De voorbereidingen beginnen eigenlijk al in het weekend waarin ik mijn installatie de halfjaarlijkse “ wipe and clean “ beurt geef. Alle connectoren worden, met behulp van wattenstaafjes en pijpenragers, achtereenvolgens gereinigd en preventief behandeld met vloeistoffen uit de twee kleine flesjes Kontak. Mijn groenoogje bekijkt dat alles met een meewarige blik die lijkt te zeggen; “Natuurlijk hoor je dat verschil jongen.” Tegen de tijd dat de laatste connector gereinigd is verlaat zij het huis om samen met onze kleine meid de eendjes te gaan voeren. Op het moment dat ze de voordeur achter zich dichttrekt leg ik de “system enhancer” cd in het cd transport, stel ik het volume in en pak ik de afstandsbediening. Ik stap de gang op en trek de deur achter mij op een kier. Daar steek ik mijn hand met de afstandsbediening doorheen en vervolgens druk ik op “play” Een kakofonie van computergegenereerde geluidssignalen barst los en ik trek zo snel mogelijk mijn hand terug en de deur dicht. Zelfs achter de, toch vrij zware, brandwerende deur is het geluidsniveau fors en ook ik verlaat het huis om pas minimaal 63 minuten later terug te keren. De installatie is er klaar voor.
Op de dag waarop de dames niet thuis zijn en ik de gelegenheid heb om mij na mijn werk weer eens ouderwets en dus ongestoord aan mijn audio passie te wijden, stap ik aan het eind van de werkdag in mijn auto en rijd ik het parkeerterrein van het ziekenhuis af. Ik hoor de achter mij neerdalende slagboom het metaal raken van de steun waarop hij tot rust komt en op dat moment kan ik mijn geest vrijmaken van de patiëntgesprekken die ik die dag weer gevoerd heb. Dan begint het genieten; de voorpret. Gedurende de rest van de 30 kilometer lange rit naar huis mijmer ik over de cd’s en lp’s die ik zal gaan draaien en over de volgorde waarin dat zal gebeuren. Van de files lijk ik me minder aan te trekken dan normaliter het geval is. Het wachten voor de geopende brug onderga ik eveneens glimlachend. Zelfs de daarmee gepaard gaande vertraging accepteer ik. Tenslotte heb ik nog de hele avond voor me.
Ik trek de voordeur achter me dicht en terwijl ik mijn koffer neerzet gaat de telefoon. “ Ha lief, amuseer je je een beetje op je vrije avond? “ Er volgt een relaas van de belevenissen van die dag en het is wel duidelijk dat de meisjes plezier hebben. “ Ik dacht ik zal nu maar even bellen want vanavond zien we elkaar natuurlijk nauwelijks en bovendien slaapt dan je dochter al. Wil je haar ook even aan de lijn?” En voor ik het weet sta ik tegen mijn, zwaar in de telefoon hijgende, drie maanden oude dochter te brabbelen. Ondertussen lijkt de installatie me te roepen. Wanneer ik uiteindelijk op zorgvuldige wijze ( lees: zonder dat mijn vrouw het gevoel krijgt dat zij afgepoeierd wordt ) het gesprek af kan ronden, dringt mijn rammelende maag zich aan mij op. Even snel wat boterhammen in de magnetron, een eitje bakken en dan; luisteren!
Na het eten laat ik de afwas voor wat hij is en ga ik koffie zetten. Met een grote dampende mok loop ik richting audiomeubel. Met de cd “ Kind of Blue” van Miles Davis in mijn handen word ik overvallen door het geluid van de deurbel. Nee he, dat zal toch niet? Doordat de woonkamerdeur open staat kan ik een blik in de gang werpen. Door het kleine matglazen raampje in de voordeur zie ik een silhouet. Terwijl ik aanstalten maak om een stap achteruit te doen doet het silhouet een stap opzij waardoor mijn buurman over zijn volle lengte door de manshoge ruit naast de voordeur zichtbaar wordt. Betrapt.
