Bent u ook zo blij dat we inmiddels alweer halverwege januari zitten en al die festiviteiten achter de rug hebben? Eerst de Sinterklaasviering, al dan niet met een pakjesavond. Dan Kerstmis, met of zonder familiebijeenkomst. Niet te vergeten de kerstborrel op het werk; vaak niet alleen op afdeling- maar ook nog eens op bedrijf- of instellingsniveau. In mijn geval kwam er nog een eindejaarsbijeenkomst achteraan waarna de reeks, in het nieuwe jaar, afgerond werd met een nieuwjaarsborrel en, als laatste, een nieuwjaarsreceptie.
Ieder jaar opnieuw heb ik het idee dat elk van de elkaar snel opvolgende gebeurtenissen net weer iets minder leuk is dan de daaraan voorafgaande. U wilt dan ook niet weten hoe ik die laatste nieuwjaarsreceptie ervaren heb. Nu het allemaal weer achter de rug is en ik er met wat meer afstand tegenaan kan kijken dringt zich de vraag aan mij op; hoe komt dat toch? Natuurlijk speelt mee dat het op een gegeven moment allemaal wat te veel van het goede is en dat een en ander zich af moet spelen binnen een te kort tijdsbestek. Maar dat kan niet de enige verklaring zijn. Wanneer ik ga kijken naar overeenkomsten en verschillen dan blijkt dat de eerste twee over het algemeen doorgebracht worden ‘in eigen kring’ terwijl de andere samenkomsten plaatsvinden op de werkvloer of toch in ieder geval samen met collega’s. Een tweede verschil, gedeeltelijk met het vorige samenhangend, is misschien belangrijker; Sinterklaas en Kerstviering kun je voor een groot deel zelf invullen terwijl voor de andere situaties kenmerkend is dat de regie in handen van derden is. Met dit gegeven moet toch iets te doen zijn? Misschien zouden de laatst genoemde ‘feestelijke’ bijeenkomsten wat meer kenmerken moeten hebben van de twee waarmee de reeks begint.
Bijvoorbeeld door niet alleen de medewerkers, maar ook de daarbij behorende gezinsleden uit te nodigen. Goed, misschien is het iets te veel van het goede om de kinderen te inviteren maar dan toch in ieder geval de partners. Daarmee wordt er dan niet meer uitsluitend gesproken over het werk met alle daaraan inherente uitdagingen, frustraties, achterklap en roddel maar komt er ook ruimte voor vrijetijdsbesteding, interesses, onvermoede en nooit eerder vermelde vaardigheden, de mens achter de werkgever of werknemer et cetera. De kans bestaat zelfs dat er daarna anders, en wellicht zelfs positiever, tegen collega’s aangekeken zal worden.
Ik hoor het u zeggen; het zal wel nooit veranderen. De nieuwjaarsborrel behoort nu eenmaal doorgebracht te worden met de medewerkers van het eigen bedrijf en hij dient niet langer te duren dan anderhalf uur. Binnen die 90 minuten is het gebruikelijk dat de genodigden kunnen kiezen tussen een al dan niet bubbelend mineraal watertje, een zuur glaasje jus en een rode of een witte Chateau Migraine van onbestemde herkomst. Om er zeker van te zijn dat deze drankjes ook daadwerkelijk gedronken zullen worden staan er een aantal bakjes met pinda’s en te vette bladerdeeg hapjes die levensgevaarlijk zijn voor de collega’s met een zoutarm dieet. Voor diegenen die het zo lang uit hebben kunnen houden worden vervolgens in de obligate speech van een leidinggevende ook nog enkele andere geplande variaties op de thema’s houdbaarheidsdatum en personeelsinkrimping uitgesproken waarna een ieder weer zijns weegs kan gaan in de hoop dat er thuis in het medicijnkastje van de badkamer nog wat Rennies zullen liggen.
