COLUMN

De Recensent

Jan de Jeu | 31 juli 2001


Op mijn werk verschijnt op mijn computer een mededeling dat er een e-mail bericht is van Rene van Es, degene van het groepje recensenten die de contacten met de importeurs en fabrikanten onderhoudt. Ik sluit het word document waarin ik aan het werk ben af en ga naar Pegasus mail om mijn nieuwe mail te bekijken. Het blijkt dat er een toezegging is van de importeur Innovation & Design en dat er een geïntegreerde versterker van Pathos gerecenseerd zal worden. Dat is goed nieuws. Ik wil al geruime tijd een keer een hybride versterker in mijn systeem horen. Het bericht gaat verder met de vraag of ik contact met de importeur op wil nemen om een concrete afspraak te maken. En dat wil ik! Ik bel acuut op en maak met Emiel de afspraak dat hij de Pathos versterker de komende woensdag af zal leveren op mijn werk.

De bewuste woensdag zit ik wederom achter mijn computer wanneer ik op de deur hoor kloppen. De deur gaat open en er stapt een jongeman naar binnen. “Hallo, ik ben Emiel…..” Voor hij nog iets kan zeggen roep ik uit: “De Pathos “. Hij knikt. “Waar staat je auto?” vraagt hij vervolgens. “Er wordt hier nogal veel gestolen op het parkeerterrein, het lijkt me veiliger wanneer je hem hier op de kamer zet” antwoord ik. “Heb je dan een steekwagentje?” Ik trek mijn wenkbrauwen op. “Ja, hij weegt met de kist mee 50 kilo” is het antwoord. “De Classic One?” vraag ik ongelovig. Ik heb het versterkertje wel eens gezien en kan me niet voorstellen dat daar zo’n gewicht aan gekoppeld is. “Nee, ik heb de Twin Towers voor je meegenomen” zegt Emiel. Hij hoort mij niet klagen en we gaan met zijn auto naar het andere parkeerterrein waar mijn eigen auto staat. Daar aangekomen opent hij de achterklep van zijn auto en ik zie een gigantische kist staan. Mijn God, denk ik, hoe verkoop ik dit thuis? Dit is geen versterker, dit is een complete energiecentrale! “Weet je zeker dat je het risico wilt nemen dat hij uit de auto gehaald wordt?” Hij knikt. We tillen de kist met vereende krachten van het ene stuk blik op wielen in het andere en nemen afscheid. Hij gaat met vakantie dus ik heb ruim de tijd om de Pathos aan de tand te voelen.

Die middag komt mijn echtgenote na haar werktijd naar het ziekenhuis waar ik werk. We hebben afgesproken dat we samen in de aan het Academisch Ziekenhuis Rotterdam gelieerde Mensa van de Medische Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam de maaltijd zullen gebruiken zodat we elkaar toch nog even zien omdat ik de rest van de avond door zal brengen bij mijn audiobuddies. Gedurende het eten vertel ik haar dat ik de verwachte versterker achter in mijn auto heb staan. Ze reageert als altijd geïnteresseerd. Ik durf haar niet te vertellen hoe groot de versterker is en hoeveel ruimte hij dus in zal nemen in onze woonkamer. Hij past niet in een van de vakken van mijn audiomeubel en ik zal er dus een andere plek voor moeten vinden. Bij de gedachte alleen al breekt het zweet me uit. Wat een werk en dan heb ik het nog niet eens tegen haar verteld.

Na het eten nemen we afscheid en terwijl ik haar kus vraag ik me af waarom ik niet gewoon met deze heerlijke vrouw mee naar huis ga. Ik lijk wel gek om in plaats daarvan ervoor te kiezen om mijn avond door te brengen met drie andere mannen. Ze rijdt weg en terwijl ik in mijn eigen auto stap gaan mijn gedachten naar de voor mij liggende avond. Dit is zo’n avond waarop de recensenten van hifi.nl bij elkaar komen om gezamenlijk naar muziek te luisteren en met elkaar over hifi, muziek, componenten en andere wetenswaardigheden uit het kleine hifi-wereldje te praten. Vanavond is het bij Philip.

Ik verheug me erop want we zullen een geïntegreerde Lavardin versterker die hij tijdelijk ter recensering in zijn set opgenomen heeft gaan vergelijken met zijn eigen geïntegreerde Audio Research. Bovendien heeft hij net zijn Avalon monitors ingeruild voor een ander type van datzelfde merk en ook die heb ik nog niet in zijn installatie kunnen beluisteren. Afgesproken is verder dat we zijn eigen DAC zullen afzetten tegen de nieuwe van Rene. En als er dan nog tijd over is en we weten echt niet wat we daarmee moeten doen dan kunnen we altijd nog de Pathos even beluisteren.

