Net zoals luidsprekers leiden hoofdtelefoons een dubbelleven. Een bestaan dat vooral in de voorbije 25 jaar heel sterk geëvolueerd is. Koptelefoons bestaan natuurlijk al veel langer, maar in de kwarteeuw dat HIFI.NL actief is hebben ze een enorme evolutie meegemaakt. Wat zeggen we: revolutie!
Dit artikel verscheen eerder
in het HIFI.NL jubileumboek
At the start
Oorspronkelijk waren hoofdtelefoons in de eerste plaats een handig stuk gereedschap voor geluidsingenieurs en radiomensen, zoals Beyerdynamic’s DT 48 in 1937 of de AKG K120 DYN uit 1949. Al werden ze ook wel gebruikt om thuis te luisteren en waren er hier en daar producten die ook echt voor thuis werden ontworpen. Koss begon bijvoorbeeld uitdrukkelijk als een oplossing om jazzmuziek in je eigen woonkamer te kunnen beleven.Â
Inmiddels zijn koptelefoons echt overal terug te vinden. Dat mag je heel letterlijk nemen. Want dat ene woord ‘koptelefoon’ dekt tegenwoordig een heel breed aanbod aan producten die over, rond en in de oren passen.
Of het nu draadloze oordoppen zijn van de HEMA of een weelderig luxetoestel met knusse oorkussens, het doel blijft hetzelfde: geluid enkel en alleen aan jou aanleveren. Persoonlijke audio, zeg maar. Het praktische aspect is daarbij nooit verdwenen, zowel voor de studiomedewerker die inzoomt op kleine audiodetails als voor wie even zich uit de hectiek van het forenzen wil terugtrekken om zich te verdiepen in een true crime-podcast onderweg.
In de context van een hifi-jubileumboek zijn we natuurlijk vooral geïnteresseerd in het luisteren naar muziek op een audiofielere manier. Maar als er een grote trend is op vlak van headfi is het wel dit: de koptelefoon – opnieuw: in een brede zin – is van nicheproduct tot iets ongelooflijk universeels uitgegroeid. Volgens een raming werden er in 2023 1,14 miljard(!) hoofdtelefoons en in-ears verkocht – en dat cijfer herhaalt zich elk jaar opnieuw! Hoe is het zo ver kunnen komen?
Van tapes naar streaming
Toen HIFI.NL in 1999 de digitale deuren opende, was de term ‘headfi’ nog helemaal onbekend. Nu wordt het veel gehanteerd om te spreken over dat (klein) stukje van de markt dat echt gaat om hoofdtelefoons en de bijhorende apparatuur, zoals DAC’s en hoofdtelefoonversterkers. Maar 25 jaar geleden was het ‘betere’ hoofdtelefoongebeuren nog iets heel kleins. De meeste winkels en hifi-liefhebbers zagen koptelefoons als een ‘accessoire’, iets dat mensen kochten om ’s avonds laat in te steken op de hoofdtelefoonuitgang van hun stereoversterker. Er bestonden wel al langer high-end hoofdtelefoons gericht op audiofielen, zoals Yamaha’s HP-1 die in 1976 werd gelanceerd of Sony’s legendarische MDR-R10 (waarvan een paar jaar geleden een hommage verscheen in de vorm van de HiFiMan HE-R10D).
In 1991 lanceerde Sennheiser de Orpheus, een gelimiteerde elektrostatische hoofdtelefoon die tot in 2015 gold als het magnum opus van het Duitse merk. Maar echt een grote, kritische headfi-community die apart stond van het hifi-gebeuren, dat was er nog niet echt. Dat zou later wel volgen, net als dealers die veel aandacht geven aan hoofdtelefoons. Er zijn er zelfs die bijna exclusief aan headfi gewijd zijn…
Toch was de opmars van de koptelefoon zelfs in 1999 al een tijdje aan de gang. En dat onder meer had te maken met de lancering van een van de belangrijkste audioproducten ooit: de Walkman van Sony, twintig jaar eerder. Een aantal van onze lezers zal vast met een van die cassettespelers in de rugzak (of aan de broeksriem) en de kenmerkende dunne koptelefoon met oranje kussens op het hoofd naar school gefietst zijn.
Misschien was het geen ‘echte’ Walkman, maar een kloon van een merk als Aiwa of Sanyo. Hoe dan ook, het was de eerste keer dat je zelf overal naar je eigen muziek kon luisteren. Met de unieke ervaring van je favoriete deuntjes steeds trager te horen afspelen naarmate de AAA-batterijen leger werden. Andere lezers zullen die Sony-koptelefoon natuurlijk herkennen als het object dat Starlord in de Guardians of the Galaxy-films linkt aan zijn thuisplaneet.
