SACD, bezoek aan Fred Haanebeek van Sony


Sebastiaan de Vries | 06 februari 2002

Wie de audiowereld al een tijdje volgt (en dat doen de meesten van ons natuurlijk) zal het niet ontgaan zijn dat er een aantal spannende zaken speelt. Afgelopen twee jaar stonden wereldwijd veel audioshows in het teken van de SACD. Een nieuw digitaal formaat, uitgevonden door Sony en Philips. SACD is echter niet het enige nieuwe digitale formaat. DVD-Audio, uitgevonden door Matsuhita (Technics en Panasonic), is de grote concurrent van SACD en het is nog steeds de vraag welke van de twee formaten het gaat winnen.

Dit artikel staat hoofdzakelijk in het teken van SACD. We willen met hifi.nl meer aandacht besteden aan dit digitale formaat, en dit artikel wordt de eerste stap. Het debuut.

We gaan het hebben over de techniek van SACD, het verschil met de ordinaire 16 bits CD die we al kennen vanaf 1982, en natuurlijk de klankmatige verschillen, al zijn die niet in woorden uit te drukken. Deze moet u simpelweg zelf ervaren. Ook zullen we het hebben over het “multichannel” principe, want SACD biedt hiermee onbegrensde mogelijkheden.

Fred Haanebeek van Sony Nederland had me het eerste weekend van februari uitgenodigd om te komen luisteren naar een betaalbare SACD multichannel setup. Ik had een gesprek met hem over SACD, en zijn demoset liet me horen dat ook een relatief goedkope SACD set een superieure kwaliteit kan bieden. Daarover verderop in dit artikel.

De techniek

In het begin van de jaren `80 staken Sony en Philips de koppen bij elkaar en ontwikkelden een digitaal muziek-opslag-medium. De eerste stap werd gezet toen Philips-medewerker Klaas Compaan in 1969 een techniek bedacht om beelden en film op een kunststof schijfje op te slaan. Dit was een schijf vergelijkbaar met de huidige CD, maar dan 30 cm. in doorsnede. Deze schijf werd in 1975 geïntroduceerd als de Laser Vision Disc. De Laser Vision Disc werd de aanleiding om ook geluidsinformatie op een schijfje op te slaan. Tussen 1979 en 1980 hielden Philips en Sony een technical meeting, en besloten gezamenlijk een nieuw digitaal geluid-afspeel-formaat te produceren. Philips had met de Laser Vision Disc veel evaring opgedaan met het optisch vastleggen van beeldinformatie, en Sony had een goede foutcorrectie ontwikkeld. De Compactdisc werd een feit, en op de Firato van 1982 werd deze geïntroduceerd aan het publiek.

Natuurlijk is er een aantal doorslaggevende beslissingen genomen ten aanzien van de Compactdisc. Zo werd er bepaald dat het schijfje 12 cm doorsnede moest zijn. Dit omdat de diagonale doorsnede van een cassettebandje ook 12 centimeter was. De maximale opname duur van 74 minuten is ook geen toeval. Toenmalig Sony directeur Norio Ohga had gestudeerd aan het conservatorium in Berlijn. Het gerucht gaat dat, omdat de negende van Beethoven in zijn langste uitvoering 74 minuten duurt, dit een maatstaaf was voor de speelduur van de compactdisc! Nog een belangrijke beslissing was, dat het schijfje het hele frequentie gebied van 20 Hz. tot 20 KHz. moest kunnen weergeven. Hoger dan 20 KHz. achtte men (toen nog) niet noodzakelijk, daar de mens toch niet hoger kan horen dan 20 KHz.

