COLUMN

Soms he...

Jan de Jeu | 28 juli 2002

Jan de JeuWil ik uitslapen met mijn Antoinette. Gewoon heerlijk langzaam uit dromenland afdalen. Met uitgebreid rekken en strekken de dag beginnen. Me op mijn zij draaien en genieten van de aanblik die mij geboden wordt. Een hand uitstrekken en met de top van mijn wijsvinger een spoortje trekken over haar huid. Genieten van het moment waarop ze haar lange wimpers opslaat, die prachtige groene ogen op me richt en haar gezicht zich plooit in een glimlach. Vandaag zal ik echter niet veel verder komen want plotseling versteent de uitdrukking op haar gelaat en zie ik nog slechts de alerte blik van een moeder. Ze hoort het dan ook altijd eerder dan ik; gestommel in de kinderkamer. Inderdaad, de wekker geeft aan dat het acht uur is; ik zou hem er volgens mij zelfs op gelijk kunnen zetten.

De eerste huilende uithaal klinkt. In een laatste vertwijfelde poging sla ik een arm om mijn lief heen en trek ik haar tegen me aan. Ik kus haar in haar hals en snuif haar geur op. We knuffelen even maar als ik daarna in haar ogen kijk zie ik dat het instinct de passie geen kans geeft. Zucht…. Ze maakt zich van me los en we rollen allebei een kant op. Even later loop ik achter haar aan in de richting van de kinderkamer. Het eisende huilen leidt even mijn aandacht af van de in de kamerjas voor mij bij iedere stap om de beurt opbollende billen. Als die daarna stil vallen draait Antoinette haar hoofd om en vraagt ze met haar liefste glimlach; “O Jan, vind je het goed dat ik eerst even ga douchen?” Ik knik afwezig. “Wil jij dan Isabeau even verschonen en vast eten geven?” Een tweede knik waarna mijn neus weer de zo vertrouwde geur oppikt terwijl mijn lippen beroerd worden.

De odeur die mij tegemoet zweeft wanneer ik mijn babbelende dochtertje uit haar bed - en vervolgens hoog boven mijn hoofd til, heeft evenwel een geheel andere oorsprong. Dat probleem kan niet meteen verholpen worden want uit ervaring weet ik dat, om een krijsconcert te voorkomen, eerst alle knuffels uitgebreid gedag gezegd moeten worden. Uiteindelijk durf ik het aan en maak ik aanstalten om haar achterover op het aankleedkussen te leggen. Meteen omklemt ze met beide armpjes mijn hals en zet het op een brullen. Waarom doet ze dat toch steevast op enkele centimeters afstand van mijn oor. Als ik ergens de pest aan heb dan is het dat wel! Het geluid van kletterend water in de badkamer roept een visioen op van een zich inzepend groenoogje en het verwisselen van de luier is dan ook gebeurd voor ik er erg in heb.

Met de kleine op mijn arm loop ik de trap af waarna ik bijna mijn nek breek over de grote dozen van de JM Lab Cobalt 816 Signature’s die ik tijdelijk te logeren heb. Vloekend duw ik de kamerdeur open en zet ik mijn dribbelpoppetje op de grond. Dat is dan ook precies wat ze doet, zodra haar voeten de grond raken, en wel in de richting van de JM Lab’s. Shit! Weer vergeten om gisteravond na de luistersessie de metalen fronten terug te plaatsen. Nog net op tijd kan ik haar met één arm onderscheppen voordat het uitgestrekte vingertje de faseplug te dicht genaderd is. Mijn eigen luidsprekers laat ze keurig met rust, maar zodra er een ander merk staat! Terwijl er voor de tweede maal een aanval op mijn trommelvlies gelanceerd wordt, ditmaal gelukkig van mijn andere oor, pak ik met mijn vrije hand een luidsprekerfront. Dat kan ik echter pas plaatsen nadat ik haar weer op vrije voeten gelaten heb. De hele cyclus herhaalt zich nog een keer vlak voor de verder in de kamer staande tweede luidspreker en wederom wordt er een oor geteisterd. Soms verbaast het me dat ik überhaupt nog iets kan horen.

Met een spartelend kind tegen mijn borst aan gedrukt zet ik, zo goed en zo kwaad als dat gaat, een cd op. Gelukkig heeft de muziek in eerste instantie altijd hetzelfde effect op Isabeau. Ze houdt op met dreinen en probeert niet langer aan mijn greep te ontsnappen. Ik zet haar op de grond en prompt loopt ze naar haar box. Deze variant heeft een, nu openstaand, deurtje en ze stapt erdoor naar binnen. Ik houd mijn adem in. Als ze nu gaat zitten heb ik even tijd om wat beter naar die DAC (van € 331,- ?) te luisteren die door zowel Rene van Es als Philip van Deijk de hemel in geprezen wordt. Isabeau laat zich op het boxkleed zakken en ik haal verlicht adem. Yes! Nu is het zaak om niet te snel naar de audio kast te lopen want anders is ze weer afgeleid. Af en toe is het wel degelijk een nadeel dat mijn Densen versterker geen afstand bediening heeft. Ik draai het volume omhoog en op mijn tenen bereik ik daarna de luisterplek. Isabeau wiegt mee op de maat van de muziek en mijn lief is ongetwijfeld bezig met Lancôme of één van die andere Franse huizen die hun te hoog geprijsde producten in te klein bemeten potjes verpakken. Hoe bedoelt U: “ Hifi is een dure hobby.” Ik kan dus even rustig genieten. Mijn zitvlak raakt het kussen en ik laat me behaaglijk achterover zakken. “Taderadedadatadedada, Taderaderaderaderadedada!” Nee hè, ik doe die importeur van Fisher Price nog eens iets aan! Prompt klinkt het imbeciele deuntje voor de tweede keer. Isabeau kijkt trots op alsof ze zeggen wil; mooi hè papa, ik kan ook muziek maken. Ja, Prachtig! Ik heb met veel pijn en moeite het herrieproducerende speelgoed kunnen beperken tot slechts één exemplaar maar ik vervloek nog regelmatig de dag dat dit wiebelende, in iris ontsteking veroorzakende kleuren uitgevoerde, plastic rupsje onze woning binnenkroop.