Bang om de kist met de Pathos in mijn auto achter te laten ben ik niet. Tenslotte is Philip bij de sterke arm der wet werkzaam, heeft zijn vrouw eveneens een baan in dat of een aanverwant circuit en lopen er om hun huis een grote herdershond en een grote rottweiler rond. Veiliger kan bijna niet en een crimineel die overweegt om op dat adres iets te ontvreemden moet toch wel erg laag op de WAIS intelligentietest scoren.

De avond verloopt zoals altijd op zeer genoeglijke wijze en er wordt druk gediscussieerd over de positieve en de negatieve aspecten in het geluid van de beide DAC’s. Ook de versterkers worden tegen elkaar afgezet en voor we er erg in hebben is de avond voor een groot deel verstreken en moet het geluidsniveau om sociale redenen omlaag gedraaid worden. Het heeft geen zin om alsnog de Pathos uit te laden en aan te sluiten. Er komt sowieso een half uur opwarmen bij de tijd die nodig is om de versterker aan te sluiten en er moet eveneens rekening gehouden worden met de tijd die nodig is om alles weer los te koppelen. Een ander keer.

Als ik een half uur later thuis kom is het huis in duisternis gehuld. Ik rijd de auto de stoep op tot vlak voor de voordeur en open de achterklep. De kist ligt daar als een groot dood gewicht. Vijftig kilo. Ik kan nu om half een ’s nachts de buurman niet even vragen een tilletje te geven. Ik trek de kist naar achteren en licht hem aan een kant op om in te schatten hoe zwaar hij is. Zwaar dus. Toch zal ik wel moeten. Ik durf hem niet een hele nacht in de auto te laten staan. Zeker niet met die prominent zichtbare sticker waarop vermeld staat dat het de uitvoering is met 24 karaats gouden onderdelen.

Mijn rugspieren laten zich voelen als ik de kist uit de auto til en het tuinpad oploop. Voor de deur moet ik hem weer op de grond zetten om mijn sleutel te zoeken. Wanneer ik hem uiteindelijk in de gang heb staan ben ik voor mijn gevoel total loss. Ik sleep mezelf de trap op en laat me, nadat ik me uitgekleed heb, op mijn bed vallen. “Heb je je geamuseerd?” vraagt mijn echtgenote die nog wakker blijkt te zijn. “Ja, hartstikke gezellig” mompel ik terwijl ik met een hand over mijn pijnlijke rug wrijf. Dan val ik als een blok in slaap.

De volgende morgen ben ik, zoals altijd, als eerste op en ik haast me om de zware kist uit de gang naar de woonkamer te schuiven. Hij belandt naast het audiomeubel waar hij iets minder groot overkomt maar desondanks nog steeds zeer duidelijk aanwezig is. Ik kijk naar de grote stapel lp’s die daar ligt om gedurende het recenseren te gebruiken en overweeg om die naar zolder te brengen. Tenslotte ziet het er dan toch weer wat minder rommelig uit. Voordat ik dat echter kan doen gaat de kamerdeur open en staat mijn vrouw naast me. “Zo, dat is een grote kist”, zegt ze in het voorbijgaan. Ik haal opgelucht adem. Dat valt niet tegen. “Wanneer ga je hem opstellen?” vraagt ze. “Dat weet ik nog niet”, zeg ik ontwijkend.

Diezelfde avond na het eten kondigt mijn vrouw aan dat ze graag even een uurtje of twee in bad wil gaan liggen. Of ik onze dochter in de gaten wil houden. Uiteraard stem ik toe. Op die manier kan ik krediet opbouwen die ik hard nodig zal hebben wanneer ze eenmaal ziet hoe de nieuwe versterker het interieur zal verstoren. Ik hoor de kraan lopen en begin aan het karwei. Eerst sleep ik de kist naar het audiomeubel. Dan schroef ik de deksel los. Ik zuig de lucht tussen mijn tanden door naar binnen. Hij is nog groter dan ik dacht en zal dus voor het audiomeubel op de grond moeten staan. Nou ja, dat moet dan maar. Omdat mijn interlinks, het zijn Siltech’s dus iedere tien centimeter kost geld, allemaal 50 cm lang zijn kan ik de versterker niet verbinden met in het audiomeubel staande componenten. Shit! Wat nu?

