit/s AAC. Dat klinkt een stuk beter dan MP3 op dezelfde bitsnelheid, maar nog altijd duidelijk slechter dan Cd. Op internet hebben wel bij herhaling geruchten gecirculeerd als zou Apple zijn muziek ook in hogere bitsnelheden gaan aanbieden, maar dat is tot op heden niet gebeurd.

Voor veel mensen, ook audiofielen, hoeft dat voor mobiel gebruik weinig uit te maken. AAC op 128 kbit/s is een acceptabel klinkende manier om de capaciteit van de iPod te maximaliseren, en dat met slechts 40 procent van het ruimtebeslag van het goed klinkende MP3 op 320 kbit/s, of negen procent van ongecomprimeerd Cd-geluid. Apple’s opgave van 15.000 nummers op de iPod 60 GB is ook gebaseerd op AAC op 128 kbit/s. Zie ook het artikel iPod en Hifi.

Iets om rekening mee te houden, is dat de harde schijf in de iPod niet permanent draait. Dat gebeurt alleen om het 32 MB antischokgeheugen vol te laden met verse muziek, daarna schakelt de schijf weer af. Hoe groter de muziek staat opgeslagen op de iPod, hoe meer de harde schijf in actie moet komen, en dus hoe korter de batterij meegaat. Groter is dus niet in alle gevallen beter.

Een nieuwigheid in de nieuwste versie van iTunes, 4.9, is de download en het beheer van podcasts. Een ander artikel in deze special is helemaal daaraan geweid. Hier vindt u voorts het genoemde artikel dat iTunes gedetailleerd bespreekt. Hier concentreer ik me verder op de specifieke iPod-functies van het programma.

Is de muziekcollectie op de computer kleiner dan de capaciteit van de iPod, dan brengt iTunes simpelweg alle muziek over naar de iPod. Is de iPod te klein om de complete muziekbibliotheek te bevatten, dan synchroniseert iTunes speellijsten die daartoe vooraf door de gebruiker zijn opgegeven. Ad hoc de gewenste tracks naar de iPod slepen werkt natuurlijk ook.
En zo eenvoudig is het eigenlijk. Terwijl de iPod aan de computer hangt, wordt zijn batterij en passant opgeladen, een proces dat ongeveer vier uur in beslag neemt. Daarna is hij weer klaar voor gebruik.

Ander gebruik en toekomst

Behalve als muziekspeler heeft de iPod nog een aantal andere gebruiksdoelen gevonden. Er zijn er al een paar aan bod gekomen: als memorecorder, of als apparaat om diavoorstellingen mee te geven en de digitale fotocamera onderweg mee leeg te maken. De meest voor de hand liggende nevenfunctie is als een omvangrijk, draagbaar reservoir voor digitale bestanden. Alle iPods, van de Shuffle tot de 60 GB, zijn via USB 2.0 op elke computer aan te sluiten en maken snelle bestandsoverdrachten mogelijk. Sommigen gebruiken het apparaat zelfs als een backup-medium: de grootste iPods beschikken over een zodanige capaciteit dat een niet al te groot bedrijf er al zijn bedrijfskritische data op kwijt kan, en in een makkelijk mee te nemen vorm. Weer anderen gebruiken de iPod als bron in hun geluidssystemen. Daarover gaat een apart artikel in deze special.


Toekomst

De iPod heeft Apple veel goed gedaan. Met de iPod en de iTunes Music Store is Apple voor de verandering eens marktleider, en trekt het bedrijf bovendien aandacht toe naar zijn andere belangrijke product: Macintosh computers, naar welke de vraag momenteel sterk aantrekt.

De makkelijkst te voorspellen ontwikkeling voor de iPods van de toekomst is dat hun capaciteit zal groeien. Mini-harde schijfjes kunnen steeds meer data vasthouden, en dat zal dan ook grotere iPods mogelijk maken.

Verder wordt er al lang gespeculeerd over de mogelijkheid om bewegende beelden te bekijken op de iPod. Tot op heden heeft Apple-baas Steve Jobs zich echter steeds sceptisch uitgelaten over video kijken op apparatuur van deze grootte. Niettemin houden de geruchten aan.

En tenslotte is het wachten nog steeds op mobieltjes met iTunes software: het iPodMobieltje. Motorola kondigde zulke GSM’s juli 2004 aan, maar (augustus 2005. Red.) ze zijn nog steeds niet op de markt. Wat daarvan de oorzaak is, is onduidelijk.

Resteert nog de hamvraag: of de rest van de industrie Apple nog zal weten te passeren, hetzij met superieure producten, hetzij in verkoopcijfers. Het bittere lot van de Macintosh, die langzaam maar gestaag tot beneden de vijf procent marktaandeel zakte, ligt nog vers in het geheugen. Ook toen wilde Apple alles solo doen. En weer staat Microsoft tegenover Apple, met in zijn kielzog een groot aantal afgunstige hardwaremakers. Maar gezien de verkoopcijfers en het marktaandeel hoeft Apple zich voorlopig nergens druk over te maken.