In mijn directe omgeving is de eerste reactie er over het algemeen één van ongeloof. Geen wonder ook, want tot voor kort zou ik het zelf niet geloofd hebben. Waar ik het over heb? Ik heb mijn auto verkocht. Mijn geliefde rode Alfa Romeo 155 gaat het veld ruimen. Nou èn, zult U misschien denken. Wat is daar zo bijzonder aan? De 155 is een al wat ouder type en waarschijnlijk wordt hij ingeruild. Niet uitzonderlijk dus. Inderdaad, niets bijzonders en dus nauwelijks het vermelden waard. Ware het niet dat hij niet ingeruild wordt voor een Alfa maar voor een heel ander type auto. Een type dat bovendien een merknaam heeft met een totaal andere uitstraling. Voor mij heeft de Alfa een uitstraling die ik associeer met sportiviteit. De bestuurder van een Alfa zie ik als een automobilist pur sang. Iemand die houdt van het specifieke motorgeluid, die kan genieten van de prestaties van een auto met een motor die niet alleen prachtig klinkt maar ook uitstekend presteert. Het is het type automobilist waarin ik mezelf herken.
Natuurlijk had ik hem in kunnen ruilen voor een sportswagon, het type Alfa Romeo dat nog het dichtst komt bij het soort auto dat ik aangeschaft heb; een stationwagon. En dat woord brengt me op de reden waarom mijn “Alf”, zoals Antoinette hem liefkozend noemt, gaat verdwijnen. Niet langer behoren wij tot de groep DINK’s. (double income, no kids) Met de komst van onze inmiddels ruim 17 maanden oude dochter zijn geleidelijk een aantal veranderingen in gang gezet die uiteindelijk op allerlei gebieden hun invloed laten gelden. Wanneer ik veel van die veranderingen nader onder de loep neem dan valt op dat waar vroeger waardes als passie en design als uitgangspunten gehanteerd werden, nu functionaliteit en betrouwbaarheid de belangrijkste criteria zijn bij een nieuwe aanschaf.
De glazen tafel, de Breuer stoelen, het zijn slechts enkele van de vele overblijfselen uit de tijd dat we nog geen kind hadden. Hoe mooi ze ook zijn; ze zijn niet kindvriendelijk. Overal staan afdrukken van die kleine handjes en vingertjes op. Later aangeschafte artikelen, zoals de grote stevige driezitbank, kunnen het geravot van de kleine veel beter aan. Tegen de tijd dat dit niet meer het geval zal zijn heeft zij al lang geleerd dat ravotten op een bank ook een variant voor volwassenen kent. Het binnenkort nieuw aan te schaffen dressoir zal voornamelijk als bergplaats voor het kinderspeelgoed dienen en moet in de eerste plaats dan ook tegen een stootje kunnen. Pas daarna komt de vraag aan bod of het exemplaar mooi is.
Niet iedereen zal daar even veel last van hebben maar zelf heb ik enorm moeten wennen aan deze door de veranderde omstandigheden opgelegde omschakeling in mijn denken. Het is ook niet iets waar ik voor de geboorte van de kleine meid bewust bij stil gestaan heb. Laat staan dat het meegewogen heeft in de beslissing om te gaan proberen een kind op de wereld te zetten. In feite is het gewenningsproces ook nog steeds niet afgerond. Gelukkig maar, ben ik geneigd te zeggen. (Spartelend als een vis aan de haak.) Ik ben namelijk nog steeds van mening dat je als volwassene niet je hele leven en je volledige woning in moet richten met uitsluitend het geluk van het kroost in het achterhoofd.
Daarvoor ken ik te veel, in mijn ogen trieste, voorbeelden van audiofielen die hun in de loop der jaren met zorg samengestelde installaties wegdeden omdat ze niet pasten in een kindvriendelijke omgeving. Of die full range electrostaten moesten vervangen door boekenplank luidsprekertjes omdat de weergevers te veel ruimte in beslag namen en “te gevaarlijk waren voor de kinderen”. Wat mij in die gevallen verbaast is dat bijna niemand op het idee lijkt te komen dat je kinderen ook nog gewoon kunt opvoeden. Misschien wat ouderwets gedacht, maar mij bevalt het tot op dit moment uitstekend. Mijn dochter zal in haar leven keer op keer geconfronteerd worden met grenzen en ik denk dat het mijn taak als ouder is om haar te leren hoe ze de verschillende varianten dient te interpreteren en op welke wijze ze daar mee om kan gaan. Dat bijvoorbeeld de ene aangevochten of verlegd kan worden terwijl dat in een ander geval weer niet opgaat.
U weet natuurlijk al lang welke kant ik op wil. Ze heeft geleerd dat er wat mijn audio betreft niet te schipperen valt. Die luidsprekers blijven een stuk van de wand af staan en daar mag ze niet aankomen. Verder is het gedeelte van de kamer waar mijn installatie en mijn kast met lp’s staan, verboden terrein voor haar. Ze komt nooit binnen een straal van circa vijftig centimeter afstand van mijn componenten en ik heb niet het idee dat het haar echt zwaar valt. Nu heb ik natuurlijk wel het grote geluk dat ze dol is op muziek. Ze weet dat, wanneer ze me bij die grote kast even mijn gang laat gaan, er binnen enkele ogenblikken mooie muziek door de kamer zal klinken. Vaak begint ze al ritmisch te bewegen nog voordat de eerste tonen te horen zijn.
Mijn audiopassie wordt dus niet aangetast en al helemaal niet opgegeven. Maar verder is het een kwestie van geven en nemen. Zo heb ik, ondanks het feit dat ik de pest heb aan fietsen, op aandrang van mijn vrouw toch een fiets gekocht zodat ik, met mijn dochter in het zitje op het stuur, samen met mijn vrouw fietstochtjes kan maken. Waar mijn nemen dan wel uit bestaat? In eerste instantie heeft dat te maken met de keuze van de fiets; een mountainbike in plaats van een gewone herenfiets. Maar geheel onverwacht levert het me daarnaast nog een veel mooiere bonus op; ik blijk fietsen met de kleine meid namelijk veel leuker te vinden dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.
En nu dan dus die auto die uitblinkt in veiligheid en betrouwbaarheid. Met aan alle kanten airbags en verstevigingbalken. Een zee van ruimte biedend die vervolgens ongetwijfeld dus ook weer ten volle benut zal moeten worden. In ieder geval door voor de jongste van het stel reserve kleding, pampers, babyzalf, eten, drinken, fietsje, driewieler en wat al niet meer mee te nemen. Maar in de toekomst voorzie ik ook vriendinnetjes om mee op vakantie te nemen of naar ponyclubs, balletscholen, zwembaden, kinderpartijtjes (thuis of bij mac donald’s) etc. te brengen. Voortaan is auto rijden niets meer dan me met een vervoermiddel van A naar B verplaatsen. Misschien moet ik zelfs de aanschaf van zo’n radio met cd wisselaar overwegen. Dan mis ik het geluid van de twin spark misschien wat minder. In ieder geval wordt dan het geluid van de nieuwe motor gemaskeerd. Uiteindelijk zal ik best aan die auto wennen. Maar ik geloof nooit dat het net zo leuk wordt als fietsen. En het “alfa gevoel” moet ik maar gewoon vergeten. Ciao Alf!