Sandusky
In Sandusky, Ohio schijnt het goed toeven te zijn als je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebt. Waarom zou een Nederlandse band zich dan naar zo’n doezelend stadje vernoemen? Het vijfkoppige Utrechts-Limburgse Sandusky heeft met slaperigheid niets van doen op haar titelloze debuut. Na jaren touren (zanger Luc Dings en gitarist Mathijs Peeters bewezen onlangs nog de Keith Moon’s van de Lage Landen te zijn door hun Groningse hotelbedden onopgemaakt achter te laten) door de Nederlandse clubscene is nu de tijd aangebroken voor deze ’rawk’n’garage-countryblues’-band om hun tourwerk te bekronen met een album. En dat lijkt gelukt. Een deal met rootslabel Munich, een mooi kartonnen hoesje (weg met die inlay!) en een heldere, volle productie die niet afdoet aan hun rauwe live-geluid. En dan hebben we het nog niet gehad over de inhoud.
Opener “Psychonaut” trapt de deur in met zijn smerige bluesharmonica, vette bas en jankende gitaar. Het maar doorpompende “Drunken Wedding” blijft met zijn vijf minuten lengte boeien tot de laatste drumslag. En in de countrypunk aanklacht tegen de oppervlakkigheid uit Hollywood “Death to California“ klinkt Dings bijna zo bezeten als Dead Kennedy’s Jello Biafra. Toch durft Sandusky het gitaargeweld los te laten met “Home is just a mile away”, “I must not let it lead me” en “Everbody’s looking for something”. Daarmee hebben ze twee vliegen in één klap te pakken: het geeft de plaat de rustpunten die ze nodig heeft en Sandusky bewijst zich ook nog als Neerlands Americanahoop in bange dagen.
Punkafsluiter “Cock Suck’n roll” zullen we maar als extraatje zien. Grappig, maar overbodig. Maar prijsnummer “Took the right turn”, is een instant gitaarpopklassieker. Mét een refrein dat je de eerstvolgende dagen niet meer uit je hoofd krijgt door een maf, hypnotiserend orgeltje. Buiten songschrijvers-vakmanschap zijn het nu net die kleine details die Sandusky ver boven de middenmoot uittillen. Af en toe een orgeltje, een koortje her en der, een sample hier of daar, een flinke scheut psychedelica (zoals in het ruim acht minuten durende “I need a rest”) en soms een gitaarsolo. Peeters weet precies wanneer een solo mag en wanneer zijn “licks” en “tricks” hun werk moeten doen.
Het valt niet te ontkennen: van deze jongens gaan we in 2004 zeker nog meer horen. En oh ja, Sandusky is natuurlijk niet vernoemd naar een suf stadje aan de kust van één van de Great Lakes maar naar een nummer van Uncle Tupelo, de vorige band van Wilco’s Jeff Tweedy. Hebben we gelijk nog even de belangrijkste invloedbron te pakken.
Aanvullende informatie:
Release: 22 januari
10 tracks, 41:55
Distributie: www.munichrecords.com
Website: www.sandusky.nl