Als er componenten worden gebruikt die anders zijn dan in hun voorganger, zou je klankverschil kunnen verwachten. Nu zijn dit soort fijnzinnige apparaten erg gevoelig voor inspelen, dus moest ik beloven dat ik het apparaat minimaal 100 uur inspeeltijd zou gunnen. Waarvan akte. Door omstandigheden en andere recensies heeft de Phono1 MKIII eerst een kleine vier weken continu op 230 volt gestaan, waarna ik heel erg veel platen heb gedraaid. En dat vinden wij recensenten ook heel erg vervelend om te doen... Dus niet! Maar ik loop op de zaken vooruit.
Technisch is er niets veranderd en de specificaties zijn hetzelfde gebleven als bij de MKII uitvoering. Wat wel meteen opvalt is dat de nieuwere voortrap geen last meer heeft van een zachte bromtoon bij een hoger geluidsniveau, iets dat bij de MKII “af fabriek” wel het geval was. Vandaar ook mijn upgrades aan mijn eigen trap.
Enfin, ik gebruik mijn Bluenote Piccolo met B5MKII arm en Goldring Eroica LX MC- element als bron en luister tijdens het inspelen van de phonopre veelvuldig. Het is me inmiddels bekend dat het geluid van een nieuwe voortrap of element na zo`n 50 speeluren ineens een stuk opener aandoet en na nog eens 20 tot 40 uur de bekende muzikale vorm gaat krijgen die deze instapper van Bluenote zo ontzettend geliefd heeft gemaakt. De Voorversterker staat ontkoppeld door middel van drie Quadraspire QX25 voetjes en wordt verbonden met de versterking door middel een van AS L100MJ interlink. Er zijn er in een korte tijd toch al zeer veel uitgeleverd door de importeur –te zien aan het serienummer op mijn eigen en de nieuwe voortrap - wat best frappant is in een heel erg uitgebreide markt van voortrappen. Ook enkele collega schrijvers bezitten een Bluenote voorversterker...