COLUMN

Huiskamer, luisterkamer of... kinderkamer

Jan de Jeu | 07 november 2001


Het begon ongeveer anderhalf jaar geleden toen we op zoek waren naar een andere woning. Tot op dat moment bewoonden we een groot 5 kamer appartement in Schiedam waarvan we van te voren wisten dat we er niet langer zouden wonen dan een jaar. Het zoeken was naar een woning die voldeed aan onze gezamenlijke wensen. Mijn vrouw wilde het liefst een vrijstaande woning met rondom een grote tuin, gelegen in een landelijke omgeving. Het grote appartement met bijbehorend terras dat ik voor ogen had situeerde ik bij voorkeur in een grote stad. Niet zo verwonderlijk dat we uiteindelijk uitkwamen op een eengezinswoning met kleine tuin aan de rand van een niet al te grote stad.

Als we voor een eerste bezichtiging bij het pand aankomen zijn we in gezelschap van de makelaar die alle aspecten benoemt waarvan hij aanneemt dat wij ze als positief ervaren. De goede man kan ook niet weten dat wij beiden tot de categorie zeer eigenwijs behoren. Wij hummen en knikken dan ook slechts zonder dat wij echt registreren wat de makelaar aanroert. “Mooie brede trottoirs, verkeersdrempels, 30 kilometer zone. Lijkt me een kindervriendelijke straat, Jan.” “Inderdaad, weinig herrie van het verkeer, dubbele ramen. Waarschijnlijk een goede geluidsisolatie.” We stappen door de voordeur, door de gang en lopen de woonkamer in. “O Jan, wat een mooie grote glasoppervlakte; veel licht.” “ Ja, dat is wel wat aan de harde kant. We zullen eerder aan gordijnen dan aan lamellen moeten denken.” Het is de makelaar duidelijk dat zijn klanten elk op hun eigen manier reageren maar dat hier een gesprek plaatsvindt tussen een vrouw met een kinderwens en een aan audiophilia nervosa lijdende man ontgaat hem volledig. Hij doet er vooralsnog het zwijgen toe.

“Hoe groot is de kamer Jan?” Voordat de makelaar iets kan zeggen antwoord ik; “Vijf bij vijf, ik heb dus geen lange of korte zijde waar ik met plaatsing rekening mee moet houden en er is ruimte genoeg om de Concerto’s op ruime afstand van de wand te plaatsen.” Mijn lief gebaart: “Daar zou de bank kunnen staan met aan weerszijden de twee Breuer fauteuils.” Ik knik instemmend: “Inderdaad, de bank tegenover het audiomeubel. Perfect, en dan het audiomeubel in het midden zodat de luidsprekers ook niet te dicht bij de zijmuren komen te staan.” “En naast de bank kan dan eventueel later de box staan,” vervolgt mijn vrouw. “Maar die had U toch tegenover de bank gedacht?” probeert de makelaar zich in het gesprek te mengen. “Nee, daar staan de luidsprekers. De kinderbox komt naast de bank.” De stem van mijn vrouw klinkt gedecideerd en ik knik instemmend. Ik kijk naar de half open keuken. Dat vind ik wat minder. Misschien een gordijn zodat ik de ruimte af kan sluiten waarmee het geheel weer symmetrisch wordt. “ Wat denk je van een afscheidingsgordijn naar de keuken?” “Helemaal mee eens Jan, heel ongezellig als je eters krijgt en tijdens het koffiedrinken in de woonkamer nog zicht hebt op de vuile vaat.” Gordijnen links en rechts dus.

Onze aandacht richt zich vervolgens op de vloer. “Die vloer blijft liggen”, haast de makelaar zich te zeggen. We kijken elkaar aan. “Dat mag ik wel hopen”, zeg ik. “En het laminaat?” vraagt mijn vrouw. “Dat bedoel ik” zegt de inmiddels rood aanlopende man. Ondertussen bedenk ik me wat dat voor mijn luisteromgeving betekent. Hm, laminaat. Mooi, maar het is wel erg hard. Nu zitten de woofers van de op stands geplaatste Concerto’s ver van de grond, maar dan nog. Bovendien komt daar de glazen salontafel ook al te staan. Een kleedje over de tafel? Brrrrr, ik moet er niet aan denken. Het mooist zou natuurlijk een kleed tussen het audiomeubel en de salontafel zijn. Bijvoorbeeld een mooie Berber met een breedte die gelijk is aan de afstand tussen de speakers; zo’n twee meter dus. En een diepte van…..

“Het is natuurlijk wel erg praktisch, hè Jan, dat laminaat.” “Hm..” antwoord ik neutraal. “Zeker omdat je vanuit de tuin makkelijk wat vuil mee naar binnen loopt.” Voordat ik reageer overweeg ik wat het alternatief is. Een vaste vloerbedekking? Prima demping natuurlijk maar wordt het dan weer niet wat te veel van het goede? Ik ben tenslotte geneigd om eerder een levendige dan een dode luisterruimte te verkiezen. Mijn groenoog geeft zelf het alternatief; “En dan wil ik het liefst tussen het meubel en de salontafel een kleed zodat ik languit op de grond liggend de krant of een boek kan lezen.” “Dat wilde ik zelf ook voorstellen omdat het de geluidsweergave van mijn installatie ten goede zal komen” antwoord ik. De makelaar gaat steeds hoopvoller kijken.