Na enige tijd de zaak van alle kanten bekeken te hebben besluit ik om de DAC een kwart slag te draaien en half uit de kast te zetten. Op deze manier kan het allemaal net maar het ziet er natuurlijk afschuwelijk uit. Luidsprekerkabels liggen halverwege de kamer over de vloer en je ziet de achterkant van de DAC compleet met netkabel, digitale kabel en interlink. Zoveel krediet kan ik onmogelijk opgebouwd hebben. Als ik vervolgens de phono voorversterker eveneens moet verplaatsen en deze naast de DAC voor het audiomeubel een plaatsje vindt begin ik me ernstig ongerust te maken over de reactie van mijn wederhelft. Dit accepteert ze nooit.

Terwijl ik mijn hersens pijnig over een mogelijke oplossing breng ik de kist van de versterker vast naar boven. Op de logeerkamer staan diverse dozen van apparatuur die ik op dit moment bij het recenseren gebruik. Een doos van de North Star M192 24/192 DAC, een doos van de Clearaudio Champion platenspeler, eentje van de Clearaudio Basic phono voorversterker, een doosje waar het element in hoort, een doosje voor de zware stalen puck, mijn eigen Rega Planar 3, de glazen plaat van de Standesign wandbeugel. Het is maar goed dat er momenteel niemand bij ons logeert en dat er vooralsnog ook niemand is die op korte termijn gebruik van deze kamer wil maken. Ik schuif een en ander opzij om de kist te kunnen plaatsen en overzie het slagveld. De confrontatie met mijn eega zie ik somber in. Ze is ontzettend begrijpend wanneer het om mijn audio hobby gaat maar dit kan niet.

Voordat ik de trap weer afloop steek ik mijn hoofd nog even om de hoek van de badkamer. Twee groene ogen glanzen me tegemoet. “Ha lief, lukt het?” Ik aarzel even maar besluit dan toch om het haar te vertellen. “Eigenlijk niet, mijn kabeltjes zijn te kort en dePathos staat voor de kast, de DAC staat nu half uit de kast en de Basic phono voorversterker staat er ook buiten. En dan heb ik het nog niet eens over de kabels die als gemorste spaghetti over de vloer liggen uitgespreid”. Gespannen wacht ik haar reactie af. “Ja, dat vind ik niet echt mooi maar als het tijdelijk is…..” “Natuurlijk is het dat” haast ik me te zeggen. “Hooguit twee of drie weken, misschien vier”. “Vier?” Ze zucht. “Nou ja, dat moet dan maar” zegt ze uiteindelijk. “Dank je, lief” Opgelucht verlaat ik de badkamer weer.

Beneden aangekomen overzie ik de chaos. Wat een puinhoop. Dit is geen huiskamer meer. Dit is een studio. Ik zet de versterker aan en wacht tot ik muziek kan gaan beluisteren. Een half uur later zet ik een cd op van Laura Fygi waarvan ik weet dat Antoinette hem erg mooi vindt. Wanneer het vierde nummer begint hoor ik haar de trap af komen. De kamerdeur gaat open en ze stap naar binnen gekleed in een kamerjas, een grote badhanddoek om de haren gedraaid. Ik zie haar binnenstappen en vraag me voor de zoveelste keer af hoe ze het toch voor elkaar krijgt dat die handdoek gewoon blijft zitten zonder dat er gebruik gemaakt is van spelden of wat dies meer zij.

Ze overziet de ruimte die eens een woonkamer was en komt langzaam naar mij toe lopen. Bij mij aangekomen buigt ze zich voorover en drukt een kus op mijn lippen. Dan komt ze naast me zitten. “Chic” zegt ze en als ik vraag wat ze bedoelt zegt ze; “Die versterker ziet er chic uit” “En wat vind je van de opstelling?” vraag ik aarzelend. “Waarom doe je dat zo?” “Heb ik dat niet gezegd? Mijn kabeltjes zijn te kort en die versterker past niet in de kast.” Ze kijkt nadenkend en zegt dan: “Als je nu die audiokast gewoon wat verder de kamer in schuift dan staat hij niet meer onder die wandbeugel waar de draaitafel op staat. En dan kun je de versterker er gewoon bovenop zetten”. Mijn mond valt open. “Vind je dat niet erg dan?” “Nee natuurlijk niet. Als je recenseert moet je ook de ruimte daarvoor hebben”. God wat ben ik dol op deze vrouw.


EDITORS' CHOICE