Zal ik eens een utopie beschrijven? Denkt u zich eens de volgende setting in; een samenwerkingsverband waarbinnen de medewerkers, op grond van het werk zelf, steeds opnieuw sterk gemotiveerd zijn om de kwaliteit van het product continu op een zo hoog mogelijk niveau te handhaven en waar mogelijk te verbeteren. Stil nu even; het gaat om een utopie! Medewerkers die hun werk in eerste instantie solitair verrichten maar dit werk in tweede instantie met elkaar delen. Die elkaar niet alleen als collega’s, maar ook als vrienden zien en benaderen. Waarvan de partners actief bij het gehele werkproces betrokken worden zodat er een coherente groep ontstaat waarbinnen even zovele overeenkomsten bestaan als er verschillen zijn.
Deze mensen houden een nieuwjaarsborrel waarvan de organisatie niet uitbesteed wordt maar bewust in eigen hand gehouden wordt teneinde de kwaliteit te waarborgen. Een borrel die begint op zaterdagmiddag om vijf uur. Met een ‘borreluurtje’ dat aanvangt met een glas Kir Royal en dat overgaat in een gezellig samenzijn dat duurt tot aan de gezamenlijk genuttigde maaltijd. Waar rekening gehouden is met persoonlijke voorkeuren zodat er niet alleen een witte wijn gedronken kan worden maar dat er zelfs gekozen kan worden voor een zoete of een droge variant en zowel de Chablis als de Chardonnay drinker aan zijn trekken komt. Met exquise culinaire liflafjes en appetizers. Met een lopend buffet dat klinkt als een klok.
Op een saumon kleurig tafellaken staan prachtige kandelaars met rustig brandende kaarsen die hun schijnsel verspreiden over de gerookte zalm, de quiche en de kazen zoals daar zijn de vacheron, en de al dan niet gevulde brie. Het stokbrood, de diverse salades; te veel om op te noemen. Met op de achtergrond muziek die wat demping krijgt van de tweejarige dreutel die met haar grote knuffel langs een JM Lab Elektra vloerstaande luidspreker loopt. Lachende en geanimeerd met elkaar pratende mannen en vrouwen. Ontspannen genietend – in willekeurige volgorde -van het eten, de drank, de sfeer en bovenal; het gezelschap. De gesprekken hebben alle mogelijke onderwerpen; werk, hobby, passie, interesses etc.
In de loop van de avond wordt de kleine op bed gelegd want de bijeenkomst is nog lang niet ten einde. Niemand denkt erover om naar huis te gaan. De volumeknop van de Clearaudio Balance voorversterker wordt wat verder opengedraaid en het is niet de vader van Isabeau die zich bezorgd afvraagt of de muziek niet wat te hard staat voor haar. Natuurlijk worden er nog wat herinneringen opgehaald aan mooie componenten die gedurende het afgelopen jaar in de diverse woningen te gast geweest zijn waarbij opvalt dat Rene van Es de Apogee nog steeds niet helemaal kan vergeten. Maar opvallend is dat er over het algemeen weinig over audio gesproken wordt. Logisch natuurlijk; dat doen we het hele jaar al tijdens de bijeenkomsten van ons audioclubje.
Dankzij de inzet van in de eerste plaats Jacqueline van Es en mijn eigen groenoogje is de beschreven situatie geen utopie maar een weergave van de nieuwjaarsbijeenkomst van het op initiatief van Philip van Deijk opgestarte audioclubje dat verder nog bestaat uit Rene van Es Joop van Nugteren, Rene Smit en ondergetekende. De neergaande lijn die in mijn beleving van de verschillende bijeenkomsten te bespeuren was is dus met de laatste scherp in opwaartse richting omgebogen. Voor u zal zo’n positieve ervaring waarschijnlijk evenwel een utopie blijven. Tenzij u natuurlijk ook lid wordt van een audioclub of er zelf één opricht. Helaas kunt u geen lid worden van onze club; wij hebben een ledenstop.