
Wie herinnert zich nog de legendarische X-serie componenten van Musical Fidelity uit de vorige eeuw? De X-Tone, de X-Dac, X-LPS, X-PSU, vooral niet vergeten de X10-D. De buisvormige behuizingen waarin allerlei slimme apparaatjes een plekje vonden. In ieder geval weet Musical Fidelity zelf nog van het bestaan van de X10-D, want in de vorm van een moderne X-Tube zien we precies dezelfde functionaliteit terugkomen. Niets meer en niets minder dan een buffer tussen een bron en versterker, tussen voor- en eindversterker of tussen AV-receiver en stereo versterker. Waarbij het begrip ‘bron’ een cd-speler kan zijn, een tuner, een streamer, een dac of een phono versterker.
Wat het ding doet? Dat leg ik graag uit en vergelijk de originele X10-D met de nieuwe X-Tube. Zijn er verschillen en wat vinden we daarvan. Huidige tijd en terug in de tijd, een vleugje nostalgie en verbazing dat apparatuur uit de jaren negentig nog probleemloos speelt.
Hoog in, laag uit
De Musical Fidelity X-Tube vormt een buffertrap tussen een bron en een ontvanger. Waarbij het niet uitmaakt of een bron puur analoog is, of digital mits het signaal door een dac is omgezet naar analoog. De X-Tube is een verbeterde opvolger van een X10-D van Musica Fidelity. Bijnaam Extend, afgeleid van (e)X-ten-D. De voor mij meest belangrijke functie van een X-Tube is dat hij een heel hoge ingangsimpedantie heeft van 470 kOhm en een lage uitgangsimpedantie van minder dan 33 Ohm. Toen en nu heeft een eenvoudige streamer of een eenvoudige CD-speler, tuner of desnoods een cassetterecorder vaak een uitgang die wordt aangestuurd door een paar eenvoudige IC’s. Opamps die eigenlijk niet in staat zijn een beetje stroom te leveren, wat ze wel moeten kunnen als de impedantie van de ontvanger laag is. Cd-spelers of budget streamers die zelf door de Opamps een uitgang hebben van 1 tot 3 kOhm moet je eigenlijk aansluiten op versterkers die het 10-voudige aan de ingang laten zien. Dus vanaf 30 kOhm. Maar dat is met transistor versterkers lang niet altijd het geval.
Gevolg is vervorming en er ontstaat een filterwerking met afval van hoge tonen. Zeker als een ingang daarbij capacitief of reactief is en niet alleen een Ohmse belasting vormt. Vergelijk het gerust met een amateurwielrenner die met wind tegen de Mont Ventoux wil beklimmen (budget speler), tegenover een wielrenner die wind mee de berg af gaat (met gebruik van een X-Tube). Bij streamers wordt vaak beknibbelt op onderdelen, juist aan de uitgang, want hoe goedkoper hoe beter, software schrijven eet het grootste deel van het ontwikkelingsbudget op.

De originele X10-D was een ontwerp van Tim de Paravicini, een absoluut briljante ontwerper van audio, al claimt Musical Fidelity dat de oorspronkelijke eigenaar van het merk, Anthony Michaelson de geestelijke vader is. Eerder de opdrachtgever als mijn bronnen kloppen. In de X-Tube worden net als vroeger twee elektronenbuisjes gebruikt in serie met het audiosignaal. Type E88CC, equivalent aan 6922, ruimschoots verkrijgbaar al is dat niet nodig want ze gaan gerust 10.000 uur of meer mee. Een beetje een marketing uiting is dat de X-Tube het warme tonale karakter van een buis toevoegt. Ik vind een X-Tube juist neutraal en door de betere impedantieverhouding hoeft een speler minder moeite te doen om goed te werken. Bovendien, een buis wordt warm, maar hoeft helemaal niet warm of bruin te klinken. De claim dat ruimte wordt herschapen en een beter stereobeeld, daar kan ik inkomen. De X-Tube heeft een voordeel boven de oude X10-D, werkte Musical Fidelity vroeger met een losse transformator in een muurplug, de X-Tube is groter geworden en daarin zit de trafo nu ingebouwd.

