Wish I Was in Heaven Sitting Down
New Blues
Muziek is een van de terreinen waar of strenge ‘geloven’ de dienst uitmaken. Voorbeelden te over van verontruste puristen die iedere aanpassing van ‘het origineel’ niet kunnen velen. Aan de andere kant zijn er de rebellen die niets liever doen dan aanpassingen maken aan bestaande stukken en stijlen juist combineren.
Zo’n rebel mag de nu 75 jarige R.L. Burnside worden genoemd; de laatste tijd tenminste. Sinds zijn prille jeugd speelt Burnside in een ritmische, wat hoekige stijl electrische Delta juke-joint blues. Naast invloeden van zijn buurman Fred McDowell zijn ook die van John Lee Hooker en Lightnin’ Hopkins aanwezig in zijn spel. Tot het midden van de jaren 80 leidt R.L. een karig bestaan als landbouwer en visser met af een toe een kleine tournee en een plaatopname. Pas rond 1988 wordt hij gevraagd voor grotere en onder ander ook Europese tournees.
Veel beter gaat het met R.L. nadat hij in de documentaire film ‘Deep Blues’ is geportretteerd. Diverse opnames volgen, allemaal in zijn eigen stijl. Die stijl verandert als in 1996 Jon Spencer samen met R.L. de CD ‘A Ass Pocket O’ Whiskey’ opneemt. Stukken hiervan doen het goed als muziek onder reportages en in commercials.
In 2000 komt de hier besproken CD ‘Wish I Was in Heaven Sitting Down’ uit. Een bijzondere blues opname die werkelijk veel stijlen combineert of in ieder geval naast elkaar zet. De 11 stukken varieren van een duet van R.L’s stem met de slide van gitarist Kenny Brown in het titel nummer tot een mandolien-blues achtig nummer in ‘My Eyes Keep Me In Trouble’ dat met zijn tape-loops in een lounge omgeving niet vreemd zou zijn. Ruiger gaat het weer in ‘Chain Of Fools’ met twee gitaren, tape loops en scratch-werk. Echte blues verhalen zijn ‘Hard Time Killin’ Floor’ en ‘R. L’s Story’ over de moorden op zijn twee ooms, twee broers en R.L’s vader tijdens een korte periode dat de familie Burnside in Chicago woonde – duidelijk in de verkeerde buurt. ‘Miss Maybelle’ lijkt te beginnen als een traditionele oude stijl blues, maar al snel breekt een beperkte electronica gekte los met volop scratching van DJ Swamp.
Na track nummer 11 gebeurt er iets vreemds op de CD. Nummer 12, een van de 3 bonustracks op de CD begint met aftellen. De display van de CD speler telt terug van 00:59 naar 00:01 waarna Robert Belflour’s ‘Black Mattie’ begint, gevolgd door een sample van Paul Jones en een van Kenny Brown. Er is dus niets met de CD speler aan de hand, het is een grapje van Fat Possum records.