Als er één naam synoniem is voor het woord platenspeler, dan is het Thorens. Ver voor mijn geboorte maakte Thorens al platenspelers, kort na mijn geboorte kwam de TD124, die door liefhebbers gekoesterd wordt, gevolgd een reeks van TD150 en TD160 spelers.
De magie van een Thorens wist ik zelf rond 1975 tot werkelijkheid te maken met een TD150, die daarna jaren lang dienst heeft gedaan. Dat hij verdween had meer te maken met een tijdelijk verlies in interesse in vinyl dan met de staat van de speler. Hoe dom dat de TD150 naar de schroot ging. Hoe leuk daarom dat er weer eens een Thorens staat. Een TD295 Mk 4, een speler die door de evolutie en toepassing van nieuwe materialen ver van de oer draaitafel verwijderd is.
De Thorens die ik geleverd kreeg heeft een anigré (soort donker beuken) gekleurde bovenplaat. De speler is ook in zwart leverbaar. Een heldere stofkap scharniert aan de achterzijde. Gemonteerd is een arm die vrijwel zeker van Pro-ject komt. De arm is dun en recht. Een vierpunt ophanging vormt de lagering.
Fijn is dat de arm in hoogte instelbaar is, wat de keuze in elementen ruim maakt. Door het lichte gewicht kan de arm elementen met een hoge compliance aan. Hij is minder geschikt voor stugge MC elementen. In de arm is een Audio Technica AT95E element gemonteerd dat los een verkoopprijs van ongeveer 40 euro heeft. Het plateau is van gietijzer, met de hand uitgebalanceerd, en afgedekt met een viltmat. Daaronder een plastic subplateau waar de snaar omheen loopt. De spindel loopt naar onder uit in een olie lager. De motor is een wisselstroommotor met elektronische sturing. Omschakeling van 45 naar 33 toeren is een kwestie van een knopje indrukken. De speler staat op simpele plastic voeten die licht veren. De afwerking van de platenspeler is netjes en compleet. Helaas was het element was niet goed gemonteerd waardoor de fouthoek onnodig groot wordt. Dat is direct na het uitpakken gecorrigeerd. De speler vanuit de doos opbouwen tot hij speelklaar is, is verder een fluitje van een cent.
Het Audio Technica element is een Moving Magnet type met een elliptische naald vorm. De uitgangsspanning is 3,5 mV bij 1 kHz op 5cm/sec snijsnelheid. Gewenste afsluit impedantie is 47 kOhm en het element is weinig kritisch voor de capaciteit of inductie van kabels of phonotrap. Het frequentiebereik dat is opgegeven loopt van 20 Hz tot 20 kHz, maar Audio Technica specificeert niet de grenzen. De compliance is met 20 gemiddeld. Aanbevolen naaldkracht ligt op 2 gram.
Set
De Thorens is aangesloten met de eigen interconnect op een Goldring PA 1 phonoversterker. Die op zijn beurt met een Linn Analogue kabel aan een Van Medevoort MA240 versterker hangt. Vandaar uit met Chord Company Odyssey 4 luidsprekerkabel naar Impulse IMP luidsprekers. Ter ondersteuning van de laagweergave staat er een Dynaudio Sub 250 subwoofer. Ik ontkoppel de speler van de ondergrond met een setje Master Base Mbase/1. Digitale tegenhanger is een Marantz CD63SE, uitsluitend als loopwerk ingezet, waarin een Trichord Clock 2 zit. Een Musical Fidelity d/a converter zorgt voor de omzetting van het digitale signaal naar analoog. Stroomvoorziening netje opgebouwd met Supra componenten.
Spinning round
Een platenspeler is pas leuk als hij muziek maakt. Niet dat de Thorens geen mooie speler is, maar het is geen design speler in glanzend acryl en chroom die heel gelikt op de kast staat. Eerst goud van oud met Dire Straits en hun album “Sultans of swing”. Een lekkere strakke bas komt los in de luisterruimte. Ik zit al snel mee te wippen met de muziek, het ritme dat is bepaald door de bas en de drums. Drums en bas vallen samen terwijl ze toch steeds afzonderlijk hoorbaar zijn. Ten opzichte van een vorige speler, die heel wat goedkoper was, is het gevoel voor ritme veel sterker aanwezig. Iets waar ik persoonlijk voor val.
Het gitaarwerk van Knopfler spettert als gewoonlijk. Stemmen zijn licht verkouden, dat wil zeggen, ze hebben een neusklank. Mogelijk veroorzaakt door het afvallende hoog en laag. Want de Audio Technica zoekt het voornamelijk in het middengebied. Niet onaangenaam, wel een beetje duf. Ook Sade met haar LP “Promise” heeft last van de neusklank. Het stereobeeld is breed genoeg om de muren naar de kant te drukken. Dynamisch is de combinatie van speler en element sterk. Muzikaal ben ik niet heel erg onder de indruk, een meer harmonieuze weergave mag best. “Sweetest taboo” vult de kamer met een swingende bas. Percussie blijft in dit geval achter door de afval in de hoge tonen. Het element is duidelijk de rem naar een betere weergave. Waar de Audio Technica vooral zijn punten scoort is in het overdragen van ritme en gevoel.