Op CD’s van het beroemde Schotse apparatenmerk Linn staat rond het gaatje gedrukt: ‘This CD sounds even better through a Linn CD player’. Het begon ooit met vinyl: om demonstratiemateriaal te hebben in een tijd dat slechte persingen de norm waren ging de producent van de beroemde platenspelers maar zelf muziek opnemen en persen. Legendarisch werden de fantastische eerste twee platen van The Blue Nile op het label.
Inmiddels is er een ruime collectie, onderverdeeld in Jazz, Classical en Scottish. Hoewel de platenspelers bepaald niet aan kwaliteit ingeboet hebben voert het platenlabel tegenwoordig CD’s, sinds enige tijd ook de Super Audio variant. Meestergitarist Martin Taylor is zowel Jazz als Schots. Twee van zijn Linn albums werden recentelijk als SACD opnieuw uitgebracht, hybride, waarbij ook nog het HDCD lampje gaat branden indien de speler die mogelijkheid biedt. Spirit of Django (1994) en Artistry (1992) zijn twee heel verschillende werken, die beiden na de release enthousiast onthaald werden. Constante factoren zijn het virtuoze spel en, maar dat mag geen verrassing zijn, uitmuntende opnamekwaliteit.
Taylor kreeg de jazzgitaar met de paplepel ingegoten door zijn vader Buck Taylor, zelf ook jazzmuzikant. Eerste inspiratiebron was Django Reinhardt, de Belgische zigeunergitarist (1910-1953), die met een door brand verminkte hand een unieke speelstijl ontwikkelde. In de Hot Club van Parijs musiceerde hij met onder meer Stephan Grappelli, die op zijn beurt weer met Taylor samenspeelde. Martin Taylor kent deze stijl dus op zijn duimpje, maar de plaat Spirit of Django is niet bedoeld om deze klakkeloos te reproduceren. Zoals de titel aangeeft wil hij primair muziek maken ‘in de geest van’ Django, dus worden ook moderne nummers gespeeld zoals Django, die tijdens zijn korte leven ook niet vies was van een experimentje, dat gedaan zou kunnen hebben. Taylor soleert met snelle loopjes op de akoestische zigeunergitaar, met zo’n typisch klein ovaal klankgaatje, en wordt vergezeld door Dave O’Higgins op sax en Jack Emblow op accordeon. De ritmesectie bestaat uit John Goldie (gitaar) en Alec Dankworth (bas). Naast origineel werk van Reinhardt en Grappelli zijn er onder meer eigen stukken van Taylor, een Gershwin song en als opvallendste nog het slotnummer: de hit Johnny and Mary van Robert Palmer. Deze versie werd in Engeland vooral bekend via een reclamespotje.
Artistry is een totaal andere plaat. Hierop speelt Taylor helemaal alleen op een speciaal voor hem ontworpen elektrische gitaar. Het element is zo afgesteld dat de drie lage snaren naar het ene kanaal gestuurd worden, en de rest naar het andere. Dat geeft een extreem stereo effect, zo sterk dat het vaak twee gitaren lijken. De opname, geproduceerd door voormalig Yes gitarist Steve Howe, is ongenadig direct en verhult niets. De gitaar staat in de kamer, met alle oneffenheden goed hoorbaar. Heel echt, maar niet per definitie prettig. De baslijnen van Day Tripper bijvoorbeeld, hier als Beatles tweeluik gekoppeld aan het prachtige Here There and Everywhere, zijn te snel om zuivere tonen mogelijk te maken, zelfs met de snelle vingers van Taylor. Daar kletteren de snaren dus flink. Het repertoire is verder een uitgelezen selectie standards, te beginnen met een fraai uitgesponnen versie van Polka Dots and Moonbeams.
Beide platen bieden over het algemeen fraai opgenomen, prettig klinkende muziek, staalkaartjes van virtuositeit. Te gebruiken als behang, om te bewonderen of om een installatie te demonstreren. Echte liefhebbers van het genre zullen er heel anders over denken, maar persoonlijk vind ik het repertoire en de stijl een beetje oubollig, waarbij in de loop van de tijd enige verveling optreedt. Wel blijft het razend knap en aangenaam kabbelend, en daar is niks mis mee.
Aanvullende informatie:
Spirit of Django: 11 tracks, speelduur 60:30, AKD 235
Artistry: 11 tracks, speelduur 50:12, AKD 237
Label: Linn records www.linnrecords.com
Website Martin Taylor: http://www.martintaylor.com