Om muziek digitaal te kunnen opslaan moet een geluidsgolf omgezet worden in digitale informatie. Dat wil zeggen, binaire combinatie’s van nullen en enen. Deze nullen en enen moeten uiteindelijk in de CD speler weer worden omgezet in de oorspronkelijke geluidsgolf. Het voert hier te ver om de exacte werking van de A/D en D/A converters uit te leggen, maar graag geef ik een beknopte uitleg. In werkelijkheid is het proces ingewikkelder, maar daar zal ik in de toekomst in een vervolgartikel nog uitgebreid aandacht aan besteden. Om een geluidsgolf om te zetten in nullen en enen maakt de compactdisc gebruik van een 16 bits PCM (Pulse Code Modulator) A/D converter. Dit met een samplefrequentie van 44,1 KHz. Dit houdt in dat bij de opslag van een geluidsgolf de A/D coverter 44100 keer per seconde een monster neemt van de geluidsgolf. Hij meet dus 44100 keer de amplitude van de golf. Dit met een woordlengte van 16 bits, wat inhoudt dat er een marge is van 16 bits op het moment van de meting (bitstream converters even uitgesloten).

Om dit beter te begrijpen nemen we als voorbeeld een hoge sopraan. We nemen aan dat dit een toon is van 10 KHz. Zie onderstaande illustratie.


(Afbeelding: http://educo.vub.ac.be/comsite/MM/cursus/3opnverw.htm)

In dit voorbeeld wordt de amplitude (geluidssterkte) als functie van tijd uitgezet, en zien we slechts twee trillingcycli van de in totaal 10000 die er nodig zijn voor een 10 KHz. toon met een duur van één seconde.

In onderstaand figuur zien we hoe de “sampler” van de A/D converter op geregelde opeenvolgende tijdstippen de amplitude van de geluidsgolf meet. Op de vastgestelde ogenblikken (die geregeld worden door een klok, maar dit terzijde) 1, 2, 3, ..., 10, meet hij de amplitudes a1, a2, a3, ..., 10a.


(Afbeeldingen: http://educo.vub.ac.be/comsite/MM/cursus/3opnverw.htm)

Zoals we in dit voorbeeld zien, meet de sampler niet de hele golfvormen, maar op geregelde tijdstippen enkele punten van de golf. Elke meting wordt omgezet in een elektrische spanning, waarvan de waarde gelijk is aan de op dat moment gemeten amplitude. Deze spanningen worden in de A/D converter omgezet in binaire codes van nullen en enen.
In het bovengenoemde voorbeeld wordt er in totaal tien keer een sample genomen, wat dus neerkomt op vijf metingen per cyclus. In totaal dus 50000 keer per seconde. In de werkelijkheid gebeurt dit bij de compactdisc 44100 keer.

Het aantal bits bepaalt de nauwkeurigheid van de meting. Als voorbeeld kunnen we stellen dat de sampler bij elke meting een vertikale meetlat langs de geluidsgolf houdt. Het aantal streepjes op de meetlat bepaalt de nauwkeurigheid van de meting. Simpel gezegd kunnen we stellen, dat meer streepjes staan voor meer bits.

In het onderstaande voorbeeld kunnen we ook meteen de eerste nadelen van de Compactdisc zien. Als alle metingen in een seconde gedaan zijn, dan trekt de processor een lijn door alle puntjes. En zo zien we dat we dus niet de oorspronkelijke geluidsgolf terugkrijgen. Nou lijkt dat voorbeeld dramatischer dan het in werkelijkheid is, daar we hier een moment van 2/10 seconde uitvergroten. Maar toch. Een grammofoonplaat heeft namelijk wel een complete geluidsgolf opgeslagen.



(Afbeeldingen: http://educo.vub.ac.be/comsite/MM/cursus/3opnverw.htm)

Het tweede probleem waar we op stuiten is het beperkte frequentiegebied, met als vervelende bijkomstigheid de noodzakelijke steile lowpass filtering boven 20 KHz. Om een geluidsgolf digitaal goed te kunnen representeren moet de samplefrequentie minimaal twee maal zo groot zijn als de frequentie van het audiosignaal. Omdat 44.1 KHz. de hoogst bereikbare samplefrequentie was, konden audiosignalen met een frequentie van meer dan 22.05 KHz. dus niet juist digitaal gerepresenteerd worden.

