REVIEWSkyAnalog

Review SkyAnalog G-1, G-2 en G-3 MC Elementen: nieuw analoog supertrio

SAMENVATTING

Drie dezelfde maar toch verschillende elementen waarbij de cantilevers zo precies gelijk staan, dat is knap. De montage was gemakkelijk, de instelling was easy-peasy-mac-and-cheesy, zonder twijfels over een te hoge of te lage compliantie, en op basis daarvan durf ik ze alledrie van harte aan te bevelen

PLUSPUNTEN

  • Zeer goede geluidskwaliteit
  • Betrokken en kleurrijke weergave
  • Eenvoudige montage
  • Fraai gebouwd
  • Verschillende cantilevers klinken echt anders

MINPUNTEN

  • Betrekkelijk hoge prijsinstap
  • Denk aan de buren…

Het gebeurt niet vaak meer dat ik het verzoek krijg om een element te recenseren. Laat staan drie elementen van hetzelfde merk. Importeurs zijn er kennelijk niet meer zo happig op om -vaak kostbare- elementen op te sturen en ze daarna gebruikt en dus gedeeltelijk afgeschreven terug te ontvangen. Bovendien zijn er steeds minder collega-recensenten die zich nog bezighouden met de edele kunst van het plaatjesdraaien. Des te leuker was het dus dat Wim Noppers van importeur City Audio Trade de redactie van HIFI.NL benaderde met de vraag of er iemand naar de pas door hem aan zijn assortiment toegevoegde elementen van SkyAnalog kon luisteren. Spekkie naar mijn bekkie, en na wat op en neer mailen over de inspeelstrategie arriveerde als eerste de SkyAnalog G-1 in Casa Max. Dat was het begin van een interessante testperiode met verrassende bevindingen.

SkyAnalog 

SkyAnalog is een Chinees bedrijf, gevestigd in Jiangmen in de provincie Guangdong. Ooit begonnen ze met eigen buizenversterkers, die vanwege de strenge regels van de KEMA overigens geen importeur in Nederland hadden. Maar net als veel andere Chinese elektronica-bedrijven groeiden ze al snel uit tot een professionele OEM leverancier. Eigenaar Jack Leung haakte ook al vroeg aan bij de vinyl-revival en besloot MC elementen te gaan maken. Dat is echter een complexer ambacht dan hij had gedacht, dus het duurde even voor hij dat onder de knie had. Maar ook daarin groeide hij uit tot een belangrijke OEM leverancier.

Er worden om begrijpelijke redenen geen namen en rugnummers bekendgemaakt, maar een aantal -ook duurdere- elementen van onder andere Amerikaanse en Japanse merken komt uit de fabriek van Jack Leung. Het is in deze context onmogelijk om niet even zijdelings het vergelijk met Hana te trekken, het ‘eigen merk’ van de Japanse OEM fabrikant Excel Sound Corporation. Want waarom genoegen nemen met alleen meesmullen van andermans vruchten terwijl die nota bene uit jouw eigen kraam komen? SkyAnalog is nu dus óók zo’n eigen merk, en daar mogen we als vinyldraaiers onze handjes over dichtknijpen.

SkyAnalog G-1, G-2 en G-3 en het plan dat rijpte…

Toen ik in voorbereiding op de aankomst van de SkyAnalog G-1 wat technische informatie over de elementen opzocht, leerde ik dat ze alle drie een body van massief aluminium hebben die rond de 10 gram weegt, en dat de ‘motor’ gebaseerd is op een magneet van weekijzer en koperen spoelen die op een kruisvormige drager gewikkeld zijn. Dat is een veelgebruikte methode. SkyAnalog heeft dus niet geprobeerd om het wiel opnieuw uit te vinden, maar heeft haar aandacht gericht op een zo hoogwaardig mogelijke constructie en afwerking. Ik vind dat verstandig, omdat de toleranties bij elementen soms wel heel ruim zijn -én worden genomen- wat de inbouwer dan tot visueel onaantrekkelijke kunstgrepen dwingt om de naald recht in de groef te krijgen.

