Met de E Serie biedt het Britse bedrijf Goldring een viertal instap-MM elementen aan die zowel voor beginnende als upgradende vinylliefhebbers een wat minder bekend maar daarom niet minder interessant alternatief bieden voor de twee merken die de markt in de laagste prijsklasse al jaren domineren. De E3 en E4 die ik in huis kreeg zijn de twee duurdere elementen in de E Serie, maar ze behoren wat mij betreft nog steeds tot de betaalbare prijsklasse. Een uitgebreid vergelijk van enkele maanden bracht interessante inzichten maar vooral heel veel lekkere muziek.
Goldring: het bedrijf
Goldring is een naam die al decennia is verbonden met hoogwaardige analoge weergave. Het bedrijf werd in 1906 als ‘Gebrüder Scharf’ in Berlijn opgericht door de gebroeders Scharf. Onder die naam maakten en verkochten ze fonografen en grammofoons, resonator-armen (de voorloper van de moderne toonarm), akoestisch versterkende klankkasten en stalen naalden. Ze concurreerden met namen als Thorens, Pathé en His Master’s Voice (HMV) en om de premium kwaliteit van hun apparaten te onderstrepen voorzagen de broers hun merkplaatjes van een gouden ring, hetgeen ook de inspiratie zou vormen voor de latere bedrijfsnaam. In 1933 ontvluchtten de Joodse broers hun vaderland vanwege de politieke ontwikkelingen, en vestigden zich in Engeland. Daar werden in de jaren 50 van de vorige eeuw hun eerste Magnetische elementen gemaakt, en in 1954 introduceerden ze de roemruchte de Goldring 500 Serie.
Eind jaren 60 kwam de 800 Serie, die ongekend populair was tot ver in de jaren 70. Daarna volgden de 900 en de (nog steeds leverbare) 1000 serie. Goldring specialiseerde zich lange tijd nadrukkelijk in MM elementen, maar eind jaren ’80 brachten ze het Eroica MC element op de markt (foto rechts), aanvankelijk een Low Output MC maar later ook verkrijgbaar als High Output MC. Daarna volgden in de MC lijn onder anderen nog de Elite, de Ethos en Ethos SE (allen Low Output MC’s).
Goldring E3 en E4: de techniek
De Goldring E1, E2 en E3 MM elementen werden in 2017 op de markt gebracht als opvolgers van de succesvolle en langdurig verkochte Elektra serie, en beloofden op instapniveau uitstekende technische en klankmatige prestaties te bieden. Goldring ging daarmee de concurrentie aan met de instapseries van andere bekende namen in de analoge wereld, zoals Ortofon en Audio Technica. Deze merken domineren de markt al een hele tijd, onder meer omdat ze slimme combi-deals hebben gesloten om de plug-en-play modellen van diverse platenspeler-fabrikanten van een speelklaar voorgemonteerd element te voorzien. Gemak dient de mens tenslotte, maar het zorgt er ook voor dat merken als Goldring een beetje buiten beeld bleven bij de gewone platenspeler-consument. Goldring verdient meer aandacht, hetgeen verderop in deze review ook zal blijken.
Lokale productie in Engeland zou te duur zijn, de E Serie werd daarom ontwikkeld in samenwerking met Audio-Technica en wordt gebouwd in Japan, gebaseerd op een vertrouwd Audio-Technica platform. Het is echter niet zomaar een off-the-shelf OEM product, Goldring is bij het ontwerp- en productieproces betrokken geweest en heeft een aantal aanpassingen laten uitvoeren die van invloed zijn op het gebruiksgemak en op de klank. Ten eerste wordt er een rigide kunststof behuizing rond de daadwerkelijke body gemonteerd. Deze resonantie-arme kunststof behuizing is aan de bovenkant ingelegd met twee bronzen busjes met getapt schroefdraad, wat de montage in de headshell aanzienlijk vereenvoudigt.
Een ander verschil is naar verluidt dat de generatoren een andere afstelling hebben, waardoor de weergave een eigen, ‘meer Europees’ karakter krijgt. Dat valt alleen proefondervindelijk vast te stellen tijdens de luistersessies.
De gebruikte body is bij alle modellen in de serie hetzelfde, zodat je naar wens kunt upgraden door alleen de naald te vervangen. De E1 heeft een transparant rode kunststof naalddrager met daarin een met carbon versterkte kunststof cantilever waar een bonded sferische naald met een profiel van 0,6 millimeter in is gemonteerd. De transparant groene naalddrager van de E2 is voorzien van een holle aluminium cantilever met dezelfde bonded sferische naald, en de van een paarse naalddrager voorziene E3 gebruikt een holle aluminium cantilever met een bonded elliptische naald, die een profiel heeft van 0,7 x 0,3 millimeter.
