Het grote project van Total Film getiteld Akira Kurosawa, de collectie, is voltooid. Drie zwarte dozen met elk vier klassieke films van deze grote filmmaker, die dank zij de DVD weer zeer in de belangstelling staat. Alle films zijn ook los verkrijgbaar. Uit de laatste box bekeek ik The bad sleep well en Dodes’ka-den.
The bad sleep well uit 1960 gaat net als de eerder besproken Ikiru over de typische gebruiken van het bedrijfsleven. Niet vaak het onderwerp van speelfilms, maar voor Kurosawa een dankbare omgeving om zijn kritiek op de samenleving te uiten. Ook in Japan is het niet ongebruikelijk dat mensen zich, als ze de kans krijgen, zo veel mogelijk verrijken.
Deze film gaat over een bouwfraudezaak, waarin de overheid en een groot bedrijf een vuil spelletje spelen. De dood van een topman van het bedrijf, officieel door zelfmoord, enkele jaren eerder, wordt opgerakeld bij een bruiloft. In de bruidstaart, in de vorm van het bedrijfskantoor, zit precies in het raam waar de man uit viel een roos gestoken. Het is de start van een reeks wraakacties, in gang gezet door de bruidegom, de zoon van de overledene, die trouwt met de dochter van de directeur.
Kurosawa was een enorme Shakespeare liefhebber, en stopte zijn films vol met citaten uit diens werk. Deze film is te zien als een pastiche op Hamlet, zowel in de plot als in de thema’s familie-eer en wraak.
Het verhaal ontwikkelt zich vrij traag en vraagt veel aandacht door het grote aantal personages dat gevolgd wordt. De volhouder wordt beloond met een verrassende ontknoping.
Een heel andere film is Dodes’ka-den uit 1970, de eerste film die Kurosawa in kleur draaide. Niet in het strakke bedrijfsleven, maar aan de zelfkant van de samenleving, in een krottenwijk rond een grote vuilnisbelt. Een film die ik heel lang geleden eens gezien heb, en die toen veel indruk maakte. Dat bleek enkele decennia later opnieuw het geval.
Dodes’ka-den is een buitenbeentje in het oeuvre van Kurosawa, omdat de film nauwelijks een plot heeft. We volgen een groot aantal bewoners in hun dagelijks leven, een documentair uitgangspunt. Verbindend element tussen al die mensen is een verstandelijk gehandicapte man die geobsedeerd is door trams. Als een volleerd mimespeler bestuurt hij iedere dag zijn niet-bestaande tram, precies volgens vaste routes en vaste dienstregeling.
Soms horen we wel de tramgeluiden, maar het belangrijkste geluid, van de wielen over de rails, produceert hij zelf door luid alsmaar ‘dodes’ka-den’ te roepen. Wie op zijn weg komt kan beter maken dat hij weg komt, anders volgt een onzachte aanrijding.
De film toont op haast terloopse wijze de emoties en problemen die de bewoners van de krotten hebben, waarbij psychiatrische beelden en alcoholisme een grote rol spelen. Een zwerver bouwt met een jeugdig vriendje aan luchtkastelen, en een groep vrouwen levert commentaar als het koor in een klassiek toneelspel. De warme kleuren en de fraaie muziek van Toru Takemitsu dragen er toe bij dat de sfeer niet alleen maar zwart is.
Beide films hebben de tand des tijds niet ongeschonden doorstaan. Door de beeldbeschadigingen is goed heen te kijken, al vallen verkleuringen op en voldoet het geluid niet aan hedendaagse standaarden. Extra’s ontbreken, net als bij de andere delen van deze serie. Als de films van deze kwaliteit zijn vergeef je echter alles.
Aanvullende gegevens:
The bad sleep well
Japan, 1960
Speelduur: 151 minuten
Met: Toshiro Mifune, Masayuki Mori, Kyoko Kagawa, Tatsuya Mihashi
Beeld: anamorf, 2.35:1 (tokoscope), zwart-wit
Geluid: dolby digital 1.0 (mono)
Dodes’ka-den
Japan, 1970
Speelduur: 140 minuten
Met: Yoshitaka Zushi, Junzaburo Ban, Kiyoko Tange
Beeld: 4:3, kleur
Geluid: dolby digital 1.0 (mono)
Uitgave: Total film