Een nieuw begin
Het ontstaan van HIFI.NL zit netjes in het midden tussen de lancering van twee iconische hoofdtelefoons die mee de huidige headfi-fenomeen hielpen creëren: de Sennheiser HD 600 (1997) en de HD 650 (2003). Toen die HD 600 verscheen, kostte het omgerekend naar hedendaags geld ongeveer 800 euro. Dat was een bom geld. Niet helemaal ongezien voor een koptelefoon toen, maar toch wel heel uitzonderlijk duur voor een product voor consumenten. Toen had niemand door dat de HD 600 en HD 650 (en zijn ‘tegenhangers’, zoals de AKG K702) het startschot gaven van een enorme golf audiofiele hoofdtelefoons. Inmiddels is 4.000-5.000 euro betalen voor een vlaggenschip, een absoluut topmodel, niet zo raar meer.Â
Het aanbod in dat topsegment is onwaarschijnlijk groot. Er zijn veel vertrouwde namen (zoals Sennheiser en Beyerdynamic), maar ook talloze nieuwe. Ook merken die elders in de hifi actief zijn, hebben weten door te stoten naar de top in headfi. Zo zijn er echter niet al te veel, deels omdat headfi en hifi echt wel andere dingen zijn.
Focal is een opmerkelijke uitzondering op dat vlak. Het bedrijf uit Saint-Etienne wist wel heel goed de zaken die hun speakers op de kaart zetten over te zetten naar een lijn koptelefoons. Incluis zeer luxueuze, comfortabele modellen (zoals de Utopia maar ook de draadloze Bathys) die op designvlak echt opvallen en qua geluid nauw aanleunen bij hun luidsprekers.
Ook Bowers & Wilkins is een van de zeldzame hifi-namen die ook qua koptelefoons goed scoort. De Britten doen dat trouwens vooral met draadloze modellen, waardoor Bowers & Wilkins een brug weet te bouwen tussen zijn traditionelere fans en een nieuwe lichting muziekliefhebbers. Zie ook DALI, die met de IO-12 en andere modellen inzet op draadloze Bluetooth-hoofdtelefoons in het hogere segment.
De terugkeer van oude technologie
Als je het voorgaande leest, lijkt het wel alsof hoofdtelefoons pas in de jaren 2000 qua techniek echt uit de startblokken schoten. Helemaal correct is dat niet, natuurlijk. In de jaren zeventig werden er bijvoorbeeld best wel wat stappen gezet op vlak van elektrostatische en planar-magnetische (en ook orthodynamische) drivers. Maar veel van die technieken raakten daarna (bijna) in onbruik, onder meer omdat dynamische drivers minder wogen en makkelijker te produceren waren. Ook in 1999 waren er niet veel koptelefoons te vinden die andere technieken toepasten.Â
Dat veranderde rond 2007-2010, toen er stilaan weer koptelefoons met planar-magnetic-drivers opdoken bij totaal nieuwe merken. Nieuwe research, materialen en productiemethodes zorgden voor doorbraken, waardoor deze drivers opeens wel konden geoptimaliseerd worden. Het Chinese HiFiMan en het Amerikaanse Audeze zijn wellicht de twee bekendste namen op dit vlak, maar je had ook anderen, zoals MrSpeakers (nu Dan Clark Audio) en Fostex. Eentje die de meesten wellicht zijn vergeten is Oppo; nu enkel bekend om z’n smartphones, maar toen een grote naam qua Blu-rayspelers die van plan was om via hoofdtelefoons breder de audiomarkt in te stappen. Die telefoons bleken echter lucratiever, waardoor die plannen weer werden opgeborgen.
De nieuwe planar-magnetic-drivers waren sneller en lichter, en hebben een ander afstraalgedrag dan dynamische drivers. Ze waren zo goed, dat tot voor kort bijna alle vlaggenschepen die techniek toepasten. Een high-end koptelefoon met dynamische drivers? Daarvoor kon je maar bij een aantal merken terecht. Sennheiser en Focal bijvoorbeeld. Er ontstonden nog meer nieuwe merken, zoals Meze Audio uit Roemenië en Final Audio uit Japan (weliswaar uit de assen van een ouder hifi-bedrijf). De cirkel was helemaal rond toen Yamaha in 2023 de ultieme YH-5000SE presenteerde. Een triomfantelijke terugkeer van de uitvinder van de orthodynamische technologie!
Hoge voltages
Inmiddels is iets gelijkaardigs gebeurd met elektrostatische technologie. Buiten Stax deed bijna niemand er decennialang iets mee. Begrijpelijk, want het is ook iets heel uitdagends om te gebruiken. De ultradunne drivers zijn moeilijk te fabriceren én je moet een elektrostatische koptelefoon aansturen met een speciale versterkers (ook: energizers) die heel hoge voltages produceren. Twee redenen die ervoor zorgden dat deze technologie heel niche bleef. Maar ook hier is er vooruitgang. Stax blijft dé naam op dit gebied, maar ook de absolute high-end headphones van HiFiman en Dan Clark Audio zijn nu elektrostatische modellen.