De verkrijgbaarheid van losse vervangingsnaalden is sowieso een sterk punt van MM elementen als de Goldring E Serie. Als je naald versleten is of wanneer je door een onvoorzichtige beweging de cantilever beschadigt, kun je er zonder het hele element te moeten demonteren eenvoudig zelf een nieuwe naald in zetten. Met de mogelijkheid om dan meteen te upgraden naar een E2, een E3 of zelfs een E4. Vervangingsnaalden van Audio-Technica zélf passen door hun vorm overigens niet op de afwijkend gevormde body van de E Serie van Goldring.
Goldring E4
Het Goldring E4 element werd later geïntroduceerd, namelijk in 2023. Net als de E3 (en de E2 en E1) is de E4 voorzien van wat Goldring ‘Magnetic Duplex Technology’ noemt. Dit platform heeft twee lichtgewicht magneten die onder een hoek van 45 graden aan de cantilever zijn gemonteerd. Zo vormen ze samen een rechte hoek van 90 graden. Die V-vormige positionering lijkt op de aandrijving van de snijbeitel waarmee de muziek in de Lacquer wordt gesneden om de matrijs voor het persen van de elpees te kunnen maken.
Bij het afspelen geeft dat een nauwkeurigere aftasting die meer klankkleur, detail en dynamiek laat horen. Wat de Goldring E4 superieur aan de E3 maakt is dat hij is voorzien van een op homogeniteit geselecteerde en speciaal gepolijste ‘naakte’ superfine elliptische diamantnaald met een profiel van 7.6 x 18 microns (0.3 x 0.7 mil). Dat maakt voor de levensduur wel wat uit, als je voornamelijk schone platen draait, maar een naakte diamant is vooral lichter van gewicht dan een ‘bonded’ type, waarbij de diamant op een minuscuul metalen staafje is gelijmd. Een naakte diamantnaald kan door zijn lagere gewicht sneller bewegen in de groef en je mag dus meer detail en textuur verwachten. De E4 heeft door deze lichtere naald bovendien een iets nauwkeurigere kanaalbalans dan de E3 en scoort ook 4dB beter op kanaalscheiding.
Monteren en instellen
De E3 en de E4 waren gloednieuw toen ze bij mij arriveerden, dus ze zijn allebei eerst aan een streng en gevarieerd inspeelregime van een dikke 24 uur onderworpen. Dat was een langdurige klus, want het moest uiteraard elpee voor elpee en ik had niet de hele dag tijd om platen om te draaien. Maar je kunt zonder inspelen geen steekhoudend vergelijk met andere elementen en met elkaar maken. Een nieuwe naald klinkt echt anders dan een naald die al wat rondjes gemaakt heeft. Na 20-30 uur is er nog geen sprake van slijtage van de naald zelf (zeker niet wanneer de instellingen nauwkeurig zijn gedaan en er alleen schone platen worden gedraaid) maar het zit hem vooral in de soepelheid van de demper.
Vaak klinkt een nieuw element recht uit het doosje al best goed, het ‘karakter’ is echt al hoorbaar, maar bij nieuwe elementen is die demper nog een beetje stug. Zie het maar als het inlopen van een paar schoenen dat bij het passen als gegoten lijkt te zitten, maar dat na een halve dag door de stad sjouwen toch blaren oplevert. Inspelen levert vaak een wat gullere laagweergave op, een betere tracking, meer dynamiek en een beter timing, en soms zit er een randje aan het hoog dat gedurende het inspelen langzaam verdwijnt. Het is ook niet zo dat het ‘opeens’ klaar is, alsof iemand een knopje omzet, maar de ervaring leert dat 20 tot 30 uur doorgaans echt genoeg is.
Beide elementen wegen 6,9 gram en vragen een naalddruk tussen de 1,5 en 2,5 gram (daarover zometeen méér). Hun dynamische compliantie wordt niet in de specificaties vermeld, maar op basis van de door Audio-Technica ontwikkelde platforms zal die ergens tussen de 14 en 18CU bij 10 Hz liggen, hetgeen je gemiddeld kunt noemen. De E4 heeft, waarschijnlijk door het gebruik van een andere demper, een iets hogere compliantie dan de E3, maar beide elementen passen perfect in alle middelzware hedendaagse én oudere armen met een effectieve massa van pakweg 9 tot 15 gram. Zoals bijna alle MM elementen moet de afsluitweerstand 47k? bedragen, en de capacitieve belasting moet tussen de 100-200pF liggen.
