COLUMN

Audiocrisis

Jan de Jeu | 29 augustus 2001

Ik sta voor de tweede achtereenvolgende dag op de gehuurde steiger in mijn achtertuin de houten raamkozijnen te verven als mijn vrouw me toeroept dat mijn koffie klaar staat. Dankbaar neem ik dit excuus om me aan het vervelende werk te onttrekken met beide besmeurde handen aan. Terwijl ik naar beneden klim vraag ik me af hoe sommige mensen het toch presteren om hun handen bij dit soort klussen verfvrij te houden. De mijne hebben inmiddels de grijsblauwe kleur van de verf aangenomen en tijdens de afdaling blijven ze dan ook steeds opnieuw vastplakken aan de aluminium dwarsbalken.

Na mijn handen gewassen te hebben loop ik naar de “sweet spot” waar Antoinette de dampende koffiemok neergezet heeft. “Wat wil je horen?” vraagt ze terwijl ze een lade met jazz cd’s opentrekt. Helaas heeft ze verkeerd gegokt. Ik wil nu even geen jazz horen want dan sta ik vandaag niet meer op van deze plek. “Doe maar Melissa Etheridge” zeg ik en ik volg haar handen die een jewel case uit de la halen, er een schijfje uit toveren en dat vervolgens in de lade van de drive leggen. Terwijl de cd lade zich sluit verleg ik mijn blik naar de volumeknop die daarna door Antoinette met een ferme slag doorgedraaid wordt. Na twee jaar ligt het gemiddelde door haar geprefereerde geluidsniveau inmiddels op dezelfde hoogte als waar dat van mij zich al jaren bevindt. Automatisch verschuift mijn blik nu naar het daarboven liggende plateau waarop de DAC staat. Dan zie ik het.

De led’s van mijn DAC flikkeren. Flikkeren? Dat hebben ze nog nooit gedaan. Dat kunnen ze helemaal niet! “Zet uit!” brul ik tegen Antoinette en ze kijkt met grote verbaasde ogen naar mijn luisterplek. Ik sta echter al naast haar en waarschijnlijk vraagt ze zich nu af hoe ik de schietstoel functie van die zitting geactiveerd heb. “Ga weg!” Met een breed armgebaar duw ik haar terzijde en zak ik door mijn knieën. Ze begint protesterend te sputteren maar ik hoor het al niet meer. Wat kan er aan de hand zijn? Na de cd stopgezet te hebben sta ik weer op en duik ik achter mijn audiokast. Het eerste wat ik doe is de beide hoofdstekkers uit de wandcontactdoos trekken. Het gehele systeem wordt uitgeschakeld. Er kan in ieder geval niets meer gebeuren. Wat nu? Nadenken! Is de DAC kapot? Wat kan er aan een DAC kapot gaan? Is de digitale kabel tussen drive en DAC kapot? Kan dat? Een kabelbreuk? Maar hoe? De kabel hangt volkomen vrij, met in het midden een extra ondersteuning. Toch maar uitproberen. “Nette, wil jij mij die digitale kabel even aangeven die naast dat Audio Agile netfilter ligt?”

“Alsjeblieft” Zonder mijn blik aan het rampgebied te onttrekken strek ik mijn hand uit. Wanneer ik de gladde kabel in mijn hand voel kijk ik op. Glad? Die Oehlbach is helemaal niet glad. Die moet aanvoelen als rubber. “Ik zeg toch digitaal? Dit is een van de zilverkabels die Bob me gestuurd heeft!” Geïrriteerd kijk ik op. “Hij zit in die plastic doos” Ik maak een ongeduldig gebaar naar de kast waarin de kabel zich moet bevinden. “Hoe moet ik nu weten hoe een digitale kabel er uit ziet” moppert mijn lief. “En zeg nu eens wat er aan de hand is!” Ook in haar stem begint nu het ongeduld door te klinken. “Mijn DAC knippert”. “En dat mag niet?” vraagt ze voorzichtig. “Nee, natuurlijk niet. Heb jij hem wel eens eerder zien knipperen dan?” Ondertussen maak ik een begin met het vervangen van de Audioprism kabel door de Oehlbach kabel. “Ook dat nog”, mompel ik. “Wat is er?” probeert mijn groenoogje ertussen te komen. “Te kort” “Nou, dan koop je toch een andere? Je hebt het al vaker gehad over een digitale kabel van Siltech of niet soms?” “Ik ga toch geen ander digitale kabel kopen als ik nog niet zeker weet dat daar het probleem ligt?” antwoord ik terwijl ik me bedenk dat dit misschien wel een geluk bij een ongelukje kan worden. “Nee, dat begrijp ik, maar als dat nu het probleem blijkt te zijn. Wat kan het anders nog zijn?” Inmiddels heb ik de drive en de DAC elk van hun eigen plek gehaald en staan ze naast elkaar achter het audiorack. De Oehlbach zit er tussen en ik schakel de stroom weer in. "Shit!" Meteen trek ik de stekkers weer uit het stopcontact.

