COLUMN

Verkoudheid

Jan de Jeu | 10 maart 2003

Jan de JeuDe laatste dagen heb ik last van wat misschien wel de meest voorkomende ‘ziekte’ is die ons koude kikkerlandje kent. Ik hoest en proest dat het een lieve lust is, trompetter tissues vol terwijl ik me verwonderd afvraag waar die grote hoeveelheden geelgroene afscheiding toch vandaan komen, en tracht ’s nachts de kriebelhoest te slim af te zijn door in een half zittende houding te slapen. Dit lukt uiteraard maar matig waardoor ik mij nog ellendiger ga voelen. In deze situatie worden zelfs de leuke dingen tot een last.

Bij het loskoppelen van de Lindemann cd speler en geïntegreerde versterker komt er een dijk van een hoofdpijn opzetten en ik verwijt mezelf hartgrondig dat ik dit niet eerder gedaan heb. Het bonzen in mijn hoofd maakt dat ik er van af zie om de dozen de trap op te dragen en in de logeerkamer neer te zetten. Vooralsnog zullen ze het met een plekje tegen de zijmuur moeten doen. Direct naast de twee vloerstaande luidsprekers die daar staan in afwachting van het moment dat de bouwer ze weer op zal halen. De woonkamer als opslagplaats. Toch zal ik die trap nog twee keer met een speaker in mijn armen af moeten dalen want mijn eigen Sonus Faber Concerto’s staan op diezelfde slaapkamer.

VerkoudenDe tweede luidspreker staat net onder aan de trap wanneer de voordeur opengaat en Antoinette en Isabeau binnenstappen. “Zas!” roept de tweejarige en ze begint meteen aan het kledingstuk te trekken. Antoinette zet een tas neer en loopt het tuinpad weer af om nog wat uit de auto te halen. Op de een of andere manier wekt een bezoek aan haar ouders altijd de kooplust op en is er altijd wel iets extra’s uit te laden. “Zas!” klinkt het nogmaals gebiedend. Ditmaal wat luider waardoor het naresoneert in mijn arme hoofd. “Ja rustig maar, madam.” Ik haast me om voorover te bukken en haar houtje / touwtje sluiting los te maken. Ze laat zich vallen en begint aan haar schoenen te sjorren. Voordat ik haar kan helpen word ik overvallen door een alles overheersende hoestbui. Ze kijkt op, gaat staan, en brengt vervolgens met een theatraal gebaar haar handje naar haar mond; “Uche, uche.” “Komediant” mompel ik. Tegelijkertijd hoor ik haar zeggen; “Nou nou.”

Ze duwt de kamerdeur open en ik volg haar met de Concerto in mijn armen. Achter mij valt de buitendeur in het slot. Er worden een aantal tassen in de gang gezet. “Ik heb zulke leuke kleertjes gevonden voor Beau.” Die loopt ondertussen rechtstreeks naar de plek waar ik de speaker neer wil zetten. Vlak voor de granieten tegel blijft ze staan en wijst; “Tie?” “Ja, tie. Wijsneus.”  Met zachte dwang duw ik haar opzij waarna ik mijn last zorgvuldig in het midden van de tegel plaats. Isabeau staat met grote ogen te kijken naar het audio meubel. Dan gaan haar armen omhoog en laat ze de palmen van haar handjes zien. “Klaar?” Te oordelen naar de plek waar ze zo-even naar keek is het haar opgevallen dat de Lindemann’s vervangen zijn door de Densen’s.

Ik zal nog één keer naar boven moeten want nu de beide Densen’s weer aangesloten worden heb ik een extra interlink en een tweede stel luidsprekerkabels nodig. Wanneer ik met deze donkerblauwe exemplaren in de hand weer beneden kom en ze in de set wil integreren word ik teruggefloten door de dames. Eerst moet ik de gekochte kleding bewonderen. Wetend dat protesteren niet helpt laat ik, gezeten op de bank, al het moois aan mij voorbij trekken. Nu ik eenmaal zit word ik me bewust van de aanval die de verkoudheid op mijn spieren ingezet heeft. Ook merk ik dat mijn oren dichtslaan en dat ik regelmatig moet slikken om ze weer open te krijgen.