De schakelaar waarmee ik op mijn PrimaLuna EVO100 Tube Phono kan kiezen tussen een afsluitcapaciteit van 47pF of 100pF zette ik op 100pF, aangezien de Chord Company Epic X interconnect die van mijn Technics SL-1300G naar de phonotrap loopt een geschatte capaciteit heeft van 60-65pF. De gain van de PrimaLuna is bij MM standaard 40dB en dat is alsnog ruim voldoende voor de – waarschijnlijk door de toepassing van de Magnetic Duplex Technology – voor een MM vrij lage 3.5mV die beide elementen volgens de specificaties afgeven.
Vanwege het gemiddelde eigen gewicht en de compliantie van de elementen koos ik voor de uitstekende standaard Technics headshell. Beide elementen werden met behulp van de Feickert Protractor NG ingesteld volgens de Stevenson geometrie, waar de Technics toonarmen voor gemaakt zijn. Met behulp van een USB-microscoop werden de juiste Azimut en VTA ingesteld, waarbij in positieve zin opviel dat bij beide elementen de cantilever keurig recht naar voren stond met de naald ook netjes loodrecht naar beneden. Zo hoort het!
Voor de E3 werd een naalddruk van 2 gram gekozen (middenin de verrassend ruime aanbevolen range van 1.5 tot 2.5 gram), maar voor de E4, die dezelfde range specificeert, hield ik de door Goldring aanbevolen 1,75 gram aan die inderdaad beter past bij de wat hogere compliantie.
Luisteren: Goldring E3
Al tijdens het inspelen in de Technics SL-1500C op mijn werkkamer viel me op dat de Goldring E3 lekker punchy klonk. De tonaliteit was na 20 uur mooi in balans, licht neigend naar de warmere kant van het spectrum, met een groot ruimtelijk beeld. De muziek kreeg een lekkere drive liet een prima dynamisch gedrag horen. Een album dat ik graag draai om elementen in te spelen is Down To The Moon van Andreas Vollenweider. Ik heb daar meerdere (schone) exemplaren van, waarvan er één gemarkeerd is als ‘gereedschap’. Het voordeel van dit album is dat ik er goed bij kan werken en dat de muziek (mij althans) nooit verveelt. Bovendien is het een fraaie, breedbandige opname die een element flink uitdaagt qua laagweergave en dynamiek. De indruk die ik op mijn werkkamer kreeg zette zich in de grote set in de huiskamer voort: de Goldring E3 bleek te beschikken over een aanstekelijke speelvreugde. Dat betekende dat hij niet alleen erg lekker klonk met de MoFi Ultradisc One-Step uitvoering van het eerste Van Halen album, maar dat hij ook zijn hand niet omdraaide voor de elektronische perfectie van Boris Blank’s recente meesterwerk Resonance.
De weidse elektronische soundscapes van deze Zwitserse geluidstovenaar lieten me diep wegzinken in de luisterbank, met de iPad voor aantekeningen ongebruikt naast me. Ook Ella Fitzgerald’s album Lady Time op Norman Granz’ onvolprezen Pablo label had een onweerstaanbare shoobeedooba.
Luisteren: Goldring E4
De Goldring E4 klonk tijdens het inspelen al meteen duidelijk anders. Of eigenlijk ‘hetzelfde maar beter’. Het dynamische en iets warme karakter van de E3 was er duidelijk in te herkennen, wat gezien de gedeelde afkomst niet zo verwonderlijk was, maar de E4 scoorde op alles waar de E3 al goed in was gewoon extra punten. Het laag was niet per se dieper maar wel sneller en gedetailleerder, de dynamiek had een wat hogere explosieve kracht en het ruimtelijk beeld reikte duidelijk tot verder buiten (dus voor en achter) de luidsprekers. In de grote set was dat niet anders.
Het obscure maar zeer interessante Japanse experimentele fusion album Kakashi van Yasuaki Shimizu (wie kent hem niet...) betoverde me vanaf het leipe intronummer, maar vooral op de nogal avantgardistische b-kant liet de Goldring E4 duidelijk méér audiofiele aspiraties horen dan zijn kleinere broer. Omdat er behalve de naalddruk niets aan de instellingen hoefde te worden veranderd was het mogelijk om relatief snel te wisselen van element, dus gemakshalve beschouw ik dat als een 1 op 1 vergelijk. Dus luisterde ik opnieuw naar Van Halen, Boris Blank en Ella, en wat kan ik zeggen...de E4 is echt een beter element, en zijn meerprijs volledig waard. De E3 is buitengewoon capabel, en ik zou er goed mee kunnen leven, maar de E4 geeft gewoon een diepere inkijk in de muziek en laat beter horen waarom vinyl nog steeds een valide audiofiele muziekbron is.