SACD werkt volgens een heel ander principe dan het PCM systeem, namelijk volgens het zogenaamde Direct Stream Digital data systeem (DSD). Er zijn twee belangrijke verschillen. In de eerste plaats is de sample frequentie bij DSD veel hoger, namelijk 2.8224 MHz., dit is 64 keer hoger dan de sample frequentie van het PCM systeem zoals gebruikt in een traditionele Compactdisc. Dit lijkt erop dat dit veel meer disc ruimte in beslag neemt. Echter omdat het een 1 bit systeem is (1/16 van het traditionele systeem), resulteert dit uiteindelijk in een vier keer zo grote datacapaciteit. Dit is gelijk het tweede belangrijke verschil: namelijk het gebruik van 1 bit per sample representatie. Dit gebruik van slechts een bit is alleen maar mogelijk omdat de representatie van de golfvorm in bits volledig anders is dan bij het PCM systeem. Waar PCM per sample de absolute amplitude van de golfvorm op dat sample moment benadert, is er bij DSD sprake van een relatieve representatie. Dat wil zeggen dat op elk sample moment de gecumuleerde input van de golfvorm vergeleken wordt met de gecumuleerde input van de golfvorm op voorgaande sample momenten. Is de input hoger dan die van voorgaande sample momenten dan wordt dit gerepresenteerd door een digitale 1, valt de vergelijking negatief uit, dan bestaat de digitale representatie uit een 0. Op deze manier wordt dus het verloop van de golfvorm (de steilheid) weergegeven in plaats van telkens een benadering van de amplitude. In onderstaande figuur wordt dit principe getoond. Aan deze afbeelding kan je ook zien dat de digitale broncode ook een sterke verwantschap heeft met de oorspronkelijke golfvorm.


(Afbeeldingen: http://www.canadapromedia.com/Articles/sacd/sacd.htm)

Door de DSD techniek is er theoretisch een frequentiebereik tot 100 KHz. en een dynamisch bereik tot 120 dB mogelijk. Al heb ik deze specs nog niet terug gezien bij de huidige SACD spelers, maar dit terzijde. Doordat de 1 bit broncode direct op de SACD schijf wordt gezet zijn er geen decimatie en interpolatie filters meer nodig. Dit komt het audiosignaal ten goede!

De SACD schijfjes hebben dezelfde dikte en doorsnede als de normale CD. Er bestaan 3 soorten SACD`s:
1. Single HD Layer. Capaciteit 4,7 Gbyte
2. Dual HD Layer. Capaciteit 8,5 Gbyte
3. Hybrid Disc. De tweede laag is een 16 bits PCM laag,

De Single HD disc is alleen afspeelbaar op SACD spelers, en bevat enkel de DSD data.
De Dual HD Layer disc biedt door de dubbele laag meer opslagcapaciteit, waardoor er meer informatie kan worden opgeslagen voor bijvoorbeeld multichannel, en in de toekomst beeldmateriaal.
Bij de Hybrid disc wordt de tweede laag gebruikt voor 16 bits PCM data, zodat deze ook op normale CD spelers kan worden afgespeeld. De eerste laag bevat de DSD data voor SACD spelers.

Een SACD speler heeft dus twee lasers, zodat ook normale CD`s op een SACD speler kunnen worden afgespeeld.

SACD, bezoek aan Fred Haanebeek van Sony

De Praktijk

Nu heb ik wel een beknopte uitleg gegeven van het principe van DSD, maar wat betekent dit nu voor de klankmatige kwaliteit? Wat zijn de voordelen van deze techniek? In de eerste plaats natuurlijk de al genoemde grotere opslagcapaciteit, wat vooral voor multichannel vele voordelen biedt, maar daarover zo meer. Belangrijker nog is, dat door de hoge samplefrequentie, het nu ook mogelijk is geluiden van meer dan 20 KHz. digitaal op te slaan. Hoewel men altijd dacht dat deze geluiden toch niet gemist worden, omdat het bereik van menselijk gehoor hier niet bovenuit zou komen, is men er nu van overtuigd dat het ontbreken van deze hoge geluiden wel degelijk een negatieve invloed op reproductie van muziek heeft. Ten eerste is de steile filtering boven 20 KHz. hoorbaar, en aansluitend op dit feit, ten tweede zijn frequentie’s boven 20 KHz. wel degelijk van belang.
Al zijn deze hoge frequentie’s niet hoorbaar voor ons, zij produceren ook verschiltonen die in het gebied onder de 20 KHz. komen. Zo ervaren we dat ook in het concertgebouw, en ook in de oeroude LP die wel hogere frequentie’s mogelijk maakt.

