REVIEW

Patti Smith - Trampin`

Jan Luijsterburg | 20 mei 2004

Je hebt van die artiesten die met de jaren alleen maar beter worden, net als een goede wijn niets aan zeggingskracht of energie inboeten. Patti Smith is inmiddels 57, maar maakte met Trampin` een uiterst urgente rockplaat.

Patti Smith - TrampinGeef een maatschappelijk bewogen Amerikaanse zangeres een president als George Bush en landgenoten die hem volgen - logisch dat ze woest wordt. Kwaadheid en ellende, dat geeft toch vaak de mooiste platen.

Als je het werk van Smith chronologisch geordend op tafel legt ontstaat een mooi symmetrisch patroon. Dat wordt met de volgende plaat natuurlijk weer doorkruist, maar toch. Links leggen we de vier klassieke LP`s uit de jaren zeventig. Het onovertroffen Horses uit 1975, het duistere en dwarse Radio Ethiopia (1976) en de toegankelijkere hitalbums Easter (1978) en Wave (1979). In het midden ligt Dream of Life uit 1988, gemaakt met echtgenoot Fred `Sonic` Smith. Na het opvoeden van de kinderen en overlijden van Fred volgden vier CD`s die we rechts leggen. Gone Again (1996) en Peace and Noice (1997) stonden in het teken van de rouw. Op Gung ho (2000) kwam de wereld weer aan bod, wat doorgetrokken wordt op het nieuwe hoogtepunt in dit in de tijd gespleten, maar muzikaal opvallend hechte oeuvre. De band is sinds de comeback ongewijzigd, en Lenny Kaye en Jay Dee Daugherty zijn er zelfs vanaf het begin bij.

Foto gemaakt door Patti SmithGrof gezegd bestaat het werk van Patti Smith uit twee soorten nummers: met melodie en zonder. Die laatste categorie betreft steevast lange exegeses op een simpele riff, stukken met een climax en een boodschap, gedichten in een spannende, veelal geïmproviseerde verpakking. Sinds Land op Horses waren die niet meer zo geslaagd als de twee lange stukken op Trampin`: Gandhi en vooral het woedende hoogtepunt Radio Baghdad, waarin Bush de `shock and awe` van zijn krankzinnige oorlogsspelletjes ruim twaalf minuten lang stevig om zijn oren krijgt.

Liedjes zijn er in alle varieteiten. Lieflijke ballads en stevig dampende rocksongs wisselen elkaar af. Hoe aanstekelijk de knalharde riffs ook zijn, het meest val ik toch voor serene ballads als Cartwheels, Tresspasses en het afsluitende titelnummer. Deze door dochter Jesse op piano begeleide negro spiritual werd in de jaren 50 bekend door Marian Anderson, en aan haar werd het nummer opgedragen.

Na acht albums voor Arista is Trampin` de eerste CD van Smith voor Columbia records. Een label waar zij zich graag mee zegt te associeren, met legendes als Bob Dylan, Miles Davis en Glenn Gould. Daar voeg ik graag nog even Jeff Buckley aan toe, die ook nog kort met Smith samenwerkte. En om te weten hoe groot de invloed van Patti Smith zelf is, luistere men een paar seconden naar P.J. Harvey.

Voor het eerst was Smith in de gelegenheid zelf met haar band de productie te verzorgen. Deze vrijheid loont: Trampin` klinkt fantastisch, echt en natuurlijk, zoals dat hoort een artieste waarbij puurheid hoog in het vaandel staat. Overdubs werden tot een minimum beperkt, enkele nummers zelfs geheel live in de studio vastgelegd. Patti zingt beter dan ooit. Gezond leven houdt de stem in takt, zodat een rijk emotioneel leven vloeiend de keel uit, de huiskamer in stroomt.

Een bewonderenswaardige, relevante en belangrijke plaat, begeleid door een mooie website met aanvullende informatie, waaronder teksten en toelichtingen bij de nummers.

 

Aanvullende informatie:
11 tracks, speelduur 63:36
Label: Columbia www.columbiarecords.com
Distributie: Sony www.sonymusiceurope.com
Website Patti Smith: www.pattismith.net

 






EDITORS' CHOICE