Vergelijkenderwijs
Ik heb de Goldring E3 en E4 ook vergeleken met de drie andere MM elementen die ik in mijn arsenaal heb. Jaren geleden kocht ik voor vier tientjes Audio-Technica AT95E die bedoeld was als backup maar die ik af en toe gebruikte voor reviews van betaalbare phonotrappen. Het laid-back en enigszins afgeronde karakter van de AT95E week echter behoorlijk af van de levenslustigere weergave van de E3. Het prijsverschil van meer dan 100 euro is er ook wel naar, maar de E3 vrat de AT95E als ontbijt, rauw met een kopje slappe thee.
De Ortofon 2M Red, die standaard wordt geleverd in de Technics SL-1500C, wordt nog wel eens als ‘degelijk maar een beetje saai’ bestempeld. De truc is om hem net wat meer afsluitcapaciteit te geven, waardoor de weergave wat gedetailleerder en levendiger wordt. Aan de 160pF afsluitcapaciteit van mijn PrimaLuna presteert hij prima, maar ook de 2M Red moet qua meeslependheid en ruimtelijkheid zijn meerdere erkennen in de Goldring E3. Ik vermoed dat het karakter de E3 dichter in de buurt komt van de (overigens duurdere) Ortofon 2M Blue, waarbij de Ortofon wellicht neutraler en wat feller in het hoog zal klinken, maar ik heb ze niet 1 op 1 kunnen vergelijken dus neem deze veronderstelling maar met een korreltje zout.
De Goldring E4 is met zijn intensere klankkleuren, grotere dynamiek en ruimtelijkheid en diepere en strakkere laagweergave een aanzienlijke stap beter dan de 2M Red. En vrijwel zeker ook (maar met een korreltje zout) beter dan de 2M Blue. De E4 moest echter het hoofd buigen voor de (ruim twee keer zo dure) Sumiko Amethyst, het top-MM element in de Oyster-serie van deze Japanse fabrikant, en eerder een wat warmer klinkende concurrent van de Ortofon 2M Black.
De Amethyst is een echt high-end MM element dat meer verfijning, moeitelozere transparantie en diepere en krachtigere laagweergave laat horen, met een tastbaarder middengebied dat de ‘presence’ en de textuur van stemmen en akoestische instrumenten beter liet horen, maar de eerlijkheid gebiedt óók te zeggen dat de Goldring E4 zich geenszins met de staart tussen de benen uit de voeten hoefde te maken.
Conclusie
Goldring heeft in 2017 met de E Serie een drietal interessante mededingers in de betaalbare prijsklasse op de markt gebracht, die al acht jaar niet de volle erkenning krijgen die ze verdienen. Met de introductie van de E4 in 2023 zochten en vonden ze wat mij betreft de aansluiting met de echte high-end klasse, hoewel daar de sky the limit is qua prijzen. Je moet echter érgens beginnen, en dat kan dus óók heel goed met een eerste of tweede upgrade naar de Goldring E4. De elementen zijn gemakkelijk te monteren en de naald is simpel te vervangen.
Als je met een E1 of E2 begint kun je op die manier zelfs heel eenvoudig upgraden naar de E3 of zelfs de E4, met zijn nóg betere prestaties. Qua positionering plaats ik de Goldring E3 relatief hoog in de instapklasse, in elk geval bóven de oude AT95E van Audio-Technica en de 2M Red van Ortofon, en op zijn minst náást de 2M Blue van Ortofon.
De Goldring E4 zit daar weer een stukje boven. Met zijn verfijndere en transparantere weergave, strakke laag, kleurrijke middengebied en zijn ruimtelijke en zijdezachte hoog is het een zeer geschikt (upgrade) element voor een ontluikende audiofiel, óf voor een doorgewinterde muziekliefhebber die zijn geld liever uitgeeft aan platen dan aan elementen, maar wél een stel goede oren aan zijn hoofd heeft en een goed hifi-systeem bezit. Een prettige kennismaking met twee muzikale MM elementen in de betaalbare prijsklasse!
Goldring E3 MM element
159 euro | zwart/transparant paars | Goldring.co.uk
Beoordeling 4 / 5
Goldring E4 MM element
269 euro | zwart/transparant blauw | Goldring.co.uk
Beoordeling 4.5 / 5