Los van de hoge bandbreedte, en het verhoogde dynamische bereik, is SACD ook in staat de oorsponkelijke geluidsgolf beter te benaderen. Een SACD speler kan bijvoorbeeld blokgolven en de daarboven oneven harmonischen vrijwel perfect weergeven. Een CD speler faalt hierin.

Het is moeilijk in woorden uit te drukken hoe een SACD klinkt. Veel audiofielen waren er al achter dat een LP op een goede draaitafel in veel opzichten beter klinkt dan een CD. Een LP klinkt rustiger, natuurgetrouwer en vooral echter.
Een SACD klinkt in directe vergelijking met een behoorlijke highend CD speler aanzienlijk opener, veel minder geknepen, en vooral veel vanzelfsprekender.
De echte gebreken van de CD speler vallen voor de minder getrainde luisteraar pas echt op als er na een LP of SACD ineens dezelfde opname op CD wordt gedraaid. Piano-aanslagen klinken dan op de laatstgenoemde meer geknepen, minder echt en los en het algehele klankbeeld heeft toch een licht spoor van een gecompressed geluid.
Bij SACD demo’s heb ik nooit een schelle piano aanslag of geknepen strijkers meegemaakt. Ik werd elke keer weer gegrepen door de ongelooflijke schoonheid, natuurlijkheid en ragfijne weergave van details.
De totale stilte en rust waarin tonen uit het niets tevoorschijn komen zijn kenmerkend voor SACD en vergelijkbaar met de werkelijkheid in het concertgebouw.

Het vergrote dynamische bereik en de hoge bandbreedte stellen ook eisen aan de overige apparatuur in de installatie. Zo moeten de versterker en luidsprekers in staat zijn de hoge signaalpieken op te vangen, en vervormingsvrij weer te geven. Ook moeten de hoge-tonen-units ineens een veel verder doorlopend hoogbereik hebben.
De audiomarkt speelt hier momenteel goed op in, door geavanceerde producten aan te bieden die in staat zijn het bovengenoemde te doen. Echter zou ik graag meer audiofiele analoge multichannel pre-amps zien. Voor SACD zijn deze een must, omdat een SACD speler alleen analoog uitstuurt. Een receiver vol met toeters en bellen heb je voor pure multichannel SACD weergave dus niet nodig.

Multichannel

Meerkanaalsweergave speelt al langer onder de audiofielen, en vooral de filmfreaks. In de bioscopen bestaat dit fenomeen al heel lang.
Hier wordt dit gedaan in de vorm van DTS, AC3 dolby digital etc. Alle hier genoemden zijn compressietechnieken die afbreuk doen aan de audiokwaliteit. Al moet gezegd worden dat dit bij DTS grotendeels te verwaarlozen is. Echter nu concentreren we ons alleen op SACD.

Bij 5.1 multichannel komt het erop neer dat we maar liefst vijf luidspeakers en een subwoofer in de luisterruimte plaatsen. Wel te verstaan de bekende links en rechts stereo opstelling. Aangevuld door een centerspeaker tussen de stereoweergevers in. Deze vult letterlijk het midden van het klankbeeld in. Achter de luisterruimte worden ook twee weergevers geplaatst, die voornamelijk de natuurlijke reflecties van bijv. de concertzaal weergeven. Omdat het in veel luisterruimtes onmogelijk is om vijf grote (fullrange) kasten te plaatsen wordt het sublaag onder de 80 Hz. van alle vijf kanalen naar een subwoofer gestuurd. Dit is het .1 kanaal.
In eerste instantie was het de bedoeling dat men met multichannel SACD gebruik maakt van vijf fullrange kanalen. Maar nu de bassmanagementtechnieken van de SACD speler al een stuk geavanceerder zijn, is het mogelijk om goede resultaten te behalen met een 5.1 opstelling met subwoofer.

