Review DeVore Fidelity O/Baby uit de Orangutan series: babies om van te houden

Eric van Spelde | 26 augustus 2025 | Devore Fidelity | Importeur: Audio-Life Distribution

SAMENVATTING

Voor wie geen luisterstudio met de afmetingen van een balzaal heeft en ook niet de aanvechting voelt een compleet huizenblok op zijn grondvesten te laten trillen, kon dit wel eens de laatste luidspreker worden.

PLUSPUNTEN

  • Volkomen uitgebalanceerde, moeiteloze weergave met veel snelheid, dynamiek en lucht
  • Worden nooit agressief of vermoeiend, ook minder goede opnamen zijn heel genietbaar
  • Versterkervriendelijk rendement en impedantieverloop
  • Combineert uitstekend met een brede range aan apparatuur
  • (Ook) prima geschikt voor kleine ruimtes en korte luisterafstanden

MINPUNTEN

  • Stands zijn mooi, maar relatief duur en de speaker staat er los op (pas op met huisdieren)

Dit jaar bouwt John DeVore een kwart eeuw met een bescheiden aantal medewerkers luidsprekers in een werkplaats (´fabriek´ klinkt me hier te massaal, te industrieel) die deel uitmaakt van een verlaten marinewerf in het New Yorkse Brooklyn. Van de twee series die DeVore Fidelity in zijn programma heeft bestaat de Gibbon uit optisch relatief normale zuilluidsprekers, maar de Orangutans zijn een heel ander verhaal. Het zijn – met uitzondering van het uit vier kasten bestaande topmodel O/Reference – allemaal tweeweg luidsprekers in een grote, brede en relatief ondiepe kast, waarbij de O/96 (dat laatste getal staat voor het rendement bij 2,83 Volt en een meter afstand) de meest verkochte DeVore-luidspreker in de geschiedenis is. De enige speakers die ik ken die er op lijken, zijn de Audio Note (UK) AN/J en AN/E – gebaseerd op ontwerpen van het al even Amerikaanse Snell. Een brede dispersie, een minimalistisch wisselfilter en een hoog rendement met een rustig impedantieverloop zijn kenmerken van beide. 

De speakers uit de Orangutan-serie zijn zo´n beetje de tegenpool van alles wat in het high end-wereldje anno 2025 gangbaar is. Geen twintig luidsprekerunits, geen exotische materialen, geen extreme kastconstructies. Dat is ook gelijk de kracht van het merk. In plaats van een eindeloze zoektocht naar ´hoger, groter, sneller´ met exponentieel toenemende technische complexiteit, stemt DeVore in een meestal jarenlang durend, ambachtelijk proces de relatief weinige parameters in zijn luidsprekersystemen zo penibel op elkaar af, dat alle storende invloeden worden geminimaliseerd; wat overblijft is pure muziek.

O/Baby

Dat begint bij de luidsprekerkasten. Er zijn grofweg twee stromingen in de luidsprekerbouw: bij de ene wordt met alle mogelijke middelen gepoogd elke vorm van resonantie en kastkleuring in de kiem te smoren, met als ideaal een weergever waarbij alleen de luidsprekerunits zelf verantwoordelijk zijn voor de klank; de andere ziet de luidsprekerkast als integraal deel van de luidspreker als geluidsbron en stemt het geheel door een combinatie van materialen en afmetingen dusdanig af dat het aandeel van de behuizing in de totale geluidsafstraling de kwaliteiten van de units niet ondermijnt, maar juist ondersteunt. De laatste visie vinden we onder andere bij modellen die op de BBC-ontwerpen voor monitorluidsprekers leunen, bij Audio Note (UK) en dus ook bij DeVore.

We vinden bij de O/Baby dan ook geen interne verstevingen en zware dempingsmaterialen, maar een kast waavan de proporties aan de hand van de Gulden Snede zijn berekend, een frontplaat uit 19 mm dik berkenmultiplex, dat in de standaarduitvoering met ´white oak´ is gefineerd en de andere vijf wanden uit een speciaal soort MDF met een hoog aandeel gerecycled hout dat uit Europa wordt geimporteerd, en waarvan de pulp is gemengd met zwart pigment waardoor het materiaal van zichzelf de antracietgrijze kleur van de kast heeft (alleen een blanke afwerklaag wordt na het samenbouwen van de behuizing nog toegevoegd).

De behuizing is intern gedempt met vilt en schuimstof in homeopatische dosering, vooral aan de achterkant van de laag/middenunit en onder aan de dekplaat. Aan de achterkant bevindt zich naast de aansluitingen een kleine basreflexpoort, en voor de hogetonenluidspeker is in de frontplaat een kleine hoorn gefreesd. De beide luidsprekerunits bevinden zich in de bovenste helft van de frontplaat, zo dicht bij elkaar dat er bijna van een puntbron kan worden gesproken. 

