De kans een bijzonder systeem in alle rust te beluisteren laat ik niet aan mij voorbijgaan. In een stille wijk van Utrecht tref ik Armin Bos, eigenaar van importbedrijf KlangQ en tegelijk de man achter Live Fidelity. Opgesteld in zijn fraaie luisterruimte staan een paar open baffle luidsprekers van Duits/Nederlandse makelij, met daarachter een complete verrassing in de vorm van vier onzichtbare bashoorns. Nou ja, onzichtbaar zijn ze niet, onherkenbaar is een beter woord.
Na een uitgebreid gesprek met Armin die veel kan vertellen over hetgeen wij straks mee spelen, is het tijd voor een luistersessie om te genieten van apparatuur en muziek. Maar voor het zover is, gaan we eerst in op wat er staat opgesteld.
Bastanis: stukje uitleg
KlangQ importeert de Bastanis producten. Daarnaast zijn er de Club-27 luidsprekers van een gezamenlijk bedrijf van Robert en Armin. Club-27 speakers worden volgens dezelfde principes ontworpen en ook in Amsterdam gebouwd. Club-27 bevindt zich in het prijssegment onder Bastanis.
De hoofdmoot is en blijft echter Bastanis open baffle systemen. De in Duitsland woonachtige Robert Bastani houdt zich al ruim 25 jaar bezig met het ontwerpen en vervaardigen van luidsprekers. Werden in vroeger tijden in de bioscopen in Duitsland open baffles toegepast in bioscopen, wat in de vergetelheid is geraakt, Robert Bastani heeft het concept een nieuw leven ingeblazen.
Voor wie niet weet wat een open baffle is – wat geen schande is want dit type luidsprekers is dun gezaaid – even een korte uitleg. Iedere luidsprekerunit of driver wordt gemonteerd op een plaat. Die plaat krijgt zijwanden en meestal een achterkant om de box af te sluiten. De voorkant wordt in het Engels aangeduid als ‘baffle’. De behuizing is nodig om ervoor te zorgen dat de energie opgewekt aan de voorzijde van de driver niet akoestisch wordt kortgesloten met de energie aan de achterkant, waardoor je niets meer zou horen.
Het alternatief van een kast is de baffle zo groot maken dat een akoestisch kortsluiting niet kan optreden. Helaas, hoe lager de frequentie, des te groter moet de baffle zijn. Voordelen van een open baffle zijn het ontbreken van kastkleuring, immers er is geen kast. De driver wordt aan de voor- en achterzijde gelijkmatig belast en geluid wordt afgegeven naar voor en achter, waardoor er pal naast de baffle weinig energie is.
Daarmee voorkom je geluidreflecties van zijmuren. Ten slotte is het rendement vaak hoog, in een normale luidspreker moet je energie dempen in de kast, een open baffle gebruikt alle energie optimaal.
Twee Duo’s
Terug naar de Robert’s Bastanis Imperial Duo. De uitdrukking Duo in de naam duidt op het gebruik van twee full-range drivers per baffle. Er is ook een Uno met één driver per baffle. De drivers dekken een frequentiegebied af van 70 Hz tot 7.000 Hz. De drivers worden niet gefilterd, er is alleen een weerstandparallel gezet voor een impedantievriendelijk gedrag. Met een rendement van 102dB is het gebruik van kleine single-ended buizenversterkers aantrekkelijk en die verlangen een zo vlak mogelijk impedantieverloop.
De 12 inch drivers zijn verre van standaard. Vervaardigd in de U.S.A. op specificatie van Bastani zijn ze voorzien van een ultra lichte conus. Onderdeel van de specificatie is het gebruikt van een speciale lijm om conus en spreekspoeldrager te verlijmen. Extreem belangrijk volgens Bastani omdat gebruik van een papier conus en een papieren spreekspoeldrager een gelijk akoestisch gedrag impliceert. Een keiharde lijm heeft geen dempende werking, dus elke beweging van de spreekspoel wordt één op één doorgegeven aan de conus, een zachtere lijm zou de weergave kwaliteit negatief kunnen beïnvloeden.