Voor een zo groot mogelijke homogeniteit dienen alle vijf weergevers gelijk aan elkaar te zijn. Is dit om wat voor reden dan ook niet mogelijk, dan is het heel belangrijk om in ieder geval de centerspeaker gelijk te houden met de linker en de rechter luidspeaker. Dit omdat er heel veel muziekinformatie naar het centrumkanaal gaat. Als de centerspeaker te veel afwijkt, dan gaat bijvoorbeeld ineens een viool tonaal uit balans klinken, als deze deels door de linker speaker en deels door de center speaker wordt weergegeven.
Op de tekening hieronder zien we de feitelijke ideale vijf kanaals opstelling (hier zonder subwoofer).

SACD biedt de mogelijkheid om ongecompri- meerd 5.1 weer te geven. Wel heeft men hier een receiver of preamp met analoge 5.1 ingangen voor nodig. Dit omdat een SACD speler dit alleen vijf analoge kanalen uitstuurt.

Veel audiofielen zijn nogal sceptisch tegenover meerkanaalsweergave. Dit komt deels door de in het verleden slechte demo’s van het toen in de kinderschoenen staande surroundsound. Ook krijgt men het idee dat 5.1 weergave onnatuurlijk is, omdat men in het echt ook voor een podium zit, en er niet tussenin. Bij goede opnames is de tonale balans perfect in orde. De achterspeakers laten dan enkel de reflecties horen, die men normaliter in het concertgebouw ook zo ervaart. Hierover straks meer bij het gesprek met Fred Haanebeek van Sony Nederland.

SACD, bezoek aan Fred Haanebeek van Sony

Andere voordelen SACD

Los van de superieure audiokwaliteiten biedt SACD vooral voor de platenmaatschappijen nog andere voordelen. Een SACD is volledig beveiligd tegen kopiëren, door maar liefst vijf beveiligingen. De twee belangrijkste zijn de watermerken die door de PSP (Pit Signal Processing) mogelijk zijn. Een SACD bevat twee watermerken. Een zichtbare, en een onzichtbare. Dit kunnen watermerken zijn in de vorm van een tekst, een code of een afbeelding. Een SACD speler speelt een SACD alleen maar af, als de bovengenoemde watermerken aanwezig zijn.

SACD de toekomst?

Zoals eerder vermeld is SACD niet het enige digitale formaat. DVD-Audio is een geduchte concurrent. DVD audio werkt nog steeds via het PCM principe. Wel verder geavanceerd tot een woordlengte van 24 bit, en een samplefrequentie van 192 KHz. in twee kanaalweergave.
Tussen SACD en DVD-Audio is het nog steeds een strijd wie er gaat winnen en het is niet te zeggen welk formaat de standaard gaat worden. Het is inmiddels wel duidelijk dat het niet mogelijk is dat beide formaten naast elkaar gaan bestaan, dus vroeg of laat zal er een winnaar naar voren komen.
Door de goede kopieerbeveiliging, de ongecomprimeerde multichannel mogelijkheden en de superieure klankkwaliteit heeft SACD een sterke troef in handen.

Dit jaar is de derde fase van het SACD project ingegaan. De derde fase houdt in, dat SACD gaat worden geïntroduceerd aan de minder audiofiele consument. Vanaf € 499,- is er nu al een SACD speler te koop. Ook zullen er meer commercials ter promotie van SACD komen.
Verderop dit jaar gaan er meer SACD spelers komen, van verschillende fabrikanten. Hieronder de fabrikanten die hebben toegezegd SACD spelers te gaan produceren, of dat al doen: Accuphase, Aiwa, Burmester Audiosysteme, Classe Audio, Denon, Kenwood, Krell, Linn Products, Linderman, Luxman, Marantz, Mechanical Research, Musical Fidelity, Nakamichi, Onkyo, Philips, Pioneer, Sharp, Sony, Teac, van Medevoort en Yamaha.