“Ha Jan, ik zag je auto staan en ik weet hoe gek jij op audio bent dus…” Met een brede grijns op zijn gezicht vertelt hij dat hij een nieuwe audio installatie gekocht heeft. Mezelf op het ergste voorbereidend zeg ik; “ Hartstikke leuk, wat heb je gekocht? “ Het blijkt dat hij een eerder advies van mij ter harte genomen heeft en zich voor heeft laten lichten in een goede winkel. Terwijl ik het verhaal aanhoor dat doorspekt is met namen als NAD, Chario en Musical Fidelity tracht ik ongemerkt een blik op mijn horloge te werpen. Buiten begint het al te schemeren. En nog geen toon gehoord. Buurman praat ondertussen enthousiast verder en ik bereid me voor op de onvermijdelijke vraag of ik even wil komen luisteren. “ …..en het liefst zou ik je nu willen vragen of je even komt luisteren maar ik herinner me dat je me ooit eens gezegd hebt dat je een installatie eerst ruim de tijd moet geven om in te spelen.” “ Ik hou het graag een keer te goed” haast ik me opgelucht te zeggen. In gedachten ben ik al weer bij mijn muziek als ik hem hoor vragen: “ ….en wil ik je vragen of je nu even tijd hebt om dat te doen.” Waar ging het over vraag ik me vertwijfeld af. “ Of heb je dat apparaatje, waarmee je de fase meet, aan iemand uitgeleend?” Ah, daar gaat het dus om. “Nee zeker niet, je kunt het meenemen hoor. Neem maar rustig alle tijd.” Er verschijnt een blik van teleurstelling op zijn gezicht. “ Ik hoopte eigenlijk dat jij dat even voor me zou kunnen doen” Een kort durend dilemma.
“Natuurlijk, ik pak hem even en dan loop ik met je mee” Met de polechecker in de aanslag stap ik de aangrenzende woning binnen. Boven hoor ik gestommel van de kinderen die door hun moeder naar bed gebracht worden. We gaan de woonkamer in en daar staan alle spullen. Althans, daar staan de dozen. “ Ik moet ze alleen nog even uitpakken en aansluiten” zegt hij en hij begint aan het plakband van een uit Italië afkomstige kartonnen doos te trekken. Daar gaat mijn avond. “ Ik help wel even” zeg ik en ik begin met het uitpakken van de versterker. De apparaten worden een voor een op het net aangesloten en ik bevestig de door mij meegenomen plakkertjes op de fase kant van de stekkers en van het stopcontact. Dan gaan ze weer van het net en volgen de interconnects en de luidsprekerkabels. “Die moeten andersom” zeg ik. Aan zijn gezicht zie ik dat hij het niet begrijpt. “Die kabels zijn richtinggevoelig en de tekst moet lopen van de bron naar de versterker” Ik kan me de volgende vraag al bedenken en inderdaad, daar komt hij; “Waarom is dat?” Uiterlijk geduldig, maar innerlijk in toenemende mate onrustig, beantwoord ik zijn vraag. De buurvrouw komt beneden en informeert naar de vorderingen. Wanneer zij bijgepraat is volgt de onvermijdelijke vraag naar het welzijn van mijn dochter waarna ik informeer naar hun kinderen. Een kopje koffie als dank voor de hulp kan ik niet afslaan. En een glaasje whisky al evenmin.
Het is al donker wanneer ik mijn eigen huis weer betreed. Ik trek de gordijnen dicht en doe een klein lichtje in de keuken aan. De koude koffie gooi ik weg en ik schenk voor mezelf een lekkere mout whisky in. “Kind of Blue” verdwijnt in het transport en ik laat mij, met de afstandsbediening in de hand, op mijn sweet spot zakken. Ik geniet van de rust in de vrijwel donkere kamer. De duisternis wordt slechts doorbroken door de oplichtende leds van transport, dac en versterkers. De whisky hangt mooi in het glas. Ik druk de “play” knop in en hoor de eerste drie piano tonen van de cd. Ah! Genieten.
Het ganglicht rukt mij wreed uit mijn euforie. “ Jan, kun je even helpen met de maxi cosy?” Mijn vrouw doet de kamerdeur open en in dezelfde beweging zet zij het lichtknopje om. “Wat is het hier donker”. Miles wordt gereduceerd tot akoestisch behang. Ik sleep met tassen babykleertjes, voedingsflessen, luiers, boodschappen etc. terwijl ik ondertussen het geanimeerde gebabbel van mijn echtgenote aanhoor. Mijn dochter is inmiddels wakker geworden en laat horen dat zowel haar stembanden als longen prima ontwikkeld zijn. “Wil jij even een flesje voor haar warmen?” Op weg naar de keuken zet ik de installatie uit. “ Je hoeft hem voor mij niet uit te zetten, hoor. Ik vind dat wel een mooie plaat. Heb je genoten?”
“ Ja heerlijk” zeg ik. “Zo’n avondje doet je echt goed”. Ik zucht. Drie noten. Maar wat voor noten!