REVIEWKharma

Luisteren

Jan de Jeu | 01 augustus 2011 | Kharma

Als recensent heb ik voorafgaand aan een luistersessie altijd een bepaald verwachtingspatroon, samengesteld op grond van een combinatie van factoren waaronder specificaties, prijzen, eerdere ervaringen met (delen van) het systeem etc. Daarmee ben ik enigszins voorbereid op wat komen gaat. Vaak beantwoorden de prestaties van de set vervolgens aan dat verwachtingspatroon maar soms word ik, ondanks die voorbereiding, toch nog verrast.

Een verrassing die zowel aangenaam als onplezierig kan zijn. Bij de eerste tonen die de ruimte vullen voel ik al dat de kans op een aangename verrassing aanwezig is. Als opening kies ik voor een akoestisch instrumentaal nummer, uitgevoerd in kleine bezetting. ‘Trenzinho do Caipira’, een compositie van H. Villa-Lobos, is afkomstig van Cristina Braga’s album ‘Harpa Bossa’, een CD waarop deze Braziliaanse harpiste niet alleen haar instrument bespeelt maar ook haar aangename, zwoele, sensuele stem laat klinken. Doordat in dit nummer de stem ontbreekt ligt alle aandacht bij de vele nuances in de instrumentenweergave en de ambiance die de opname kenmerkt. De muziek verbeeldt een langzaam op gang komende trein waarbij er steeds opnieuw een extra instrument invalt. Hoewel het beeld geleidelijk gevuld wordt en er tegelijkertijd sprake is van een bepaalde spanningsopbouw blijven de instrumenten stuk voor stuk prachtig doortekend los van elkaar in de ruimte klinken. Zo zijn van de shakers de korreltjes overduidelijk individueel waarneembaar.

Tegelijkertijd valt op dat in dit beeld de instrumenten minder gestoken, minder scherp omlijnd zijn dan bij veel van de op ‘HiFi’ weergave afgestemde sets het geval is. De set wordt eerder getypeerd door termen als organisch, natuurlijk en muzikaal in de zin dat de muziek, en daarmee de boodschap van de componist/muzikant(en), centraal staat. Wanneer ik al verval in technisch luisteren dan komt dat doordat ik door de muziek heen af en toe een detail oppik dat in veel sets onderbelicht blijft en dat ik dus niet altijd even goed hoor.

Zo’n voorbeeld komt voor in de tweede CD die ik Jamy aanreik. Eigenlijk moet ik zeggen dat het hier gaat om een reeks van voorbeelden want iedere keer opnieuw wanneer er een keelklank aan de mond van de Palestijnse zangeres Rim Banna ontsnapt dan zit er – in een onderling excellent op elkaar afgestelde set - zo veel informatie in die klank dat het beluisteren van die ene klank een muzikale wereld op zichzelf is. Tijdens de eerste gezongen woorden in het begin van het van haar CD ‘Seasons of Violet’ (Lovesongs from Palestine) afkomstige openingsnummer ‘The Hymn of the Sea’ worstelt mijn brein dan ook tussen het volgen van de afzonderlijke keelklanken en het luisteren naar de volledige melodie. Dat duurt maar heel even want het geheel wint het snel en overtuigend van de afzonderlijke delen.

MERK





EDITORS' CHOICE