Op het moment dat het me voor het eerst opvalt ben ik een trouwe lezer van de Nederlandse Hifi bladen HVT en, het toen nog onder de naam HomeStudio bekende, MusicHome. Ook de Duitse bladen Stereo en Stereoplay, de Engelse bladen HiFi-Choice en HiFi News & Record Review en het Amerikaanse Stereophile behoren dan tot mijn maandelijkse portie te consumeren audio lectuur. Met name in de Engelse en Amerikaanse bladen kom ik bij recensies regelmatig merknamen tegen die ik in Duitse bladen in mindere mate en in Nederlandse magazines eigenlijk helemaal niet tegenkom.
Wanneer ik deze namen noem bij de dealers die ik in die periode regelmatig bezoek dan merk ik steevast dat ze zich wat ongemakkelijk voelen. Ja, natuurlijk kent hij het merk. Integendeel, dit is juist wel een goed merk. Heeft hij het zelf in de winkel? Eh, nee dat niet. Wat is daarvan dan de reden? En vanaf dat moment wordt het allemaal nog vager. Een echt duidelijk antwoord geeft niemand me. Doorspeurend ontdek ik in de lijsten van in Nederland verkochte merken en in Nederland actief zijnde importeurs, die regelmatig door een van de Nederlandse bladen gepubliceerd worden, dat deze merken allemaal terug te voeren zijn naar een en dezelfde importeur.
Steeds nieuwsgieriger geworden waag ik er een telefoontje aan. “Ik ben op zoek naar een winkel waar ik de door U geïmporteerde audio apparatuur kan beluisteren.” Wanneer ik de mij verstrekte namen opschrijf valt het me op dat ze erg veel op elkaar lijken. Dan herinner ik me dat ik die namen regelmatig zie in de opsomming van audio winkels achter in de HVT. Allen hebben een zelfde duidelijke “huisstijl” waarin geen plaats lijkt te zijn voor valse bescheidenheid; Dé Hifi winkel, -shop of -studio. Ze blijken allen eigendom te zijn van dezelfde man; de bewuste importeur.
Hoewel ik zelf in de randstad woon besluit ik, wanneer ik in een van de audio bladen een advertentie zie waarin een grootse uitverkoop aangekondigd wordt, toch een keer naar het Brabantse land af te reizen en kom ik terecht in Eindhoven. Daar staat heel veel mooi spul met allemaal klinkende namen zoals Conrad Johnson, Krell, Electrocompaniet, Sonus Faber en Theta. Ik schaf een paar Audio Agile lichtnetfilters aan en neem me voor om regelmatiger naar het zuiden af te reizen.
Wanneer ik toe ben aan nieuwe speakers en ik mijn rondreis langs een select groepje mij bekende dealers begin, voeg ik tevens de winkel in Tilburg aan mijn lijstje toe. Sonus Faber klinkt mij ook nu weer zeer aangenaam in de oren en de demo thuis wordt snel geregeld. Op de dag dat Koos mij opbelt om aan te kondigen dat hij de demo’s komt vervangen voor mijn eigen speakers moet ik hem mededelen dat mijn versterkers terug zijn naar de dealer en dat ik dus momenteel zonder zit. Koos biedt daarop spontaan aan om tijdelijk een versterker van datzelfde merk bij mij neer te zetten en een dag later draait alles weer.
Ook in de periode daarna blijf ik, onder het motto “best of both worlds”, zowel de Rotterdamse als de Brabantse winkels bezoeken. Zo betrek ik bijvoorbeeld aanvankelijk Kontak vloeistof via een Rotterdamse winkel. Wanneer dit niet langer mogelijk is, blijkt dit via Tilburg nog wel leverbaar te zijn. Voor mij als consument heeft deze tweedeling in hifiland op dat moment dus nauwelijks gevolgen.
