Het opnieuw uitbrengen van klassiekers uit de popgeschiedenis op vinyl is de laatste jaren weer helemaal in opkomst. Een goed voorbeeld daarvan is de Back to Black serie van Universal. Traffic`s eerste plaat na de officiele ontbinding van de band, met de bijzondere titel John Barleycorn Must Die is er daar een van. Het album is op een dikke plak vinyl geperst (180 grams voor de kenners) en het originele artwork werd (na)gemaakt.
Helaas is bij dat namaken van het artwork iets mis gegaan. Zo heet de laatste track van kant B Everly Mothers Son ipv Every Mothers Son en heet de producer van deze track op de reissue geen Guy Stevens maar Gus Stevens. De meest storende fout staat echter op de rug van de albumcover. Daar valt de albumtitel te lezen als John Barleycon Must Die... een misser van jewelste. Maar deze foutjes doen weinig af aan de fraaie uitvoering van de rest van het album. Ter vergelijking met deze reissue heb ik mijn originele Engelse persing uit de kast gehaald. Ook deze is uitgevoerd in een zwaardere kwaliteit vinyl. Klankmatig zijn de verschillen tussen de beide persingen minimaal, het origineel heeft een lichte voorsprong op het gebied van laagweergave, maar moet het duidelijk afleggen – mijn 2ehands aangeschafte exemplaar heeft ooit deel uitgemaakt van een fonotheek – op het gebied van plaatruis en spetters. Ook het stereobeeld wordt met de reissue naar beide kanten minimaal een halve meter opgerekt.
Traffic werd in 1967 opgericht door de toen 19-jarige Steve Winwood. Andere bandleden waren Jim Capaldi, Dave Mason en Chris Wood. Winwood had toen al de nodige bekendheid vergaard met de Spencer Davis Group. Begin 1969 verlaat Winwood Traffic om samen met maatje Eric Clapton Blind Faith op te richten. Die groep zal uiteindelijk maar één plaat opnemen, waarna Winwood – om zijn contractuele verplichtingen na te komen – de studio in duikt om een solo-plaat op te nemen. Tijdens de opnames vraagt hij al snel Capaldi en Wood om hem te vergezellen en het solo-project wordt omgezet in een nieuwe Traffic plaat: John Barleycorn Must Die.
Vijfendertig minuten en zes tracks duurt het uiteindelijke album. De hoofdrol op het album is duidelijk weggelegd voor Winwood die de meeste nummers schrijft, zingt en van geweldige keyboardpartijen voorziet. Het is een bijzonder, door jazz beinvloed, album geworden met een voor die tijd opmerkelijk gebruik van instrumenten. Gitaren worden tegen de toen heersende trend in spaarzaam gebruikt, het zijn keyboards (orgel en piano), saxofoon, dwarsfluit en drums die de boventoon voeren. Waarbij Winwood heerlijk mocht uitwijden in zijn spel. Daarbij moet hij met zijn orgel ook de baspartijen voor zijn rekening nemen aangezien Mason, die de bas bespeelde in de originele bezetting, ontbrak. Het instrumentale Glad met blazers en door orgelpartijen gedragen bluesy pianospel van Winwood, swingt de pan uit. Vooral het pianospel tegen het einde van het nummer is van een uitzonderlijke schoonheid. Een prachtige blazers riff en een solo van een dwarsfluit geeft het door Winwood gezongen Freedom Rider karakter. Het titelnummer John Barleycorn Must Die is een traditional uit Oxfordshire, Sussex, Hampshire en Somerset waarvan, volgens de verklarende tekst op de hoes, wel 140 versies bekend zijn. In de handen van Winwood behoudt tot nummer het folk-karakter en wordt tweestemmig gezongen, geflankeerd door de dwarsfluit en akoestische gitaar en is daarmee een van de vele hoogtepunten van de plaat.
John Barleycorn Must Die werd aan het begin van de jaren `70 een succes, en veertig later staat het album nog steeds als een huis. Nu dus verkrijgbaar op fraai 180 grams vinyl dat klankmatig de vergelijking met de originele persing met vlag en wimpel doorstaat. Je hoeft dus niet meer te zoeken in de 2ehands bakken en genoegen te nemen met een afgeleefde cover en een plaat vol ruis en tikken. En je krijgt er ook nog eens een mp3 downloadcode bij.
Aanvullende info:
Label: Island Records
Speelduur: 6 tracks / 35 minuten
Website: www.backtoblackvinyl.com