Bastanis vermijdt elke vorm van informatieverlies en let op dit soort belangrijke details. Het gebruik van AlNiCo magneten zorgt voor sterkere magneetvelden in vergelijk met magneten uit ijzer. Met een gelijke massa biedt AlNiCo een meer lineair gedrag.
De conus ondergaat in Duitsland een langdurige bewerking. Eerst wordt de conus verzadigd met twee verschillende oliën, daarna gebakken op een lage temperatuur. Vervolgens worden drie verschillende lakken in veertien lagen opgebracht om het resonantiegedrag van de driver te controleren, het impulsgedrag te verbeteren en de driver akoestisch kleurloos te maken. Het met de hand uitgevoerde proces duurt een paar maanden in verband met lakken en droogtijd.
Omdat de drivers maar werken tot 7.000 Hertz gebruikt Bastani een aan de achterzijde open dipool hoorntweeter in een wave guide. Geplaatst precies in het midden tussen de twee breedbanders. De tweeter is gekoppeld met een in serie gezette Duelund condensator voor een afval van de lage tonen met 6dB/octaaf.
Die ene condensator is in zowel de Duo als de Uno het enige component in het scheidingsfilter.
Voor frequenties onder de 70Hz moet er ook iets worden toegevoegd. Daar komt de verrassing, op de foto is te zien dat achter de open baffles een dressoir staat. In dat dressoir zitten vier bashoorns verstopt met elk een 15 inch woofer. De woofer naar voren gericht, achter de woofer een down firing hoorn als akoestische belasting. Het dressoir is zo gebouwd dat de zijwanden en de bovenplaat geen mechanische koppeling kennen met de woofers. Het vormt een kap over de bashoorns.
In het midden zit een kastje waar apparatuur in kan. Bij Live Fidelity is dat een SPL Crossover elektronisch scheidingsfilter en een SPL S1200 transistor versterker om de bashoorns aan te drijven. Het dressoir in een wat kleinere versie biedt plaats aan twee bashoorns en geeft dan meer ruimte aan elektronica. Het dressoir is in lichte mate in hoogte aanpasbaar, het staat op dempende voeten die zich zonder gereedschap laten verstellen. De voeten isoleren de bashoorns van de rest van het meubel. Omdat de voeten verstelbaar zijn, is de laagweergave te tunen. Hoe dichter de mond van de hoorn bij de vloer komt, des te intenser wordt de mid bas. Iets hoger geeft een push aan het diepste laag. Het dressoir is door de ontkoppeling tegelijk bruikbaar als audiomeubel en kan gerust een draaitafel dragen zonder beïnvloeding door de vier bashoorns.
Bij een Bastanis Imperial Uno zit een actieve bashoorn vast aan de baffle zoals op foto’s te zien is. Al het houtwerk van zowel baffle, bashoorn en dressoir is handwerk en wordt gedaan in Amsterdam. Standaard houtsoorten zijn massief walnoot, eiken of maple. Tegen meerprijs zijn afwerkingen mogelijk in andersoortig massief hout, in fineer of lak. Het voordeel van een volledig Nederlands/Duits fabricaat.
Stapeltje apparaten
Naast de twee SPL-producten heb je iets nodig als bron en als versterker voor de Open Baffle Duo. Uit het leveringspakket van Live Fidelity is gekozen voor twee Allnic A311M Single Ended monoblokken van ongeveer 6 Watt, vermogen komend uit een enkele PX25 buis per kant. De voorversterker is een MFE Tube One SE buizenversterker. Belangrijkste bron vandaag een STST-draaitafel, voorzien van een Lyra Etna element, waarachter een Allnic H6500 phonotrap actief is. Digitale bron wordt gevormd door Metronome DSS 2 netwerkstreamer en een Le Dac 2 converter voor streaming vanaf Qobuz. Netsnoeren zijn deels Bastanis en deels M-Way van Audiomaat. Interlinks en luidsprekerkabels zijn Bastanis Imperial.