Maanden later, terwijl ik heerlijk ontspannen in de woonkamer van ons nieuwe huis naar muziek zit te luisteren, moet ik terugdenken aan dat eerste bezoek. Zowel de verhuizing als de geboorte van onze dochter hebben ervoor gezorgd dat ons prioriteitenlijstje de afgelopen maanden enkele malen bijgesteld moest worden. We hebben de kamer inderdaad zo ingericht als we aanvankelijk van plan waren. Op het kleed na. Ik hoor mijn vrouw de trap af komen en dan gaat de kamerdeur open. Een paar blauwe en een paar groene ogen glanzen me tegemoet en even later zitten we met z’n drieën op de bank. “ Zeg Antoinette, ik zou nu toch eigenlijk wel een keer dat kleed aan willen schaffen. Wat vind jij?” “Dat vinden wij een prima idee, hè Isabeau?” “Isabeau?” vraag ik niet begrijpend. “Ja pappa, want ik heb een speelkleed nodig” antwoordt mijn vrouw voor onze spruit. Zelf heb ik het idee dat die reden nog niet helemaal aan de orde is maar goed; in sommige gevallen telt iedere reden.

“En eigenlijk zou ik tegen de zijmuur ook nog iets willen hebben” vervolg ik voorzichtig. Ze fronst. “Een kleed?” “Een gobelin zou niet eens zo’n slecht idee zijn maar ik bedoelde eigenlijk een kast.” Ze begrijpt het niet: “waar heb je een kast voor nodig dan?” “Ik wil het liefst mijn lp’s van zolder halen en permanent in de woonkamer zetten.” Ze knikt bedachtzaam. “En heb je dan een grote kast nodig?” “Nee hoor”, haast ik me te zeggen “dat valt reuze mee.” Weer die peinzende blik. “Misschien moeten we dan toch maar een iets grotere kast nemen, zodat we daar te zijner tijd ook wat speelgoed van Isabeau in op kunnen bergen. Heb je al iets op het oog?” Uiteraard heb ik me georiënteerd op dat gebied en er zijn diverse alternatieven. “Ja, en dat is een mooi systeem waarvan je de segmenten los uit kunt kiezen en vervolgens tot een kast laat maken. Wacht, dan laat ik je de folder zien die ik aangevraagd heb.”

Als ze even later door de folder bladert zegt ze; “Maar dit zijn allemaal open kasten.” “Ja, dat heb ik het liefst want op die manier fungeren mijn lp’s tevens als diffusor voor het geluid dat tegen die zijwand kaatst.” Haar gezicht betrekt. “Ik heb het liefst een kastje met deurtjes waarachter we dat speelgoed op kunnen bergen.” Gelukkig heb ik de folder vooraf zelf al grondig bekeken en ik kan haar dan ook een aantal kubussen met deurtjes laten zien die voor dat doel perfect geschikt zijn. “Dan kunnen we de afsluitbare kastjes het dichtst bij de grond plaatsen met daar bovenop de vakken met lp’s” stel ik voor. “Dat zijn nu precies de kastjes die in gedachten had,” hoor ik tot mijn opluchting. “En de prijs?” vraagt ze aarzelend. “O, heel betaalbaar. Maak je daarover maar geen zorgen.” Ik heb nog geen idee hoe we het moeten gaan betalen maar het feit dat we het eens zijn weegt voor mij veel zwaarder. Misschien wat overwerken.

Terwijl we daar zo zitten vraag ik me af hoe het toch komt dat veel audiofielen praten over “wife acceptance factor” wanneer zij een nieuw component aan willen schaffen of een aanpassing in de luisterruimte, veelal de woonkamer, door willen voeren. Tot nu toe heb ik daar eigenlijk nooit problemen bij ondervonden. Woonkamer of luisterkamer? Bij ons is het een en dezelfde ruimte waarbij we geen van beiden het gevoel hebben dat we voor de ander grote concessies moeten doen. En de functie van kinderkamer? Isabeau mag niet klagen. Tenslotte is zij de enige van ons drieën die in dit huis over een eigen kamer beschikt. En daarnaast…… Ik laat mijn blik de kamer rondgaan. In de ene hoek een grote box met rammelaars, knuffels, speeltjes en boekjes. Aan de salontafel een grote kinderstoel. Een babyfoon. Een wipstoel. Een grote loopstoel met drukknoppen die bij aanraking het geluid van poezen, honden, treinen en vliegtuigen door de kamer laat galmen. Een grote “Pooh” schommelauto met nog meer herriemakende onderdelen. Her en der nog wat klein spul. Bij nader inzien hebben we geen woon- annex luisterkamer. Isabeau heeft gewoon twee kamers.


EDITORS' CHOICE