Waarom haal ik die batterijen er niet gewoon uit? Nee, niet op dit moment natuurlijk. Dat heb ik inmiddels wel ge- of moet ik zeggen: verleerd. Mijn oren zouden een hernieuwde aanval niet overleven vrees ik. Voor vandaag zit ik wel weer aan mijn tax. Niet op reageren. Ze krijgt er vanzelf genoeg van. “Taderadedada….” Ze krijgt er altijd op een gegeven moment genoeg van ja. Maar wanneer? Gewoon op de muziek concentreren. De DAC klinkt ook met deze cd helderder dan mijn eigen NorthStar model 3. Er lijkt bij deze cd eveneens sprake te zijn van een toegenomen drive. Maar gisterenavond is me dat niet opgevallen. Ik heb wel het idee dat de emotie in de stem minder overkomt. Het voor mij zo cruciale middengebied lijkt wat minder al kan ik het niet precies definiëren. Maar de helderheid doet het hoog mooi uitkomen. Muggenzifterij natuurlijk; veel te goed voor die prijs. Het laag….. “Dingdong” Ding dong? Dat geluid ken ik nog niet en verbaasd kijk ik in de richting van Isabeau. Die interpreteert mijn blik klaarblijkelijk als een verzoek; “Taderadedada…” “Dingdong” klinkt het weer. Dan valt het kwartje. De deurbel; natuurlijk!

Soms he2Jawel, eindelijk zijn ze binnen! Nee, het heeft niet aan tante Post gelegen dat het zo lang geduurd heeft. De vraag was dermate groot dat er een leveringsprobleem ontstond. En ik wilde hem zo graag hebben; de gelimiteerde Ella Fitzgerald box met vijf lp’s waarop ze het werk van George en Ira Gershwin zingt. Zowel in muzikale als in grafische zin een kunstwerk. En natuurlijk de twee lp’s waarop ze het Cole Porter werk eer aandoet. Wat een prachtig pakket, aangeschaft tijdens de laatste Doelen Lente Hifi show waar importeur Anne-Jet Fennema van Technicom deze begerenswaardige lp’s, en vele andere, presenteerde. Terwijl ik de lay-out bewonder loop ik de woonkamer weer in. Isabeau speelt nog steeds dus ik kan nog even mijn gang gaan. Waarmee? Wat denkt U? In ieder geval niet met het kritisch beluisteren van de DAC. Die zal tot een later stadium geduld moeten hebben.

Hier heb ik al zo lang naar uitgekeken en nu ligt de eerste 180 grams lp op de draaitafel. Wat jammer dat ik mijn Clearaudio Matrix nog steeds niet binnen heb. Ik had de lp’s liever eerst gewassen. Over leveringsproblemen gesproken. Natuurlijk kan ik mijn Knosti Disco Antistat gebruiken maar….. wat bazel ik nou; ik wil gewoon muziek horen! Tergend langzaam zakt de naald naar beneden. Isabeau is muisstil dus ik kan gaan genieten vanaf de allereerste aanzet van de eerste toon. De naald tikt het maagdelijke vinyl aan en nog voordat ik sensorisch die verwachte ruimteaanduiding - die aan die eerste toon vooraf gaat - gewaar word, hoor ik in plaats daarvan het gevreesde geluid van de plastic wieltjes van de Pooh mobiel die door Isabeau onder het uitroepen van “Huh, huh, huh” zijwaarts door de kamer wordt geduwd. Waarom doet ze dat nu juist op dit moment? Waarom gebeurt mij dit? Waarom…. Dan gaat de kamerdeur open.

Fris als een hoentje, tot in de puntjes gekleed en smaakvol opgemaakt staat daar mijn lief. Het maakt dat ik me plotseling bewust ben van de ongewassen en ongeschoren toestand waarin ik zelf verkeer. Isabeau maakt ondertussen een draai van 180 graden en schuift haar vervoermiddel, nog steeds dwars op de rijrichting geplaatst, met krijsende wieltjes diagonaal door de kamer naar haar moeder toe. “Huh, huh, huh” Zuchtend laat ik mijn hoofd achterover zakken tot mijn achterhoofd op de rugleuning van de bank rust. Ik hoor Antoinette naar de keuken lopen. De krijsende wieltjes volgen. “Oh, je hebt al afgewassen; wat lief!” “Nee schat” mompel ik. “Hebben jullie nog niet gegeten dan?” De vrolijke, ontspannen toon is verdwenen. “Je weet toch dat Isabeau altijd eerst moet eten? Hè, ik kan ook nooit eens even tijd voor mezelf nemen.”

Soms hè…


EDITORS' CHOICE