De twee Bastanis Open Baffle staan op instelbare metalen frames, zodat de baffle licht kan hellen voor een optimaal fasegedrag op de luisterplek. In de luisterruimte van Live Fidelity staat de zitplek dicht op de luidsprekers, meer naar achteren mag ook als de klant dat liever heeft. De Imperial Duo heeft een heel brede afstraling, daarmee is het stereobeeld altijd goed, relatief dicht op de luidsprekers zitten zorgt voor diepte in het stereobeeld. De ruimte zelf is akoestisch aangepast, niet overdreven of te doods, het is een prettige ruimte geworden om in te praten en te luisteren.
Niet onvermeld mag blijven dat KlangQ aanwezig zal zijn op Dutch Audio Event 2024 in oktober, waar gespeeld zal gaan worden met de Bastanis Imperial Uno. Daarvoor en daarna bent u op afspraak welkom in Utrecht.
Japanse jazz
Inmiddels weet u alles van open baffle systemen en van Bastanis dus wordt het tijd om te gaan luisteren naar dit op het oog imposante systeem, met de visueel werkelijk prachtige oplossing voor de vier bashoorns die erbij horen. Vinylliefhebber Armin haalt een door Three Blind Mice uitgebrachte lp uit de collectie, wij spelen “Midnight Sugar” van het gelijknamige album van het Tsuyoshi Yamamoto Trio. Het jazztrio is hard en direct opgenomen, met de microfoon haast op de snaren van de piano. Daarbij komt zacht ruisend slagwerk en een geplukte contrabas.
De Imperial Duo zorgt voor strakke plaatsing van instrumenten. Speelt heel helder en dynamisch, waarbij het volume zonder enige restrictie op te krikken is tot live niveau, ondanks de geringe tweemaal 6 Watt die ter beschikking staan. Gelukkig blijft slagwerk in de opname vrij zacht ten opzichte van de knalharde piano, anders wordt het wel een erg wild gebeuren op 2 tot 3 meter afstand van de weergevers. Lage tonen zijn duidelijk aanwezig, perfect op maat ingesteld door Armin en Robert Bastani zodat er een heel gelijkmatig verloop is tussen baffle en bashoorn. Vanwege de lage overgangsfrequentie heb je geen last dat het laag directioneel is, dus komen alle noten perfect samen.
“Tin Pan Alley” van Stevie Ray Vaugh staat op zwart vinyl. Ik hoor en zie iedereen denken “nee hè, niet weer”. Vergis u niet, zo heeft u Stevie nog niet eerder gehoord. De weergave is het beste te omschrijven als razendsnel. Ik hoor steeds een ruis die ik niet herken aan de linkerkant, het blijken bekkens te zijn die zacht worden bestreken met kwastjes. Bekkens zitten in de opname laag bij de grond. Nooit viel dat mij op. De hoogte-afbeelding van instrumenten en zang is erg goed. Ondanks dat ik dicht op de speakers zit hoor ik ze niet als zodanig. Muziek is 100% losgemaakt van de baffle. Iedereen heeft dit stuk muziek net als ik veel te vaak gehoord, maar niet eerder was de weergave daarvan zo levendig en bijzonder transparant. Muziek speelt gemakkelijk en vrij.
Zeelucht erbij denken
Sigi Schwab & Percussion Academia speelt op de lp “Rondo a tre” bijzondere muziek met tijdens het intro op de achtergrond de zee, met meeuwen en andere vogels. Door de opname, veel links en rechts informatie, hoor ik nu wel een beetje de speakers zelf, tot de muziek meer naar het midden wordt getrokken, dan komt het geluid weer vrij. Bespeeld worden percussie en gitaar met af en toe vocalen. Bij een trommel wordt duidelijk hoe groot het stereobeeld eigenlijk is, trommelen van uiterst links, vanaf ver buiten de weergevers lopende naar uiterst rechts, tot ver voorbij de luidspreker zelf. Bijna van zijmuur tot zijmuur. Weer zijn het de snelheid en transparantie die opvallen. Geen beperking in dynamiek door een behuizing en daarmee ook geen kleuring vanaf de open baffle.
