COLUMN

Culturele hoofdstadjaar 2001

Jan de Jeu | 08 januari 2002

Ik vertel U waarschijnlijk niets nieuws wanneer ik zeg dat Rotterdam gedurende het afgelopen jaar, samen met het Portugese Porto, de culturele hoofdstad van Europa is geweest. Gedurende het gehele jaar zijn er op diverse locaties manifestaties, tentoonstellingen, theateruitvoeringen en wat dies meer zij geweest. Eén van de gebruikte locaties lag in het nieuw herrezen, trendy, aan de oever van de Maas gelegen gedeelte van Rotterdam waar wonen en werken gecombineerd wordt; de Kop van Zuid. Hier bevindt zich o.a. het nieuwe door Peter Wilson ontworpen Luxor Theater, de KPN toren van de architect Renzo Piano en het Office for Metropolitan Architecture van de Nederlander Rem Koolhaas.

Maar de locatie waar mijn vrouw en ik via de nieuwe Willemsbrug, met zijn niet langer in de wind klapperende kabels, naar toe rijden is er één met een historie die wat verder teruggrijpt in de tijd. We zijn op weg naar het slotfeest van het Culturele hoofdstadjaar 2001 wat voor 2000 genodigden gehouden zal worden in het gebouw Las Palmas. Dit gebouw werd in 1950 in opdracht van de Holland Amerika Lijn (H.A.L) ontworpen door architectenbureau Van den Broek & Bakema en is bij de oplevering in 1953, zoals gebruikelijk was bij alle pakhuizen en werkplaatsen van de H.A.L, vernoemd naar één van de bestemmingen van de rederij. In die tijd werd het gebruikt als werkgebouw waar werkzaamheden verricht werden die voornamelijk geënt waren op het interieur van de schepen. Daarnaast fungeerde het gebouw als pakhuis. Na het opheffen van de H.A.L heeft het verschillende functies gehad en is het o.a. een suikeropslag geweest. Rotterdam 2001 gebruikt het nu als tijdelijke tentoonstelling en theaterruimte. Na de geplande verbouwing zal het Nationaal Instituut voor Beeldcultuur en Nieuwe Media er een onderkomen vinden.

We draaien de Wilhelminakade op en even later wordt mijn aandacht getrokken door de inmiddels tot Hotel New York omgedoopte voormalige vertrekhal van de H.A.L die in de verte opdoemt. Daardoor zie ik de naam Las Palmas pas op het moment dat we al naast het grauwe gebouw rijden. Ik parkeer op de tussen beide H.A.L gebouwen gelegen parkeerplaats en loop samen met mijn vrouw door de regen naar de verlichte overkoepelde ingang. Daarvoor staat een Rotterdams draaiorgel dat eindelijk klinkt zoals de ontwerper het bedoeld moet hebben; zonder het irritante geluid van een rammelend halfvol centenbakje. Tot zover heeft deze audiofiel geen klagen over de muzikale omlijsting van dit feest.

Benieuwd hoe dit binnen zal zijn lopen we, inmiddels vergezeld door Rene van Es en zijn vrouw Jacqueline en dochter Sabrina door de eerste van de, in een tijdsbestek van slechts drie dagen van kaal naar gedecoreerd omgetoverde, ruimten naar het Café Las Palmas waar om 2001 uur, nice touch, de ontvangst een aanvang neemt. In de grote, hoge ruimte staan aan één zijde op een verhoogd gedeelte meerdere zithoeken opgesteld terwijl aan de tegenoverliggende wand een lange bar met bijbehorende tafels en stoelen tezamen een bruin café vormen. Ondanks de spaarzame inrichting is het geheel sfeervol. Er is muziek die tot ons komt vanuit de aanliggende, naar later blijkt ook veel grotere, ruimte en er is beeld; op een beeldscherm worden de films 12 van Piet Rogie en Gedichten van de Straat (een serie van 13 korte films) vertoond.

Na een snelle koffie lopen we door naar die ruimte waarvan de muziek ons nu toch wel begint te intrigeren. Eenmaal over de drempel zien we in De Grote Zaal een groot podium met daarop uitgestald een indrukwekkende PA installatie. Volgens het programma presenteren zich hier Yonderboi uit Hongarije en dj Imer. Achter een door een klein lampje beschenen Technics direct drive draaitafel staat een man in een kort zwart lederen jasje met gebogen hoofd geconcentreerd naar een van de oorschelpen van een tegen zijn hoofd aangedrukte hoofdtelefoon te luisteren. Zijn gezicht gaat schuil achter een zwarte baard en een diep over één oog getrokken zwart lederen pet. Ik neem aan dat dit de dj is en vraag me af waarom veel mensen dj’s in één adem noemen met uitvoerende artiesten. Voor mijn gevoel gaat het hier om twee totaal verschillende werelden. De dj beweegt zich slechts om een plaat te wisselen, een knop van het mengpaneel te verschuiven of om even te “scratchen”. Naast hem staan twee spichtige jonge dames in de tegenwoordig modieuze, want de buik bloot latende, korte truitjes over beeldschermen gebogen. Ze bedienen toetsenborden die op hun beurt de bewegingen van schijnwerpers en op de muren geprojecteerde beelden besturen. Het statische beeld van de “uitvoerenden” vormt een schril contrast met de dynamische muziek, de snel wisselende projecties en de flitsende lichteffecten. De rest van de zaal is gevuld met op de muziek dansende en anderszins bewegende mensen in de meest individuele uitmonsteringen die U zich maar kunt bedenken. Op het moment dat ik me realiseer dat ik hier de interactie tussen de uitvoerenden en de deinende mensenmassa op de dansvloer mis besef ik tegelijkertijd dat dit te verwachten is in een tijd waarin individuen onafhankelijk van elkaar de dansvloer op stappen.