Ook komen er steeds meer platenlabels die ook SACD opnames gaan produceren.
Belangrijke labels als EMI, Univeral en Virgin hebben toegezegd. Hieronder nog een verdere lijst van Labels, en het zijn er intussen al meer geworden: A-records, ASV, Audio-B, AudioQuest Music, BIS, Buzz Records, Challenge Records, Channel Classics, Chesky Records, Delos, Denon, Digidance, DMP Records, EMI, Exton, Fonè, Groove Note Records, Hyperion Records, In-Akustic Indigo, Lyrinx, Linn Records, Mo`bizz records, Octavia Records, Opus 3,
Sony Music Entertainment International, Sony Music Entertainment (Japan), Telarc, Univeral, Virgin Records en Water Lily Acoustics.
Momenteel zijn er al meer dan 700 titels leverbaar.

Persoonlijk denk en hoop ik dat SACD het toekomstige formaat gaat worden. Het is een prachtig product, waar ik vierkant achter sta en ik zal er dan ook alles aan doen om dit te promoten.

Het Bezoek aan Fred Haanebeek, Sony Nederland

Het eerste weekend van februari werd ik warm onthaald door Fred Haanebeek (Press Relations Officer Sony Nederland). De voornaamste reden van mijn bezoek was het beluisteren van een betaalbare Sony SACD multichannel set. Deze producten sluiten aan op de derde fase van het SACD project en laten horen dat een superieure multichannel set nu betaalbaar is.

Fred is zelf enthousiast muziekliefhebber en audiofiel. Fred kon in het begin maar niet wennen aan de CD en greep steeds terug naar de LP. Pas toen er een opname van Joe Jackson op CD verscheen, die ik ook op LP had, vond ik de CD eindelijk redelijk fatsoenlijk klinken. Van de overige opnames die ik op CD en LP heb, bleef ik de LP preferen boven de CD. Fred erkent dat de CD in bepaalde opzichten geknepen klinkt. Met de introductie van de eerste Sony SCD-1 SACD speler veranderde er het een en ander. Ik nam de SCD-1 mee naar huis, en sloot hem snel aan. Dit was mijn eerste kennismaking met SACD, en ik had voor mij totaal onbekende muziek op SACD.
Voor het eerst maakte ik mee dat ik een SACD startte, en een uur ademloos naar deze onbekende CD heb geluisterd. Ik werd betrokken bij de muziek, en zat met kippenvel en verbazing op de bank te luisteren naar de immense schoonheid van dit nieuwe formaat
. (Hetzelfde overkwam ondergetekende persoonlijk ook - SdV).

Kort daarna ging Fred met de SCD-1 op bezoek bij de bekende kabel- en element-bouwer A.J. van den Hul. Er werd een CD gestart, en na drie seconde zette Dhr. van den Hul de speler op pauze en zei: ik koop hem. Net zoals vele anderen was ook hij meteen overdonderd door de sublieme klankkwaliteit.,

Fred liet me op zijn eigen set (bestaande uit een Krell PAM5 voorversterker, Sony SCD-555ES SACD speler, zelfbouw klasse A eindversterkers en de B&W CDM-7 weergevers) een vergelijking horen tussen een gewone CD, en een SACD. Het was een identieke opname die zowel op CD formaat, als SACD formaat was opgenomen. Het is een voor mij onbekend muziekstuk, met een contrabas, een vleugel en een accordeon. We beginnen met de SACD versie. Wat ik hoor is een enorm gestoken klankbeeld, met nergens een spoor van hardheid of agressie. De vleugel klinkt fantastisch, en je hoort echt het hout van dit instrument. Dit is moeilijk uit te leggen, maar het is een typische klank die ik precies zo ervaar als ik zelf speel. De accordeon klinkt levensecht, evenals de contrabas.
Nu draaien we hetzelfde stuk, maar dan de 16 bit PCM CD versie. Met het intro valt me meteen het wat hardere hoog van de vleugel op. De houtklank is weg, en de instrumenten staan minder los in de ruimte. De accordeon klinkt minder vrij en de contrabas logger. Dit valt pas op als je terugschakelt van SACD naar CD. Voor mij is het echt een enorm en doorslaggevend verschil. Bij SACD hoor je niet alleen maar de tonen van de instrumenten, maar het lijkt echt net alsof het instrument en de persoon die het bespeelt in de huiskamer staan.
Ik kan me voorstellen dat als je eenmaal SACD gewend bent, je nooit meer terug wilt naar de CD. Nogmaals, het is heel erg moeilijk uit te leggen en iedereen die dit artikel leest moet het zelf een keer ervaren om het te kunnen geloven en begrijpen.