Want een tweedeling is het. De tekenen van de onderlinge concurrentie tussen de hifi kampen maken dat ik me soms verbaas en op andere momenten in lachen uitbarst. Wanneer de ene club een show organiseert in de Rotterdamse Doelen blijkt het andere kamp een ruimte in de Doelen gereserveerd te hebben. Voor de gemiddelde hifi liefhebber uiteraard geen bezwaar; twee shows in plaats van één. Wat wil je als audiofiel nog meer op een mooie zondag. Tijdens een show in Veldhoven blijken de bomen op de aanrij route beplakt met grote gele aanplakbiljetten die aansporen om toch vooral een bezoek te brengen aan een show in Eindhoven.
Zoals ik zeg; verbazing en geamuseerdheid zijn op dat moment de gevoelens die door mij heen gaan. Allengs veranderen deze gevoelens wanneer ik ga schrijven voor hifi.nl. Doordat mijn betrokkenheid bij het Nederlandse hifi gebeuren groter wordt neemt ook de hoeveelheid mij toegespeelde informatie toe. En dan blijkt dat het in Nederland niet zo zeer om een tweestromenland, maar veeleer om een meerstromenland gaat waar het hifi betreft. Langzaamaan wordt het mij duidelijk dat er zeer veel kinnesinne is in dit wereldje van importeurs, fabrikanten en detaillisten. Ik zal enkele voorbeelden noemen. Wees gerust dames en heren uit de branche; de meest sappige voorbeelden zal ik niet noemen. Al is het alleen maar omdat het niet mijn bedoeling is om een zwart schaap aan te wijzen of iemand de zwarte piet toe te spelen. Maar goed; voorbeelden. Merken gaan van de ene importeur naar de andere. Soms gebeurt dit geruisloos. Op andere momenten wordt dit breed uitgemeten in de openbaarheid gebracht. Importeurs blijken tevens detaillist, hetgeen, afhankelijk van het kamp waartoe men behoort, van de ene importeur wel en van de andere importeur niet gepikt wordt.
Nu hoor ik een enkeling zeggen; waar maak jij je druk om. In de eerste plaats gaat het er niet zo zeer om dat ik mij druk maak. Tenslotte heb ik er niet veel last van. Het is eerder zo dat ik me verbaas. In de tweede plaats, en dat is een reden die met de kort geleden gehouden VAD beurs weer op de voorgrond kwam te staan, vind ik het jammer dat het publiek, bestaande uit audiofielen waartoe ik ook mezelf reken, toch indirect de dupe is van deze perikelen in die zin dat een belangrijk deel van het totale marktaanbod op een beurs als de VAD ontbreekt. Daar is mee te leven, tenslotte weet een ieder die in de desbetreffende merken geïnteresseerd is deze over het algemeen toch wel te vinden, maar ik vraag me af of het nu echt niet anders kan.
Deze column is niet bedoeld als beschuldigende vinger maar veeleer als een uitgestoken hand. Ik hoop dat iemand hem grijpt. En hoewel ik het bedoel in figuurlijke zin, ben ik ook graag bereid om letterlijk een hand uit te steken in een poging om partijen met elkaar in gesprek te laten komen. Ik ben tenslotte niet voor niets een deskundige op het gebied van de menselijke communicatie.
Uiteraard heb ik ook een persoonlijk achterliggend doel met deze column. Ik hoop op deze wijze namelijk tevens te bereiken dat de enkeling die nog steeds reserves heeft ten opzichte van de Nederlandse audio pers, deze bedenkingen na het lezen van deze column in zoverre los zal kunnen laten dat hij deze pers, te beginnen met de auteurs van hifi.nl, vanaf nu het voordeel van de twijfel gunt. Concreet zou dat bijvoorbeeld vormgegeven kunnen worden door het tijdelijk aan ondergetekende recensent ter beschikking stellen van audio apparatuur van merken als Sonus Faber met bijvoorbeeld hun Gravis subwoofer en Electa Amator II luidsprekers, of Krell met hun nieuwe geïntegreerde KAV 300 iL versterker. Ik hoop van harte dat U binnen afzienbare tijd op deze site recensies van deze (en andere) producten zult kunnen lezen. Als dat het geval is kunnen we misschien zelfs voorzichtig gaan denken aan een VAD 2002 waarop ook deze producten mogelijk te beluisteren en te bewonderen zullen zijn. De consument zou er in ieder geval wel bij varen.