VerkoudenWanneer de modeshow ten einde is kan ik me met gloeiende koortswangen achter de audio kast terug trekken zonder dat dit commentaar oplevert. Over het algemeen heb ik weinig moeite met het aansluiten van WBT connectoren maar nu verloopt het met enige moeite. Eigenlijk wil ik ook alleen nog maar naar bed. Met het zweet op mijn voorhoofd kan ik tenslotte de stekker in de wandcontactdoos doen en de diverse power schakelaars omzetten. Antoinette zit nog steeds op de bank, ditmaal Isabeau voorlezend uit het boekje; ‘Een leuke dag bij de kabouters.’ Ik controleer of alle groene, blauwe en rode leds branden en trek een la open om een cd uit te zoeken.

“Mag ik Rebecca Pidgeon even horen? Dit is toch weer gewoon je eigen installatie, hè?”  Ik knik. De eerste tonen van ‘The Raven’ klinken door de ruimte. “Hij klinkt veel scherper dan anders. Ik vond de Lindemann’s mooier klinken. En jij?”  “Niet alleen de versterker en de cd speler zijn veranderd. Ook mijn eigen speakers spelen nu weer.” Terwijl ik dat zeg ga ik naast haar zitten. Isabeau schuift meteen het kabouterboek door en kruipt verwachtingsvol bij mij op schoot. “Papa” zegt ze terwijl ze naar een bebaarde kabouter wijst. De set klinkt inderdaad niet. Maar hoe kan het ook anders. De versterkers hangen voor het eerst sinds weken weer aan de stroom, de luidsprekers zijn eveneens gedurende een langere periode inactief geweest en zowel de interlink tussen de beide versterkers als de tweede set luidsprekerkabels komen nieuw uit respectievelijk de doos en het blik.

Isabeau is schijnbaar de enige die wel door het geluid van de installatie gegrepen wordt. Terwijl ik in een nieuwe hoestbui uitbarst gooit zij haar boekje aan de kant, laat zich op de grond glijden en rent swingend naar haar dansplek tussen de twee speakers. Misschien is het toch ook wel voor een deel de verkoudheid die maakt dat ik het geluid als minder goed ervaar. De kriebelhoest wordt steeds erger en het wordt moeilijker om hem te onderdrukken. Eigenlijk is dit nog het ergst van de verkoudheid. Hij belemmert mij om van mijn muziek te genieten. Plotseling is er de associatie met komende zaterdag en de uitnodiging om aanwezig te zijn bij een opname van het Nederlandse NorthWest Classics Records. Het label van Ted Diehl en Oscar Meyer dat zowel in artistieke als in klankmatige zin kwalitatief hoogwaardige klassieke SACD’s produceert.

De zoveelste hoestprikkel doet me realiseren dat ik daar alleen naar toe kan wanneer deze verkoudheid volledig verdwenen zal zijn. Ik moet er namelijk niet aan denken dat ik me zelf zal gaan gedragen  als één van die irritante figuren die gedurende een optreden zo nodig moeten gaan hoesten, kuchen of schrapen. Dat moet ik koste wat het kost zien te voorkomen. Maar hoe doe ik dat? Dan krijg ik door dat Antoinette me aan zit te kijken. “Voel jij je wel helemaal lekker?” Haar ogen staan bezorgd. “Eerlijk gezegd niet, nee.” In de vaste overtuiging de voor mij ultieme remedie gevonden te hebben, zegt ze; “Waarom ga je niet lekker wat muziek luisteren. Zet gezellig een LP op.” Ik moet er echter niet aan denken en haar mond zakt open wanneer ik zeg; “Ik denk dat ik een hete grog neem en lekker mijn bed induik.” “Je bent echt ziek.” “Ja, en ik wil zaterdag naar die opname.”


EDITORS' CHOICE