“Ik begrijp dat er geen verbetering optreedt?” Ten antwoord knars ik slechts met mijn tanden. “Jan, zeg wat!” Het zweet breekt me uit en ik voel de irritatie toenemen. “Het kan ook de DAC zijn maar ik heb geen tweede DAC in huis om dat uit te proberen!”. “Nou, dan bel je Rene en dan vraag je of je even met je DAC bij hem langs kunt komen. Die heeft toch ook nog vakantie?” klinkt het onverstoorbaar. Zoenen kan ik dat jadeoogje. Voor ik op kan staan krijg ik de telefoon in mijn handen gedrukt en begint ze het nummer uit haar agenda voor te lezen. Geen gehoor. Waar zit die verhipte kerel nou weer. “Zijn mobiele…?” Ik hoef mijn zin zelfs niet af te maken. “Rene van Es” klinkt het even later opgewekt. Hij loopt in Amsterdam over het Waterlooplein en begint enthousiast te verhalen over Nakamichi cassettedecks en Marantz versterkers die daar - sedert de column van Rudy van Stratum waarschijnlijk veel te duur - te koop aangeboden worden. Bij hem kan ik dus niet terecht op dit moment. Wat nu? “Ligt er ook een DAC bij?”

We praten nog even door, Rene noemt nog wat aanbiedingen die hij op internet gezien heeft, en uiteindelijk besluit ik om de Rotterdamse dealer te bellen waar ik de combo indertijd aangeschaft heb. Deze heeft, waarschijnlijk ten gevolge van het mooie weer, geen afspraken die middag en ik kan met DAC en drive direct bij hem langs komen. In zijn luisterruimte sluit Michel Zwaard eerst mijn DAC aan op een TEAC drive. Meteen is duidelijk dat het probleem bij de DAC ligt. Hij biedt aan om de DAC de volgende dag mee te nemen naar de importeur Dimex en hen een prijsopgave van een reparatie te laten geven. In de tussentijd kan ik een voor mij oude bekende DAC, de CEC DX 51 24/96, mee naar huis nemen zodat ik toch naar muziek kan luisteren. Ik hoor Antoinette verlicht adem halen. Wanneer Michel als reactie verbaasd haar kant op kijkt zegt ze; “Daar ben ik heel blij mee, hij is namelijk niet te genieten als hij lang zonder muziek moet”.

Onder het genot van een vers gezet kopje thee laat Michel nog even een SACD horen via de in de luisterruimte opgestelde installatie die naast de Philips SACD 1000 speler bestaat uit Array voor- en eindversterkers en Link M300 speakers. Waarin de Benelux zoal groot kan zijn! De speakers verdwijnen volledig en de klassieke muziek klinkt heel fraai. Met name de ruimtelijke informatie maakt indruk. Op mijn verzoek draait hij ook nog even een gewone, mij bekende cd. “Sailing to Philadelphia” van Mark Knopfler klinkt wat feller dan ik thuis gewend ben maar dat kan aan (een combinatie van) meerdere factoren liggen en hij klinkt absoluut niet slecht via de SACD 1000. Ik moet zelf even wennen aan het idee dat ik dat zeg over een Philips apparaat. Al luisterend bedenk ik me dat ik hem best eens in mijn eigen systeem zou willen horen.

Weer wat gekalmeerd nu ik weet dat ik in ieder geval straks thuis weer muziek kan draaien vraag ik me later op de terugweg naar huis af wat ik moet doen. De DAC laten repareren? Hij is al weer enkele jaren oud en eigenlijk wil ik liever een andere DAC. Maar welke? Ik haat het om voor het blok gezet te worden. Ik wil ruimschoots de tijd hebben wanneer ik ga kijken naar een andere DAC. Daarnaast is er dan nog de vraag of het misschien niet zinvol is om over te stappen naar een ander formaat zoals bijvoorbeeld SACD. Plotseling ben ik me ervan bewust dat Antoinette mij aan zit te kijken. Ik kijk opzij en vraag; “Wat is er?” Ze kan haar lachen nauwelijks inhouden. “Je zou jezelf eens in de spiegel moeten zien”. “Hoezo?” Ik kijk in de achteruitkijkspiegel; niets bijzonders. Dan kijk ik naar beneden. Mijn t-shirt is bepoederd met stof dat afkomstig is van het wegschuren van oude verflagen en ook op mijn armen rust een dergelijke laag. Daar doorheen lopen hier en daar strepen verf. “Had je dat niet even kunnen zeggen voordat we weggingen?” vraag ik en tegelijkertijd realiseer ik me hoe ik ten tijde van een dergelijke audiocrisis reageer. Ik zou ontploft zijn als ze er wat van gezegd zou hebben. Het is al bewonderenswaardig dat ze nog steeds de humor in kan zien van de situatie. “Ik ben erg he?” zucht ik. “Och, inmiddels gaat het wel weer. Bovendien, ik weet hoe belangrijk audio voor je is”. Dan herinner ik me waar ik voor ons vertrek mee bezig was. “Heb ik eigenlijk de verfpot afgesloten en de kwasten schoongemaakt voor we weggingen?” Ze trekt haar wenkbrauwen op. “Wat denk je zelf?” “Ik ben bang dat ik dat in alle commotie vergeten zal zijn”. Ze knikt. “Wees nu maar blij dat je getrouwd bent met een, pragmatisch ingestelde, niet audiofiele vrouw die wel aan dat soort dingen denkt. Dat blik zit dicht en die kwasten staan in een potje met terpentine.” “Dank je wel schat.” “Ga je morgen weer verder met verven?” Natuurlijk doe ik dat. Wat dacht je dan. Dat ik een DAC ging kopen?” Wantrouwend kijkt ze me aan. Ik besluit er verder het zwijgen toe te doen. Als we even later uitstappen kan ik het niet langer inhouden: “Hoeveel geld heb ik eigenlijk nog op mijn audio rekening?” “Nee he?” zucht ze vertwijfeld terwijl ze een blik omhoog werpt.


EDITORS' CHOICE