Vervolgens gaan we naar de bovenverdieping, waar een betaalbare Sony SACD multichannelset staat opgesteld. De set bestaat uit de volgende componenten: Sony STR DB-1070 QS multichannel receicer (euro 1091), Sony SCD XB777 QS multichannel SACD speler (euro 681,82), Sony SA-WD 200 (euro 665) en Sony SS LA-500 monitorspeakers (5x) (euro 250 p/st.). In deze setup was alles bekabeld met de van den Hul integration hybrid interlinks, en de van den Hul Clearwater luidsprekerkabels.

Al snel werd duidelijk dat deze set meer is dan zomaar een multichannel set. Zo zijn de SS LA-500 monitor luidsprekers bijvoorbeeld uitgevoerd met een zeer stijve behuizing uit een magnesium legering. De tweeter dome’s zijn opgebouwd uit koolstof. Fred vertelde mij dat een Japanse engineer tijdens een show een van de tweeter-domes op de grond liet vallen. Die koolstof dome’s zijn zo licht, dat hij als een blaadje langzaam naar beneden zweefde.
De actieve SA-WD200 subwoofer heeft ook een aantal innovatieve snufjes. Zo zijn de door een 250 Watt digitale versterker aangestuurde bolvormige alumunium woofers knoerthard, en zullen deze nooit of te nimmer opbreken. De spreekspoel neemt de gehele buitenrand in beslag, waardoor de woofer van buiten worden aangestuurd.

In de relatief kleine kamer laat deze set een zeer natuurgetrouw klankbeeld horen, waarbij de magie van SACD nog ruimschoots naar voren komt. Nergens hoor ik de losse speakers apart spelen. Ik beleef een homogeen klankkarakter, waarbij ik echt de illusie krijg daadwerkelijk in het concertgebouw aanwezig te zijn.
De Hybride SACD van het Budapest concert die ik al een tijdje bezit klinkt wonderschoon, en laat mij weer kippenvel krijgen.

Thuis op mijn eigen set heb ik al vaak de PCM CD versie gedraaid, maar nu ik in multichannel de SACD laag hoor, vallen me weer nieuwe details op. Het multichannel principe voegt daadwerkelijk en enorm stuk realisme toe aan deze prachtige opname. Nooit valt het me op dat er ineens speakers achter me staan, want het klinkt allemaal zo vanzelfsprekend. Het valt pas op als je de achterspeakers ineens zou uitzetten.
Vervolgens draaien we nog verschillende multichannel opnames zoals Far More Drums van de Robert Hohner percussiegroep (DMP-SACD10), The Stranger van Billie Joel (Columbia 4911846)) , Full Circle van het Pilhofer Jazz Quartet (DMP SACD14), Prieres San Paroles, Hardenberger/Preston (Bis Records Bis SACD11) , het door Eelco Grimm schitterend opgenomen Exceptional Masterpieces van het Combatimanto Consort (Bona Nova PCCC-10011SA), en nog wat andere muziekfragmenten.
Telkens weer valt de enorme natuurgetrouwheid op. Hoewel dit in feite een budgetset is, klinkt de set als een zeer en zeer goede highend set, en verslaat het vele sets in termen van realisme en harmonische rijkdom. Voornamelijk zal dit komen door het sublieme karakter van SACD, en het feit dat we multichannel draaien. Toch moeten de speakers en de receiver ook van een behoorlijke kwaliteit zijn, anders was dit realisme nooit mogelijk.
Als enig kritiekpunt valt me op dat de plaatsing wat laag is, waardoor ik steeds het gevoel heb alsof ik op het balkon naar benden kijk.

