Net als in muziek en beeldende kunst is ook in de cinematografie alles al eens gezegd, en kan er alleen nog maar gevarieerd worden op eerdere kunstuitingen. Die even sombere als breed gedeelde cultuurvisie wordt door de jonge Hongaarse filmmaker György Pálfi op uitzinnige wijze aan de laars gelapt in de langverwachte opvolger van zijn debuut Hukkle.
Taxidermie, het opzetten van dieren, is het beroep van de laatste van drie generaties mannen die kort geportretteerd worden in deze woest bruisende film, die de mens primair als een organisch, vleselijk wezen toont. Drie generaties is de tijdsspanne die een mens overziet, en daarin kan veel veranderen.
Het drieluik begint in de oorlog, met een zwaar oversekste soldaat. Zijn lusten brengen hem tot soms pijnlijke noodgrepen – het geslacht door een schutting steken is link als er aan de andere kant kippen lopen. Zijn orgasmen zijn er niet minder hevig om: hij schiet regelrecht het heelal in, al dan niet met vlammen erbij. Dat hij leeft als een varken wordt wel erg letterlijk genomen, maar als hij uiteindelijk een kind krijgt met een staartje wordt dat er wel meteen afgeknipt.
De eigenschappen blijken echter overgeerfd: in het communistische tijdperk toont de zoon zich een groot kampioen in de eetsport. De wedstrijden zijn een waar spektakel waarbij zo snel en veel mogelijk eten naar binnen gewerkt moet worden. Tussendoor is het massaal kotsen geblazen. Dat de kampioen uiteindelijk verwordt tot een gigantisch (en) vervelend wezen blijkt in deel drie, waarin de volgende generatie, een depressieve dierenopzetter, via een ingenieuze constructie zichzelf tracht op te zetten. Als dat geen cultuurkritiek is, dan weet ik het ook niet meer.
Het moge duidelijk zijn dat Taxidermia niet de meest smakelijke of fijngevoelige film is, verre van. Visueel is er veel te genieten; de walging is met veel precisie vormgegeven in geniaal gecomponeerde beelden, met de intensiteit van een videoclip. Geen film om gezellig met een hapje erbij te verorberen. Naast de viezigheid wordt er een karrenvracht aan ideeen over de kijker uitgestrooid, die intrigeert, verbijstert en aanzetten tot nadenken en meteen opnieuw opzetten van de DVD. Daarbij zie je steeds nieuwe verbanden en verwijzingen. Bijvoorbeeld hoe de hedendaagse obsessie met de fysieke verschijning geïllustreerd wordt met een poster van Michael Jackson aan de muur.
De rijke detaillering van de beelden komt goed tot zijn recht op de mooi gemasterde DVD, waarop ook nog een 43 minuten lange making of te vinden is. György Pálfi is een filmmaker met een hoogst originele visie, die hij compromisloos en met verve verdedigt. Als hij dit volhoudt valt er nog veel van hem te verwachten. Twee briljante films heeft hij in ieder geval al op zijn naam.
Aanvullende informatie:
Hongarije/Oostenrijk/Frankrijk, 2006
Speelduur : 86 minuten
Regie: György Pálfi
Productie: Alexander Dumreicher-Ivanceanu e.a.
Scenario: György Pálfi naar de verhalen van Lajos Parti Nagy
Camera: Gergely Pohárnok
Montage: Réka Lemhényi
Art direction: Adrienn Asztalos
Muziek: Amon Tobin
Met: Csaba Czene, Gergely Trócsányi, Piroska Molnár, Adél Stanczel
Beeld: 1:2,35, anamorf; extra’s 1:1,33
Geluid: Dolby 5.1
Filmdistributie: Contact Film
Uitgave: de Filmfreak
Website film: www.taxidermia.hu