Eigenlijk was het niet de bedoeling dat er naast de O/Reference, O/96 en de wat kleinere 0/93 nog een Orangutan in de familie zou komen. De aanleiding voor deze ´gezinsuitbreiding´ was tweeledig. Voor de O/Reference had DeVore bij Vifa een 19 mm supertweeter laten ontwikkelen, maar daarvan moest hij dan wel 1.000 stuks afnemen. Vijfhonderd paar O/References in een afzienbaar tijdbestek verkopen was wel wat erg veel gevraagd, dus werd er gezocht naar andere toepassingen. Het toeval wilde dat er vanuit de werkplaats gevraagd werd naar een kleine luidspreker die overal ´in het rek´ een plaats kon vinden om de dagelijkse werkzaamheden muzikaal te omlijsten. Na veel experimenteren kwam John DeVore uit op een een bas/middentoner van krap 18 centimeter diameter met een papieren conus die hem in combinatie met die supertweeter beviel, en bouwde daarmee de kubusvormige (25 x 25 x 25 centimeter) O/Micro. Maar zou diezelfde combinatie in combinatie met een groter volume en een basreflexpoort ook geen prima uitgangspunt kunnen worden voor een kleinere versie van de O/96 en O/93, met vergelijkbare proporties? Het bleek niet alleen mogelijk, maar ook een schot in de roos.

Het is voor een muziekliefhebber namelijk vrijwel onmogelijk om de O/Baby niet na een paar nummers in zijn hart te sluiten. Niet omdat hij perfect is – dat is geen enkele luidspreker – maar omdat hij zoveel biedt van alles dat van naar muziek luisteren muziekbeleving maakt, en er naar tegenwoordige high end normen zo weinig voor terugvraagt. Het is geen luidspreker die pas gaat ´zingen´ nadat je ze minitieus met behulp van lasers op de luisterpositie hebt uitgericht, je huiskamer tot een geluidsstudio hebt omgebouwd en eindeloos met kabels, spikes en andere parafernalia hebt geexperimenteerd.

De standaards die je er voor 1.500 euro bij koopt en de O/Babies op de juiste hoogte brengen (wanneer je iets anders gebruikt, zorg er in ieder geval voor dat de tweeters zich nog onder de hoogte van je oren in de luisterstoel c.q. bank bevinden) zijn van massief eikenhout en zien er – net als de luidsprekers zelf – uit als een meubelstuk, niet als een technische constructie. De speakers zet je er los bovenop. Staat het geheel niet met alle vier pootjes op de grond, dan raadt de handleiding aan om onder een ervan een stukje papier, een stuk van een bierviltje of zo te plaatsen. De poort zit aan de achterkant, dus een beetje afstand tot de muur is wel gewenst, maar dat hoef je ook niet te overdrijven. De luidsprekers links en rechts van je audio- of TV-meubel plaatsen, enigszins op de luisterplaats (twee meter afstand is vanwege de kleine afstand tussen beide luidsprekerunits ruim voldoende) uitrichten, aansluiten en het grote genieten kan beginnen. Geen woonkamer zo klein of er is een optimale opstelling binnen bereik.

Met elke versterker die we probeerden – een bescheiden 'lifestyle' streamingversterker van Electrocompaniet, een hybride Copland CSA-28 die al bijna 'vintage' te noemen is, maar nog steets zijn mannetje staat en een voor/eindversterkercombinatie bestaande uit een 'custom' Pink Faun Tube Pre met Audio Note (UK) Quest single ended 300B monoblokken - werden de O/Babies direct vrienden, al vermoeden we dat die laatsten met 9 Watt (bergaf en cafe in zicht...) in heel grote ruimtes misschien niet heel veel geluidsdruk genereren voor ze buiten adem raken. Maar daar zijn de O/Babies sowieso niet in eerste instantie voor bedoeld.

Met de Electrocompaniet – die niet over normale luidsprekeruitgangen beschikt, maar aangesloten wordt met een ´blokje´ waarin de naakte luidsprekerkabel met schroefklemmetjes wordt bevestigd – gebruikten we Van den Hul The Clearwater (voor duidelijk onder tien euro per meter nog altijd een prima koop), de andere versterkers werden met Audioquest Rocket 44 luidsprekerkabels aangesloten, alle andere kabels kwamen ook van Audioquest. Ook hier kunnen we niet zo snel een kabel van enige kwaliteit bedenken, die met de DeVores ´echt niet kan´. Je hoort de verschillen in de aanpak van de diverse kabelfabrikanten, maar de luidspreker zelf voegt er niet op een dusdanige manier zijn eigen ´sausje´ aan toe, dat de optelsom te veel de ene of de andere richting op dreigt te gaan. Zoals bij alle luidsprekers van het merk het geval is, stelt de O/Baby met zijn rendement van 90 dB en vriendelijke impedantieverloop geen enkele fatsoenlijke versterker voor problemen. Het enige verschil met de ´grote´ Orangutans is, dat je met die laatste luider kan spelen.