We gaan de hal in en stappen op de lift af die ons naar de tweede verdieping moet brengen. Pas na enige tijd komen we er achter dat we de liftdeuren zelf open moeten schuiven waarna we, met enige vertraging, aankomen op de eerste verdieping waar vanaf 2200 uur dj Hans E. klassieke muziek zal draaien. Voor de ingang van de zaal zit een in strakke zwarte Latex gehulde blonde schoonheid die ons met een stralende lach folders aanreikt van het binnen spelende totaal concept La Musika. We zijn te vroeg en via de Acapella luidsprekers komt de stem van Janis Ian ons tegemoet; “Breaking Silence”. De prachtig vrij in de ruimte staande stem maakt dat we als groepje stil blijven staan om het nummer uit te horen. Als daarna “Time after time” van Miles Davis door de ruimte schalt moet ik even gaan zitten op het nu nog niet bezette meest centraal opgestelde bankje in deze sfeervol ingerichte lounge. De tijd verstrijkt ongemerkt en op de eerste tonen van “Also sprach Zarathustra” komen er twee gemaskerde zwartharige zich gracieus bewegende jongedames langs die gekleed zijn in eenzelfde body suit als de eerder gesignaleerde blondine. De één presenteert een schaaltje met verse aardbeien waarna haar evenbeeld een schaaltje met slagroom aanbiedt. De Wimbledon dip harmonieert wonderwel in deze ambiance. Misschien ook omdat het buiten nog steeds regent.

Nog hoger stijgen we en wederom draait het hier om dj’s: Hitmeister D, Ted MTC Langenbach, Black Ceasar en het vj collectief: Urbi et Orbi met o.a. beelden van het afgelopen jaar. Wie er op het moment dat wij de gigantische ruimte betreden als dj achter de draaitafel staat is mij volstrekt onduidelijk. Ik ken niemand van deze, naar ik aanneem, coryfeeën. Het gepresenteerde geluidsbeeld is “not our cup of tea” en we gaan dan ook snel verder naar de hoogste verdieping waar wij op geattendeerd worden door een bord waarop staat; Gluhwein with a view. De pijl wijst ons op het smalle houten trapje dat ons trede voor trede verder de kou in voert en we bereiken de topverdieping waar aan lange tafels mensen zich tegoed doen aan dit wintersport drankje. Het uitzicht op de door regen en wind gestriemde Maas en fraai verlichte Willemsbrug is “breathtaking”.

Wederom de trap afdalend werp ik nog een blik in de zaal met de dansende mensen. Nu pas vallen me de vorm van de pilaren op. Het zijn paddestoelkolommen die qua stijl doen denken aan een ander gebouw in deze regio; de wereldberoemde Van Nelle fabriek. De pompende discobeat blaast deze gedachten snel uit mijn hoofd en we besluiten om terug te keren naar de intiemere sfeer van Café Las Palmas waar we neerzijgen in een zithoek en onder het genot van alcoholische versnaperingen, quiche, saucijzenbroodjes en pizzapunten de goed gevulde ruimte rondkijken en indrukken uitwisselen. Wanneer de muziek uit De Grote Zaal overgaat in geluid afkomstig van meerdere trommels besluiten we om een kijkje te gaan nemen. De enige naam die ik in het programma kan ontdekken is die van het Orquesta Pegasaya dat volgens de planning om 2330 het cultureel jaar tropisch af zal sluiten. Het geweld van de percussie is indrukwekkend.

Hoewel het feest nog tot 02.02 uur zal duren houden mijn echtgenote en ik het om 00.30 uur voor gezien. Terwijl wij op zoek gaan naar onze jassen beweegt de familie van Es zich opnieuw richting La Musika. Eenmaal buiten in de nog immer voort plenzende regen vraag ik me af welke overweging ertoe geleid kan hebben dat de organisator dit tot diep in de nacht voortdurende feest op een doordeweekse dag gepland heeft. Zou ik dan toch de enige dwaas zijn die op de vrijdag voor Kerstmis nog gaat werken?


EDITORS' CHOICE