Als het gaat om versterking, zie je ook meer en meer namen opduiken. Zo lanceerde iFi Audio vorig jaar de iCAN Phantom, een zeldzame hoofdtelefoonversterker die zowel conventionele als elektrostatische koptelefoons kan aansturen. Daarmee wilde het bedrijf inspelen op de steeds grotere wordende groep headfi-liefhebbers die grote collecties diverse hoofdtelefoons in huis hebben.
Waar is de jack?
We hadden het al over Apple. Het wellicht invloedrijkste merk ter wereld als het gaat om consumentenelektronica heeft een heel ambigue relatie met hifi en headfi. Muziek zit echt in het DNA, wat dan weer te maken heeft met de vermeende hifi-voorliefde van oprichter Steve Jobs. Tegelijkertijd deed Apple altijd z’n eigen ding en bleef het op afstand van wat je traditionele hifi zou kunnen noemen.
Significant is dan het jaartal 2001, de eerste van drie keer dat Apple een product bedacht dat een grote impact had op muziekbeleving via hoofdtelefoons. Toen verscheen de eerste iPod, een moderne update van de Walkman waardoor iedereen overal naar z’n muziekbestanden kon luisteren. Via de meegeleverde buds, die zo karig waren dat velen op zoek gingen naar iets beters – wat meteen ook een zoektocht naar in-ears op een hoger niveau op gang trok. Die iPod was heel invloedrijk, net als de iTunes Store die eruit zou volgen, én de iPhone die de deur openzette naar apps van streamingdiensten.
Nog belangrijker waren twee andere, nauw verwante ‘innovaties’ van Apple: in 2016 schrapte het merk de hoofdtelefoonjack op alle iPhones, een zet die onvermijdelijk door bijna alle concurrenten gevolgd werd. Wie onderweg wilde luisteren, moest dat doen via een draadloze verbinding. Officieel verdween de 3.5mm jack om telefoons dunner te kunnen maken.
Maar misschien was het wel net perfect getimed om de verkoop van een nieuwe categorie headfi-producten aan te zwengelen, die van true wireless stereo in-ears of ‘TWS-en’. Apple was ook op dat vlak een pionier met de AirPods. Inmiddels zijn Bluetooth-hoofdtelefoons en -oortjes een enorm succes. Er worden er veel meer van verkocht dan van die klassieke hifi-toestellen met kabels.
De populariteit van draadloze koptelefoons maakt niet iedereen gelukkig. Er is tenslotte het gegeven dat Bluetooth een minder goede kwaliteit biedt dan een kabel. Tijdens de draadloze overdracht wordt audio immers gecomprimeerd met een lossy codec die audiodata weggooit. Dat kan via verschillende codecs, waarbij er een duidelijke trend is om een steeds betere kwaliteit aan te bieden. Maar het bleef lossy, tot het verschijnen van aptX Lossless. Deze codec belooft cd-kwaliteit zonder verlies, als de omstandigheden optimaal zijn. Andere codecs, zoals LDAC, blijven lossy, maar leveren hi-res. We zijn duidelijk nog niet op een eindpunt beland qua draadloze audiokwaliteit.Â
Méér dan wat je op je hoofd zet
Een hoofdtelefoon sloot je anno 1999 wellicht aan op de niet per se geweldige hoofdtelefoonuitgang op je stereoversterker. In 2024? Dan is de kans heel groot dat je iets anders gebruikt. Heel praktisch is dat luisteren via een hifi-toestel niet echt, ook technisch is het vaak een compromis. Al valt het wel op dat steeds meer bouwers van versterkers echt moeite doen om die hoofdtelefoonaansluiting naar een hoger niveau te tillen. De meeste mensen luisteren via de smartphone, gewoon omdat dat apparaat echt alles doet en iedereen hem altijd meedraagt. Er zijn echter heel wat betere alternatieven. Een DAC/hoofdtelefoonversterker bijvoorbeeld, die je via USB aansluit op je laptop of mobiel toestel. Het aanbod is immens groot.
AudioQuest wees de weg met de DragonFly, een oplossing op USB-stickformaat, net zoals Chord Electronics met de broekzakvriendelijke Mojo. Er zijn ook heel veel oplossingen op bureauformaat, waarbij veeleisende luisteraars vaak kiezen voor een aparte DAC en hoofdtelefoonversterker. Net zoals hoofdtelefoons steeds meer high-end zijn geworden, lijkt ook bij versterking geen grens te staan op wat kan.
