Hoofdredacteur zijn brengt een heleboel leuke dingen met zich mee. Je bent meestal als eerste op de hoogte van de vele zaken die spelen binnen de club Hifi.nl.
Je hoeft je niet met commercie te bemoeien want je bent alleen verantwoordelijk voor de content. Je hebt een bepaalde status die op zich niet belangrijk is maar, zeker in het buitenland, deuren opent die voor anderen gesloten blijven. Je mag uitkiezen wat je zelf het leukste vindt om te recenseren. Je mag anderen opdrachten geven en die voeren ze ook nog uit. Kortom je bent heel nauw verbonden met de inhoud van de site en medebepalend voor het gezicht naar buiten.
Een ander aspect is het corrigeren van teksten die je aangeleverd krijgt. Dat is vaak een tijdrovende aangelegenheid waarbij je probeert te letten op zinsbouw, spelfouten, vervoegingen en de rest van alle Nederlandse taal die men je op school heeft proberen in te prenten. Als ouderwetse taalpurist, voor zover dat in mijn vermogen ligt, gruwel ik van modern taalgebruik dat meer stopwoorden bevat dan een mierennest mieren. Dus gaat de spreekwoordelijke rode pen door woorden die volkomen overbodig zijn en de lezer slechts remmen in zijn leessnelheid. Denkt u maar eens aan de woorden: “dan ook”. Ik zie en lees ze meer dan u, want ik schrap ze. Een ander aardig iets waar ik vanmorgen tegenaan liep is het gebruik van “de”, “het” en “een”. In mijn optiek kun je spreken over DE tuner als je het hebt over het apparaat dat je onder je handen hebt voor een recensie. Je spreekt echter niet over DE tuner die je koppelt aan DE versterker om DE luidsprekers te beluisteren. Je hebt het dan over DE tuner (je hebt hem onder handen) die je koppelt aan EEN versterker (want daar zijn er meer van) en luidsprekers (want daar zijn er ook meer van). Maar hoe leg je iemand uit het subtiele verschil tussen DE interlink en EEN interlink van een bepaalde soort. DE interlink is in mijn optiek uniek, om welke reden dan ook, terwijl je met EEN interlink aangeeft dat je er één hebt maar dat je buurman een gelijksoortige interlink kan hebben. En verder iedereen die in de gelegenheid is om er één te kopen. Snapt u waar ik heen wil? Nederlands is een lastige taal en subtiel gebruik van woorden kan leiden tot grote verwarring.
Grappig is het gebruik van de komma, ik heb twee taalpuristen in mijn naaste omgeving waarvan de één beweert: “Komma’s zijn vervelend en belemmeren het lezen”, terwijl de ander zegt: “Zonder komma maak je een zin onleesbaar en verwar je hoofd met bijzaken en gooi je hoofd en bijzinnen door elkaar”. Dat heeft me aan het denken gezet en ik moet zeggen, meneer twee heeft vaak gelijk. De laatste teksten die ik zelf uit het toetsenbord liet rollen bevatten meer komma’s dan voorheen. Ik las mijn zinnen terug en snapte waar meneer twee heen wil. Probleem als je bezig bent met teksten van anderen, is dat je hun denkwijze moet kennen om te snappen wat ze mogelijk bedoelen. Anders kun je de essentie van een zin een volkomen verkeerde wending geven. Een spellingcontrole van Word is niet genoeg om een in correct Nederlands gestelde en begrijpelijke tekst te produceren. Tenslotte vecht ik tegen lange zinnen. In het begin hadden auteurs wel eens de neiging om zinnen zo lang te maken dat de voor en achterkant niets meer met elkaar te maken had. Of heel weinig. Probeert u eens de belevenissen van een dag te vertellen in een enkele zin. Lukt het niet? Ons lukte het wel en we beleefden heel wat. Daar hak ik dus fijn in, ik hak met botte bijl, dat wil zeggen met een duidelijke punt, een spatie en een hoofdletter. Ik mag het.
Zijn we er dan, nee hoor, leg een tekst voor aan een lezer en die leest soms iets heel anders dan jij in je gedachten had en hebt. Daar moeten we erg voor waken. Stel ik lees: “Het laag blijft achter”. Oh, ten opzichte waarvan dan. Vraag een auteur om commentaar en uitleg en je hoort: “Het blijft achter ten opzichte van een boemende speaker”. Aha, dat is dus juist positief. Zijn verdediging is dan meestal: “Dat snap je toch wel, je kent mijn set”, of iets dergelijks. Ja, ik ken de set wel maar u als lezer niet. Een punt dat steeds veel aandacht vraagt. Luisteren kunnen we goed, dat durf ik zonder meer te stellen van onze auteurs, het is niet iedereen gegeven de luisterervaring in feilloos Nederlands neer te schrijven. En daar help ik een handje bij (Marc Brekelmans is trouwens een tweede filter). Of een vinger, want als het niet nodig is blijf ik er graag vanaf.
Hoofdredacteur zijn heeft ook iets te maken met eigenwijsheid. Een stempel willen zetten. De vinger aan de pols houden. Behulpzaam zijn. Mensen iets leren en nog veel meer: “Van anderen leren en willen leren”. In de schaarse tijd die ik heb voor het hoofdredacteurschap van Hifi.nl, dat ik beoefen naast een fulltime baan en naast het leven in gezinsverband, doe ik mijn best. En faal ik soms jammerlijk. Ach, we zijn allemaal mens en we moeten het leven niet te zwaar nemen. Daar is het veel te leuk voor.
Met vriendelijke groet,
René van Es
Hoofdredacteur hifi.nl