Hoe beter de apparatuur die op de O/Babies wordt aangesloten, des te groter en dieper het geluidsbeeld en des te lager de onderste grens van de dynamische range, waardoor details, klankkleur en ruimtelijkheid beter uit de verf komen. Maar het karakter van de ´kleine´ DeVores blijft in alle gevallen overeind.

Dat karakter omschrijven is nog niet eens zo makkelijk. Het klinkt vriendelijk, ontspannend, rijk aan klankkleuren en het geluidbeeld is groter dan je op basis van het formaat van de luidsprekers zou vermoeden, maar het is tegelijkertijd sprankelend, dynamisch, snel en ´schoon´. Omdat de hogetonenweergever van oorsprong een supertweeter is, loopt het hoog volgens specificatie tot ver buiten het normale gehoorbereik door; er is veel detail en ´lucht´ tussen de instrumenten hoorbaar. En toch wordt het nooit koud, analytisch, vermoeiend en al helemaal niet agressief. Het laag loopt natuurlijk niet oneindig ver door, maar het is in een kleinere tot gemiddelde huiskamer heel eenvoudig een situatie te bereiken die je als ´precies goed´ ervaart – geen gedreun of gebonk, maar ook niet slank of amechtig, in volstrekte balans met de octaven erboven, met veel definitie, rijkdom en ´punch´ – veel meer dan je op basis van de afmetingen van de luidsprekerunit zelf verwacht. Hier spelen het relatief grote kastvolume en de geslaagde afstemming van de basreflexpoort waarschijnlijk een belangrijke rol.

De O/Babies klinken bovenal zo natuurlijk, de stemmen en instrumenten staan zo overtuigend fysiek in de ruimte, dat je je als vanzelf gaat afvragen of ´meer´ niet in veel opzichten ´minder´ is.

Tweewegluidsprekers met eenvoudige wisselfilters zijn dan misschien niet in staat tot aardverschuivend laag (dat in de allermeeste ´normale´ ruimtes vooral problemen veroorzaakt) of extreme dynamiek, maar de voordelen – integratie van de luidsprekerunits, beperkte signaaldegradatie door het passieve wisselfilter – maken dat zo´n luidspreker, wanneer de maker ervan deze voordelen maximaal weet uit te buiten, binnen eerder genoemde grenzen een boeiende, directe en emotioneel involverende weergave kan bieden die met complexere luidsprekersystemen moeilijk te evenaren is. De O/Baby is bij uitstek zo´n weergever, eentje die je onmiddellijk bij de muziek - in welk genre dan ook - betrekt en waarvan je al snel gaat houden.

Conclusie

De O/Baby is zo´n luidspreker die niet opvalt door technologische hoogstandjes en modeverschijnselen, maar je onverbiddelijk in het hart raakt, zodra de muziek speelt en dat hoogstwaarschijnlijk na tien, twintig of dertig jaar nog steeds doet. Een mooie buizenversterker – John DeVore zelf is een liefhebber van Air Tight, een liefde die overigens vanaf de zijde van deze eerwaardige Japanse fabrikant wederkerig is gebleken – vindt hij fijn, maar ook met een heel eenvoudige (maar goede) streamingversterker is hij al tot grootse muzikale prestaties in staat. 6.750 euro voor een paar relatief eenvoudig uitziende luidsprekers en 1.500 euro voor dito standaards lijkt misschien veel geld, maar je hoort aan alles dat er extreem veel aandacht is besteed aan de fijnafstemming van alle onderdelen, met als resultaat iets dat we misschien nog het beste kunnen vergelijken met de maaltijd die een sterrenkok uit eenvoudige, maar goede en eerlijke ingredienten bereidt. En aangezien John DeVore een luidspreker pas uitbrengt wanneer hij echt af is (een proces dat eerder jaren dan maanden in beslag neemt), mag je ervan uitgaan dat er niet over een of twee jaar een O/Baby Mark II of een O/Baby i verschijnt. Voor wie geen luisterstudio met de afmetingen van een balzaal heeft en ook niet de aanvechting voelt een compleet huizenblok op zijn grondvesten te laten trillen, kon dit wel eens de laatste luidspreker worden. 

DeVore Fidelity O/Baby

2-weg luidsprekers op standaard met achter geplaatste baspoort
Afmetingen (HxBxD): 89 × 37,5 x 24,8 cm (inclusief 30 cm hoge standaards)
Gewicht:  12,7 kg
Rendement: 90 dB @ 2.83V 1m
Impedantie: 8 Ohm nominaal
Kantelfrequentie: ca. 2.000 Hz
Frequentiebereik: 38 Hz – 25 kHz

DeVore Fidelity O/Baby
6.750 euro/paar, standaards 1.500 euro/paar
Beoordeling: 5 / 5  | www.mafico.nl






EDITORS' CHOICE