Er zitten in ieder geval prachtige toestellen bij. Neem een Uniti Atom Headphone Edition van Naim, een apparaat dat streaming, DAC en versterking in één prachtige behuizing combineert. En dan vind je bij meer nichemerken nog veel meer keuze, met iets als de gigantische Egoista 845 van Viva Audio als het summum.
Toen de smartphone echt doorbrak, leek het wel game over voor de iPod. Maar het concept komt terug, vooral in het hogere segment. Astell & Kern, FiiO en Shanling zijn alvast drie merken die op dat vlak roerganger speelde.
Sommige van hun spelers overstijgen wat je zou verwachten van een ‘DAP’ (digital audio player) en zijn bronnen die probleemloos hun plek kunnen innemen in een high-end hifi-systeem. FiiO en Shanling zijn trouwens ook mooie voorbeelden van wat wel eens weinig respectvol ‘chi-fi’ wordt genoemd: Chinese audiomerken die met goedkopere producten starten, maar waarvan een aantal uiteindelijk steeds meer de premiumhoek gaat opzoeken met producten die op vlak van kwaliteit zeker geen negatief label verdienen.
De toekomst?
Waar we een kwarteeuw van nu zullen eindigen met headfi? Dat is moeilijk te voorspellen. Nu dat aptX Lossless een voorname kritiek op Bluetooth-transmissie wegneemt, zullen er de komende jaren vast meer en meer high-end draadloze toestellen opduiken. Op drivergebied zullen er ongetwijfeld ook verbeteringen komen. Dat zal zeker het geval zijn als kleinere hoofdtelefoonmerken betere toegang krijgen tot de soort simulatie- en modelleersoftware die grote luidsprekerbouwers inzetten om steeds betere drivers te ontwerpen. De innovatieve MEMS-technologie toont aan dat er nog wel nieuwe dingen mogelijk zijn op dat vlak. Soms op basis van oude patenten, maar met nieuwe kennis over materialen.
Blikken we nog verder in de toekomst, dan wordt zeker dat huwelijk tussen headfi en VR steeds belangrijker. Je spreekt dan uiteraard niet over hifi-hoofdtelefoons, maar wel over actieve modellen die headtracking en spatiale algoritmes inzetten om audio even driedimensionaal te maken als het beeld dat VR-brildragers te zien krijgen. En wat als de koptelefoon of in-ears helemaal zouden verdwijnen? Dat klinkt onwaarschijnlijk, maar er wordt wel aan technologieën gewerkt die dat mogelijk maken. We hebben het dan niet over bone-conduction, dat nu al op de markt is en geluid overdraagt via je schedel. Er is bijvoorbeeld een fascinerend prototype gebouwd door het Israëlische Noveto, dat geluid rechtstreeks naar de oren van een specifieke persoon stuurt.
Afgaande op hoe de firma het uitlegt, gebeurt dat door onhoorbaar ultrageluid naar precies naast de oren te sturen. Dat ultrageluid veroorzaakt in de lucht ‘botsingen’ tussen luchtmoleculen, wat hoorbaar is. Noveto zegt dat proces zo goed in de hand te hebben, dat ze zo stemmen en muziek kan reproduceren. De gecreëerde geluidsbubbels zijn heel klein en enkel te horen door de luisteraar. Omdat zelfs mensen die zitten microbewegingen maken, gebruikt het Noveto-prototype een camera om continue de positie van de oren te bepalen en het ultrageluid te richten. Alles zit verpakt in een soort kleine soundbar, maar het bedrijf beweert alles nog verder te kunnen miniaturiseren.
Er is daarnaast de vele speculatie rond het Havana Syndrome, waarbij mogelijk een geluidswapen is ingezet om Amerikaanse overheidsfunctionarissen onder meer misselijk te maken. Het onderzoek is nog lopende en het fenomeen kan wel eens een natuurlijke oorzaak hebben, maar sommige wetenschappers beweren dat het een praktische toepassing zou zijn van een theoretisch idee waarbij microgolven rechtstreeks het binnenoor stimuleren.
Nu zou het – opnieuw: dit is speculatie – gebruikt worden om mensen onwel te maken (het gehoor en het evenwichts-orgaan zijn nauw gelinkt). Maar er wordt gepostuleerd dat de technologie in staat is om geluid ‘in je hoofd’ af te spelen.Â
Enfin, er zijn dus wel wat pistes die gericht zijn op het volledig elimineren van de (fysieke) koptelefoon en het direct aanleveren van muziek aan het brein. Of het echt zo ver zal komen, is moeilijk te zeggen. Misschien blijven er altijd wel liefhebbers van dat stukje vakmanschap dat zich op je hoofd nestelt en je midden in je muziek plaatst.