Gebleven is de uit aluminium geëxtrudeerde buisvorm, welke rust op met rubber ingelegde stangen. Totale afmeting 108 x 105 x 274mm. De schakeling in de X-Tube volgt het origineel, is verfijnd omdat er tegenwoordig betere onderdelen op de markt zijn. Een X-Tube heeft één ingang op lijnniveau en twee uitgangen, een bypass en een actieve uitgang. Leuk voor vergelijk, veel meer nut zie ik daar niet in. Bang hoeft u niet te zijn dat een component als een X-Tube vervorming toevoegt of iets afsnoept van het oorspronkelijke signaal. Met een eigen vervorming rond 0,003% van 20Hz tot 20kHz, een ruisniveau dat ligt onder de 96dB en een frequentiebereik van 20Hz tot 80kHz binnen 0 en -0,3dB is een X-Tube wat dat betreft ‘onzichtbaar’ in de keten. Waarom buisjes gebruikt zijn? Simpel, die hebben van nature een heel hoge impedantie aan de ingang en met een buisje kun je heel eenvoudig hoogwaardige schakelingen realiseren. Effectief en met een korte signaalweg. Door voor elk kanaal een dubbeltriode te gebruiken verlaag je de uitgangsimpedantie en kanaalscheiding nog eens extra.
Uit mijn museum
Wie wat bewaart heeft wat is de uitdrukking. Uit mijn verzameling vintage producten haal ik in eerste instantie een Musical Fidelity X-Dac (1997) en een X10-D (1996). Later een Audio Alchemy Digital Decoding Engine V1.0 (1991) en een Technics SL-P277a CD-speler (1990). Immers een X-Tube is mede bedoeld als upgrade voor oudere apparatuur waarin de output stage de zwakste schakel vormt. Als buffer tussen een matige bron en een goede versterker. Jammer dat ik geen Marantz CD-63SE heb, daar werd een X10-D bijna standaard bij verkocht.

Of je liet die uitrusten met een buizen uitgang zoals een AH! Njoe Tjoeb of een Rik Stoet Heart modificatie uit die tijd. Mijn twee oude dac’s sluit tegelijk via coax S/PDIF aan op een Auralic Aries G1 network transport. Dat kan omdat Audio Alchemy digitaal in én out aanbiedt. Gezien hun leeftijd en de prijs destijds durf ik ze wel als een soort van equivalent te beschouwen van een goedkope, hedendaagse CD-speler of een budget streamer. Als versterker staat er een heel mooie AirTight ATM-1 Edition 2024 met een paar Falcon LS3/5a luidsprekers. Via allerhande Crystal Cables verbind ik de apparaten met elkaar.
Stap één
Stap één is mijn netwerk transport samen met een Audio Alchemy dac aansluiten. Daarbij de constatering dat vintage leuk is, maar echt niet op kan tegen een moderne dac van Metrum welke mijn referentie is. Het stereobeeld is plat, stemmen zijn hard en soms een tikje te schel. Een dame als Inger Marie Gundersen herken ik, maar het gevoelige in een opname van ‘Five minutes’ is weg. Mijn oude X10-D doet al heel leuke dingen, een groter stereobeeld maken met nu wel diepte daarin, breder en met hoogte. Inger klinkt heel wat aangenamer op deze manier, heeft haar charme deels teruggekregen. Er zit wat zompigheid in de weergave, de lage tonen zijn aan de dunne kant, om op een net wat andere toonhoogte extra aan te zetten. Maar vervelend is het allemaal niet meer.
Van X10-D naar X-Tube is een volgende stap in een zeer positieve richting. Inger komt wel wat dichterbij te zingen, maar dat is niet zo erg. Waar daarnet haar stem zompig was, blijkt dat nu dynamiek te zijn waar de X-Tube wél mee om kan gaan. Pianonoten worden een stuk helderder. Alles is groter, stem, instrumenten, stereobeeld, losser van de weergevers. Zelfs aangenaam om naar te luisteren, de kleine Audio Alchemy dac verrast mij op deze manier. Nee, het is geen Metrum van zesduizend euro, maar ermee spelen is helemaal geen straf meer. Hiermee scoort de X-Tube zover boven de X10-D uit 1996, dat ik die voor de rest van de tijd lekker apart laat staan en kwalificeer als 'Alleen de moeite van het proberen waard als hij als occasion te koop staat voor ruim onder de 100 euro'.
Stap twee
Stap twee is mijn Audio Alchemy DDE V1.0 dac vervangen door een Musical Fidelity X-Dac, opnieuw zonder een X-Tube daarachter te zetten. Muziek dit keer Stacey Kent met ‘Raconte moi’. Dat geeft een Madurodam afbeelding, het lijkt wel of ik mijn luidsprekers heb verplaatst. Echt niet mooi. Niet alleen klein, ook plat, zonder hoogte en helemaal geen diepte. Je hoeft ook niet te stellen dat muziek irritant is geworden, je kunt ernaar luisteren. Edoch, afgezet tegen moderne maatstaven is het onder de maat.
Zou de X-Tube er nog iets van kunnen maken? Jazeker, de luidsprekers lijken weer op hun plaats te staan, het stereobeeld is breder en er is wat aan diepte ontstaan. Nog altijd is het geen high fidelity naar moderne maatstaven, het is nu wel beter om aan te horen. De tweede keer dat een X-Tube een daadwerkelijke verbetering weet te brengen aan een vintage dac. Ik spring nog even terug naar Inger Marie Gundersen. Warmte is gebleven, geen nare randjes, niet langer een zompige weergave. Ik geef de X-Dac met Inger wat meer credit dan daarnet met Stacey. Wat ik niet tevoorschijn kan halen is diepte en hoogte, het blijft allemaal in een plat vlak. Toch is het eindresultaat een stuk beter met een X-Tube in het circuit dan zonder.
Stap drie
Stap drie zet ik met mijn Technics cd-speler. Ik vis uit de collectie een lastige cd, het is Youn Sun Nah die op ‘Immersion’ haar versie geeft van ‘Isn’t it a pity’. Dat gaat heel, heel aardig. Diep laag voor zover mijn kleine Falcon luidsprekers daar iets mee kunnen. Heel verstaanbaar, niet het niveau van de Audio Alchemy, steekt wel boven de X-Dac uit. De volgende track ook maar afspelen, want kleine geluidjes duiken op en ik wil best iets meer van deze speler horen. Jaren heeft hij stilgestaan, alle vintage spullen staan hier ongebruikt in een privéverzameling. De één kijkt naar schilderijen, ik naar oude audio.
Goed dat ik nog even de cd heb laten doordraaien, op ‘Here today’ is de stem van Youn en haar achtergrondzangeressen niet heel erg aangenaam. Tijd om de X-Tube in stelling te brengen.