De volgende en even de laatste parel op vinyl is van Jacintha. Op “Here is to Ben” zingt ze de klassieker “Danny Boy”. Eerst a capella met alleen haar stem. Rondom een echo van de ruimte waar ze zingt. Goed te horen is het langzaam uitsterven van de galm. Haar zang gaat van heel zacht en teder tot aan een wat je een kreet om aandacht zou kunnen noemen. Voorzichtig komen slagwerk en piano erbij, haast de schoonheid van de zang verstorend. Nu wordt het ook meer zingen door Jacintha, in plaats van het alleen uiten van emotie in het a capella deel.
Het is een fabuleuze opname, dat is idem de weergave op deze luidsprekers in de gekozen opstelling. Ondanks enorme uithalen, in volume vastgelegd in het vinyl, blijft alles in balans. Een saxofoon valt in, je kijkt haast in de trechter. Het stereobeeld zorgt voor een mooie diepte en ondanks dat Jacintha haar mond ver opentrekt blijft de weergave starten ter hoogte van de luidsprekers en niet vlak voor je gezicht.
We gaan streamen met Metronome spullen en kiezen vanaf Qobuz als eerste één van mijn referenties, Anne Akiko Meyers en haar “Air: the Bach album”. Je bent bang dat gezien de enorme transparantie van het gehele systeem klassiek over de top zal zijn, vooral viool hard en/of scherp. Hoe anders is het in werkelijkheid, want haar viool is loepzuiver aanwezig, terwijl heel zacht achter Anne het orkest van zich laat horen. De bassen, cello’s en violen waarvan de snaren worden gestreken en geplukt.
Na “Air” is de tweede track een levendig concert van Bach dat evenzeer levendig wordt weergegeven. Het orkest fraai uitgespreid in de ruimte, het lijkt op deze luisterafstand of ik op rij één in de concertzaal zit. Of een concert bijwoon in een beperkte ruimte. Heel aantrekkelijk om zo te luisteren.
Wederom is de klank van de viool zoals die moet zijn, fel en ‘krassend’ zonder randjes, zonder scherpte. Met kracht uit de snaren en de romp van het instrument. Viool is zondermeer buitengewoon goed, vooral door de vele details die hoorbaar zijn vanuit de opname. Hier kan ik uren van genieten.
Losse flodders
We trekken wat losse flodders uit de kast, “Les temps passé” van Michael Jonasz, “Heart beat” van het Antonio Forcione Quartet, klarinet spel van de Belgische Willem Vermandere op “Omzwervingen”. Dat zo echt speelt dat ik naar een klarinet op zoek ga. Apart, één instrument dat op een zo indrukwekkende wijze terug te horen is. In dit geval met het grootste gemak. Weer is de akoestiek van de opnameruimte direct terug te horen. In een natuurlijke galm die niet overdreven wordt, prachtig in balans met het instrument zelf. Voor heel erg diepe lage tonen pakken we “Winter songs” van Terje Isungset. Dat gaat diep en dan werken de woofers harder dan eerder nodig was. Muziek zweeft als het ware door de ruimte, hangt in de lucht. Heel bijzonder om te beluisteren hoe ijspegels als instrument worden ingezet. Met de grote, actief aangestuurde woofers worden de dreunen in de muziek strak en diep weergegeven. Hele diepe, in de hand gehouden dreunen.
Marcus Philippe speelt op “Saxnbass” de track “Hey Joe”. Vaak wordt gedacht dat er aan de weergave van twee instrumenten weinig mis kan gaan, toch is het lastig om dit weer te reproduceren aangezien je aandacht niet afgeleid zal worden door ander geluid. Luister eens naar de bas op dit systeem, nog indrukwekkender dan wat de saxofoon naar voren brengt. Het plukken van snaren is formidabel, snaren die natrillen in de romp van het instrument. Een ruime mate van laag, zonder op te blazen, het is eerder rustig in het laag. Goed afgestemd door de importeur. Muziek op een systeem dat eerlijk is, zonder overdreven toeters en bellen. Zuiverheid is troef.
