REVIEW

George Benson - The Other Side Of Abbey Road

Jan de Jeu | 20 mei 2004

De op 22 maart 1943 in het Amerikaanse Pittsburgh geboren gitarist George Benson is een man die zich thuis voelt in zowel swing en bop als R+B en pop. Bij het grote publiek wordt hij eigenlijk pas echt bekend wanneer hij in 1976 overstapt naar Warner Bros en daar het best verkochte jazzalbum aller tijden maakt; “Breezin” met daarop de top tien hit “This Masquerade”.

George Benson - The other side of Abbey RoadDaaraan voorafgaand heeft hij dan echter al een lange weg afgelegd. Zij eerste plaatopname maakt hij wanneer hij elf jaar oud is en hij begint zijn carrière als zanger. Met een stiefvader die als jazzliefhebber ettelijke Charlie Parker platen bezit is het misschien niet zo vreemd dat George aanvankelijk de kant van de jazz op gaat. Zijn voorbeelden zijn  Charlie Christian en met name Wes Montgomery en hij speelt eigenlijk met alle groten waaronder Miles Davis met wie hij in 1968 “Miles In The Sky” opneemt.

In het daaropvolgende jaar maakt hij in de maanden oktober en november opnamen voor het album “The Other Side Of Abbey Road”. Dat doet hij drie weken nadat The Beatles hun “Abbey Road” op de gevoelige tape vastgelegd hebben. Het coveren van andermans songs is op dat moment natuurlijk geen nouveauté, maar het is wel voor het eerst dat het met een compleet album gebeurt. Benson wijzigt de volgorde van de nummers, maakt onderlinge koppelingen van nummers en weet met zijn eigen interpretaties een poetische soul-jazz popplaat te creeren waarin enkele verfrissende meesterstukjes verborgen zijn. De opnameleider is Rudy van Gelder en de opnamelocatie is - hoe kan het ook anders – Van Gelder’s Recording Studio , Englewood Cliffs, N.J., USA. Het label is A+M en de producer die hem bij deze maatschappij binnengehaald heeft is Creed Taylor. Dezelfde Taylor die als producer verantwoordelijk is voor menige opname van Benson’s  grote voorbeeld Wes Montgomery. Op de plaat zijn naast George grootheden te horen als de toetsenisten Herbie Hancock en Bob James, bassist Ron Carter en trompettist Freddie Hubbard.

In later jaren verwoordt George Benson zelf de nodige kritiek op producties uit deze tijdsperiode; “They were making a sideman out of me on my own records”. De echte jazzpuristen trekken in 1969 de neus op voor deze LP en menigeen ziet hem zelfs als ‘the king of slick’. In eerste instantie komt ook bij mij die gedachte op tijdens het beluisteren van een aantal van de strijkers arrangementen van Don Sebesky. “Golden Slumbers” met de strijkers in combinatie met de fluwelen stem van Benson blijft voor mij ook na diverse luistersessies één van de mindere nummers. Datzelfde geldt voor “Because”. “Come Together” daarentegen – met een funky klinkende Benson, drummer Idris Muhammad en bassist Ron Carter in glansrollen – krijgt mijn voet keer op keer in beweging. Maar ook de overige nummers en dan vooral “You Never Give Me Your Money” en “I Want You”  – met fraaie trompet solo’s van Freddie Hubbard - zijn zeer de moeite waard. Mede dankzij de uitstekende kwaliteit van zowel opname als persing. 


Aanvullende informatie:
Format: 180 gram virgin vinyl A&M SP 3028
Label:  Speakers Corner Records
Starkenbrook 4
D-24214 Gettorf
Deutschland
www.speakerscorner.de  

Distributeur: Technicom   
Tel. 035-6237170


EDITORS' CHOICE