Ik snap eigenlijk niet goed waarom er geen diepte in het stereobeeld is zonder een X-Tube en wel met een X-Tube, of desnoods met een X10-D. De stem van Youn komt naar voren, een snaarinstrument rechts krijgt kracht, vreemde geluiden links van het midden gaan nu lijken op gestreken slagwerk. Zang is stukken opgeknapt in frisheid en klinkt een stuk aangenamer. De volgende track, waar zang onaangenaam kon worden, is met een X-Tube een stuk meer open, zang is de nare vervorming kwijt, het achtergrondkoor is nu verstaanbaar. Wat doet een X-Tube een boel goeds achter een Technics cd-speler uit 1990! Overigens een speler die onlangs nog door een vintage audiowinkel werd aangeprezen om zijn kwaliteit, voor als u nog eens een cd wilt draaien. Ik zou er een X-Tube bijnemen. Zonder daar ook maar één moment over te twijfelen.

Finale
Als laatste wil ik toch wel weten of een Metrum Acoustics Adagio dac nog te verbeteren valt met een X-Tube. Iets waar de X-Tube niet voor is bedoeld, we hebben met niet langer over een impedantie mismatch of goedkope opamps die geen stroom kunnen leveren. Zonder de X-Tube in de lijn is de Metrum veruit superieur in alle opzichten, gelukkig maar, stel je voor dat een Audio Alchemy uit 1991 beter zou presteren. Wat ik wel mis in mijn set zijn mijn Inakustik interlinks, vanwege hun kwetsbaarheid en omdat ik maar één set bezit en van Crystal Cable meerdere gelijke interlinks, ligt Inakustik tijdelijk in de kast. Een stukje glans is weg. Dat beetje glans haalt een X-Tube voor een groot deel tevoorschijn. Waarmee ik gerust de conclusie durf te trekken dat een X-Tube met zijn hoge ingangsimpedantie en lage uitgangsimpedantie de verschillen tussen kabels weet te verkleinen. Domweg omdat de match tussen bron, kabel en ontvanger minder kritisch kan worden. Al prefereer ik toch aan een topapparatuur een betere kabel boven een X-Tube. Laat een X-Tube zijn werk doen voor vintage, voor budget bronnen en alles waar opampjes de uitgang vormen van een bron. Zeker als daar een versterker achteraankomt met een eigen lage of lastige ingangsimpedantie.
To be or not to be
Of zoals je het met wat fantasie kunt lezen: tube or no tube. De keuze om een Musical Fidelity X-Tube wel of niet in de signaalweg op te nemen staat nooit vast. Het resultaat hangt sterk af van de kwaliteit van de uitgang van een bron en het gedrag aan de ingang van een versterker. Ontstaat daar een mismatch tussen beiden, dan ontstaat er vervorming en mogelijk zelfs een filterwerking. Bij een mismatch biedt een Musical Fidelity X-Tube de oplossing. Zonder kleuring aan te brengen ontstaat dan vaak een groter stereobeeld, is er minder vervorming, komt muziek beter tot leven en keert emotie terug in de weergave.

Een X-Tube doet soms fantastisch werk, realiseer u echter dat het geen wondermiddel is. Een ondermaatse bron blijft ondermaats, een budgetversterker wordt geen high-end. Het is een smeermiddel voor een geoliede weergave. Geeft tot mijn verrassing zelfs een verbetering als u niet van plan bent om diep te investeren in kabels, de invloed van de kabel in de signaalweg neemt namelijk af als er een X-Tube tussen zit. De in de vorige eeuw ontwikkelde X10-D van Musical Fidelity was een heel gewild extra, ik zie geen reden waarom de X-Tube dat ook niet zou kunnen zijn. Bronnen mogen dan in veel gevallen zijn veranderd van cd-speler en tuner naar een streamer, de problemen zijn niet veel anders geworden. Daar weet Musical Fidelity nog steeds wel raad mee.
Musical Fidelity X-Tube
499 euro | www.highendmusic.nl






