Wolfgang Amadeus Mozart leefde van 1756 tot 1791. Een beetje rekenen leert dat 2006 een jubileumjaar is: 250 jaar geleden geboren. Aanleiding voor een ware lawine aan nieuwe opnamen van de toch al bepaald niet vergeten componist. Leden van het Concertgebouw namen als kamerorkest met solisten uit eigen gelederen vier concerten voor evenzoveel blaasinstrumenten op, en het resultaat is een fijne, niet te versmaden SA-CD.
Achtereenvolgens aan bod komen de hoorn, fluit, fagot en de hobo. Het is maar een selectie, want Mozart schreef voor ieder toen bekend blaasinstrument tenminste één concert.
De stukken hebben vaak een onduidelijke ontstaansgeschiedenis, maar allemaal kennen ze dezelfde opbouw: drie delen, snel – langzaam – snel, het laatste deel in rondovorm.
Van het eerste hoornconcert ging het langzame deel verloren, als veel andere gelegenheidswerken. Mozart schreef zijn concerten vaak speciaal voor de solisten, in het geval van zijn hoornconcerten de Salzburgse kaashandelaar Joseph Leutgeb.
Mozart had naar eigen zeggen een hekel aan de fluit, maar dat is aan het fluitconcert bepaald niet te merken. Fagot en hobo zijn bijzondere maar ondergewaardeerde instrumenten met een geheel eigen klank, die je niet dagelijks in solocontext tegenkomt. Het aardige van deze CD is, naast dat er geweldig op gemusiceerd wordt, de variatie. Zou een hele CD met concerten voor één blaasinstrument vooral interessant zijn voor specifieke liefhebbers, deze opzet is zo afwisselend dat ook anderen verleid worden door de charmes van alle vier de instrumenten.
In de toelichting bij het schijfje haalt Frits Vliegenthart Mozart-kenner Robert Levin aan, die betoogt dat de blaasconcerten bij Mozart sterk lijken op zijn aria’s. Adem is natuurlijk de drijvende kracht achter zowel zang als blaasinstrumenten, en daardoor is blazen ook een soort van zingen. In ieder geval komt de muziek erg natuurlijk, organisch over, maar zit daarnaast als altijd bij Mozart onnavolgbaar ingenieus in elkaar. Schijnbaar vanzelfsprekend wordt een massa aan muzikale ideeen uitgewerkt – een van de redenen dat de componist nog steeds zo eindeloos weet te boeien.
Plezier hebben de virtuoze muzikanten van het Concertgebouw kamerorkest zeker gehad. Hun uitvoeren stralen het uit, samen met de liefdevolle toewijding voor hun instrument en voor de muziek. Een erg aantrekkelijke, prachtig klinkende uitgave.
Aanvullende informatie:
Speelduur: 71:06
Jacob Slagter, hoorn
Emily Beynon, fluit
Gustavo Nunez, fagot
Alexei Ogrintchouk, hobo
Concertgebouw Chamber Orchestra o.l.v. Henk Rubingh
Stukken:
Horn Concerto No. 1 in D K. 386b
Flute Concerto No. 1 in G K. 313/285c
Bassoon Concerto in B flat K. 191/186c
Oboe Concerto in C K. 271k/314
Uitgave: PentaTone
Distributie: Codaex