Als laatste van de sessie zingt de Mexicaanse Ángela Aguilar voor ons haar fado-achtige “La Llorona”. Het maakt eigenlijk niet meer uit, zonder in herhalingen te willen vervalen speelt ook dit met echtheid overgoten. Deze dame heeft in mijn oren geen mooie stem, maar ik ben ervan overtuigd dat ik voor mijn kiezen krijg wat ik gezeten tegenover haar ook zou meemaken. Tragiek bezongen in woorden.
Impressie
Mij in een onbekende ruimte neerzetten leidt helaas slechts tot een luisterimpressie. De apparatuur hoorde ik niet eerder, de akoestiek is nieuw voor mij, de luidsprekers kende ik helemaal niet. Het is geen echte recensie geworden vandaag. Voor zo’n beschrijving is het nodig dat ik bij Live Fidelity een week of twee ga wonen. De Bastanis Imperial Duo is anderzijds veel te groot om even mee naar huis te nemen en drie verdiepingen naar boven te sjouwen. Gelukkig is het niet de eerste opstelling die ik mag beoordelen in mijn leven in een onbekende ruimte. Dus durf ik mij wel een bescheiden mening te veroorloven.
Met zo min mogelijk vooroordelen als menselijk is, ben ik bij Live Fidelity naar binnen gestapt. Zag daar twee open baffle luidsprekers in een sublieme afwerking. Best mooi om te zien en zeker niet onmogelijk te plaatsen in een woonkamer. Met daarachter een dressoir in dezelfde houtsoort, een meubel dat verrassend genoeg vier forse bashoorns herbergt, ter weerszijde gezet van een elektronisch cross-over en een zware eindversterker voor de aansturing van de in totaal vier 15 inch woofers. Een Hollands staaltje vakmanschap in houtbewerking. De luidsprekers zelf zijn een ontwikkeling van meer dan 25 jaar zoeken naar een weergave die uitstijgt boven het gemiddelde. Niet in grote aantallen verkrijgbaar, het is ontzettend veel handwerk wat er voor mij staat. Daarmee een levertijd verklarend van enige maanden zoals Armin Bos mij aangeeft.
Laatste woorden
Robert Bastani, de ontwerper en maker van deze luidsprekers, is erin geslaagd een concept neer te zetten dat speelt zonder kleuring, dat eerlijk en zuiver is, dat alle ruimte geeft aan stemmen en instrumenten. Dat zo eerlijk en dynamisch speelt dat je het prijskaartje van 125.000 euro vergeet. De prijs voor de open baffles inclusief het dressoir met de vier bashoorns. Misschien is het meest indrukwekkend van de Bastanis Imperial Duo dat niets wordt overdreven of aangezet. Niet in de lage tonen, niet in het hoog waar je met een hoog rendement tweeter wel eens bang voor bent, niet in het middengebied. Muziek in een natuurlijk stereobeeld, breder dan verwacht, goed in hoogte en diepte. Klankzuivere violen spelen net zo gemakkelijk als klarinet, saxofoon, drums of zelfs muziek gemaakt op ijssculpturen. Nergens is compressie te vinden, muziek mag heel zacht spelen, kan en mag ook op het volumeniveau van het echte instrument.
Een Imperial Duo is geen alledaags product, de Imperial Uno evenmin, en vereist mogelijk wat vakmanschap in opstelling en keuze van randapparatuur. Dat laatste vooral omdat de Bastanis ongenadig eerlijk is. Wat er in gaat, komt er ongekleurd uit. Een grote verdienste van de Imperial Duo in mijn ogen. Dat de afwerking op ambachtelijk meubelmakerniveau is, is een pré. Nooit eerder zag ik een oplossing voor het plaatsen van vier grote hoorns voor de lage tonen in een zo fraaie uitvoering. Dat waren mijn laatste woorden bij het verlaten van het Utrechtse pand.
Bastanis Imperial
Imperial Uno 50.000 euro | wooferbehuizingen zijn drager van de baffles
Imperial Duo 125.000 euro | baffles inclusief dressoir met vier bashoorns
www.bastanis.com