SACD, bezoek aan Fred Haanebeek van Sony

Conclusie

Voor wie de stap durft te zetten is SACD in zowel multichannel als stereo een ware verbetering in muziekreproductie. Voor rond de 3000 euro kan men al een set op topniveau neerzetten. Dat dat kan bewees de demoset bij Fred Haanebeek.

SACD biedt onbegrensde mogelijkheden. Je kan zo ver gaan als je zelf wilt. Zo lieten eerdere demo’s van Philips met vijf B&W Nautilus 801’s versterkt door Passlabs monoblokken horen (lees ook: verslag SACD demo op VAD Show 2001 - red.), dat de klankkwaliteit met highend apparatuur naar een ongekend niveau kan worden gebracht.
Ik moet eerlijk zeggen dat SACD de draaitafel toch echt wel verslaat en haast dezelfde natuurgetrouwheid biedt als de LP. Al zal een highend draaitafel met dito element nog een klein stapje beter zijn (wat ik toch echt betwijfel), dan wint SACD met zijn multichannel mogelijkheid het met grote voorsprong in termen van realisme, rust en stilte en niet te vergeten duurzaamheid.
SACD en multichannel hebben mijn horizon verbreed, en ik ben ook vastbesloten een dergelijke systeem in de toekomst aan te schaffen.

SACD is ondertussen voor iedereen financieel bereikbaar is en geloof me, eenmaal SACD gehoord, en je wilt het hebben. Ook op het vlak van de muziek zelf, is steeds meer software beschikbaar, zowel in stereo, als multichannel. Er moet echter nog veel via het internet besteld worden, maar de bedoeling is dat we in de toekomst steeds meer SACD’s in de platenzaken gaan vinden.

DVD-Audio is tevens een grote stap vooruit in digitale techniek, maar het verschil tussen DVD-Audio en SACD is voor mij persoonlijk als volgt. Bij DVD-Audio dacht ik van, Wow, wat open en los!. DVD-Audio is ook echt wel een goed formaat. Bij SACD werd ik helemaal stil en werd ik naar een andere dimensie gebracht. Het betrekt je op een magische manier bij de muziek. SACD is niet ietsje beter, SACD is een geheel eigen muziekbeleving. En voordat mensen denken dat we alleen maar leuke verhalen willen schrijven, dit is mijn oprechte mening, waar ik vierkant achtersta en mijn verantwoording voor neem.: SACD raakt me in het hart en ik meen het ook vanuit mijn hart.

Tot slot wou ik het de analoog liefhebber niet ontnemen deze foto`s even te laten zien. In tegenstelling tot deze moderne techniek, hier waar het mee begon. Een analoge 78 toeren draaitafel met interne hoorn uit 1909. Fred’s passie en hobby. Je moet hem nog opwinden, en de versterking gebeurt geheel zonder electronica. Direct van de naald naar een grote hoorn. En ik moet zeggen, de klank van koper en blazers heeft echt wel wat.

Ik eindig dit artikel met mijn hartelijke dank naar Fred Haanebeek voor zijn gastvrijheid en demo. Tot slot zou ik zeggen. Go SACD!

(Voor vragen op en of aanmerkingen over deze materie kunt u me natuurlijk mailen.)

Interessante links

Hardware
http://www.sharp-usa.com/products/TypeLanding/0,1056,s61,00.html (Sharp SACD speler)
http://www.sacd.philips.com/intro.html (Philips SACD en algemene info)
http://www.accuphase.com/dc_dp_e.htm#dp-100 (Accupahse DP-100/DC-101SACD loopwerk en converter)
http://www.sony.nl/Sacd/ (Sony SACD Nederland)
http://www.sel.sony.com/SEL/consumer/sacd/static/(Sony SACD hardware, en algemene info)
http://www.marantz.com/hifi/europe/index.html (Marantz)

Online SACD softwarestore
http://www.super-audio.de/
http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/B00005OAIB/002-0120606-4418436
http://www.ccnc.de/aktuelles.html

SACD Algemeen
http://www.audiorevolution.com/equip/dvdavssacd/ (SACD Techniek)
http://www.soundreproduction.com/discussion/sacd_fo