Ook audiofielen en muziekliefhebbers gaan mee in de vaart der volkeren. Moet het niet allemaal mooier, sneller, duurder, beter en geavanceerder? Loopt de mensheid daarmee niet voorbij aan de essentie van, in dit geval, geluidsweergave? Dat zijn bespiegelingen die ontstaan na beursbezoeken en na het beluisteren van de Indiana Line Nota 550 luidsprekers.
Uit Music Emotion - December 2010
De AV-NU was erg succesvol. De show ademde cachet, sfeer, stijl en het was er simpelweg gezellig. Zo’n chique locatie in een centrale metropool zet hifi in een heel ander daglicht dan het ver van de beschaving gelegen Veldhoven. Hifi - beleving had hier vaak een sekte-achtig imago en je moest altijd uitleggen wat al die mannetjes ergens in de bush zo’n heel weekend uitvraten. De Jaarbeurs past voortreffelijk in de hele ambiance rondom hifi .
Je komt daar als importeur of merkvertegenwoordiger niet casual, maar ook als bezoeker is driedelig niet ongepast. Zo’n move naar een representatieve beurslocatie is een stap naar verdere professionalisering van de hifi wereld. Dat is hard nodig, want veel van de kleinere en gespecialiseerde high-end bedrijfjes lopen behoorlijk achter in marketing, branding, strategische productontwikkeling, de toepassing van nieuwe technologie, moderne productiemethoden en organisatie.
Binnen de hifi wereld is eigenlijk een merkwaardige tegenstelling. Enerzijds is daar de professionalisering in productie en marketing bij de grotere bedrijven. Dat leidt vaak tot een focus op commercie en niet altijd primair op geluidskwaliteit. Je vindt dan hifi producten in dozen met fluweel en afgewerkt met Swarowski-stenen. Een overijverig omarmen van nieuwe technologie leidt ook vaak tot zeer complexe producten. Op een buitenlandse show stond enige tijd geleden een nieuw type schakelende versterker met extreem veel componenten op de print. Zelfs een moederbord van een moderne server valt daarbij in het niet. Zoveel componenten om geluid te versterken?