Toen ik de elementen uiteindelijk alle drie in huis had bleek dat de uitlijning van hun cantilevers zó nauwkeurig was dat ik ze ‘identiek’ zou durven noemen. Ze zijn overigens nog op meer punten identiek. Wanneer je de specificaties op de website van de importeur vergelijkt zie je vrijwel uitsluitend overeenkomsten. Ze hebben alle drie een uitgangsspanning van 0,35mV (gemeten bij 3,54cm/s, dus in de gemiddelde praktijk van 5,5cm/s komen ze eerder in de buurt van de 0,5mV). Dat is prettig hoog en zorgt voor een uitstekende signaal-ruisafstand. Ze hebben een inwendige weerstand van 8 Ohm, zien graag een afsluitweerstand van 200-470 Ohm, hebben een kanaalscheiding van meer dan 30dB binnen 0,5dB (knap!), een frequentiebereik van 20 tot 25.000Hz binnen 1dB, en een theoretische tracking van 80uM (die je in de praktijk misschien alleen nodig hebt bij het afspelen van Tsjaikovski’s Ouverture 1812 op het Telarc label).

De optimale naalddruk is gespecificeerd op 1,6 gram (binnen een marge van 1,5 tot 1,7 gram), en de naaldconstructie heeft een compliantie van 10um/mN. Er staat niet bij of dat bij 10Hz of bij 100Hz is, maar in beide gevallen kun je spreken van een gemiddeld soepele ophanging. Dat betekent dat de elementen zich prima thuis zullen voelen in vrijwel alle hedendaagse (middelzware) armen, wat SkyAnalog zelf óók aangeeft. Alle drie de elementen hebben dezelfde naakte diamant als aftaster, met een ‘Super Linear Contact’ profiel van 5 x 150µm. Een Shibata variant. Zoals ik al zei: vrijwel uitsluitend overeenkomsten. Maar de elementen verschillen op één belangrijk punt van elkaar: ze gebruiken elk een andere cantilever.

Het ‘instapmodel’ G-1 heeft een cantilever van Boron, de duurdere G-2 van Robijn en de duurste G-3 van Saffier. En daaruit rijpte al snel het plan om de elementen niet alleen objectief met elkaar te vergelijken, maar om daar óók de specifieke invloed van de gebruikte materialen van de cantilevers in te betrekken. Mijn zoektocht in Google naar bewijs dat dit ooit eerder is gedaan leverde niets op, maar ik weet dat er onder audiofiele vinyldraaiers wel degelijk vragen -én misverstanden- over bestaan. En deze drie ‘identieke’ elementen bieden de unieke kans om daar nu eens op in te zoomen.

Boron versus Robijn versus Saffier 

Even ‘nerden’ over mineralen en kristallen. Waar SkyAnalog de cantilevers betrekt is niet bekend, maar een vooraanstaande leverancier van dit soort ultra-specialistische componenten is Adamant Namiki (AN). Deze Japanse fabrikant publiceert op haar website een schemaatje waarin de relevante mechanische eigenschappen van meerdere cantilever-materialen zijn verzameld. En daarbij vallen een paar interessante dingen op.

In de meest linkse kolom staat de E Young’s Modulus. Die geeft de ‘rekbaarheid’ oftewel de lineaire elasticiteit van de materialen aan. Ik betwijfel een beetje of er bij het aftasten van een plaatgroef krachten worden uitgeoefend die de cantilever ook maar enigszins in de lengterichting zullen laten ‘uitrekken’, maar we hebben het natuurlijk wél over bewegingen op microniveau, dus ze zullen het niet voor niets vermelden. De tweede kolom toont de dichtheid van de materialen, oftewel hoe dicht de moleculen op elkaar zitten. Leg je dat naast de meest rechtse kolom (de hardheid) dan zie je dat Boron weliswaar harder is dan Robijn en Saffier, maar dat het materiaal minder dicht is.

Robijn en Saffier liggen zeer dicht bij elkaar. En dat is ook wel logisch, want ze zijn qua chemische samenstelling vrijwel identiek. Beide cantilevers zijn gemaakt van synthetisch Korund (of Corundum), een kristallijne vorm van het mineraal Aluminiumoxide. Sporenelementen van ijzer, titanium, chroom, vanadium en magnesium geven het een bepaalde kleur, en een relatief hoog aandeel chroom zorgt voor de rode kleur van een Robijn.

Even nog terug naar het schemaatje, want als we tot slot kijken naar de derde kolom, waarin de snelheid staat waarmee geluid zich door het materiaal beweegt, dan valt opnieuw op dat Boron een iets hogere geleiding heeft dan Robijn en Saffier, die wat deze eigenschap betreft echt volkomen identiek zijn. Dat maakt mij (en vast ook anderen) heel nieuwsgierig of de klankverschillen tussen de elementen goed hoorbaar zullen zijn. De praktijk zal dat dus moeten uitwijzen.

Inbouwen van de SkyAnalog G-1 

Omdat de elementen allemaal gloednieuw waren en 30 uur inspeeltijd nodig hebben sprak ik met Wim van City Audio Trade af dat ik zelf de G-1 zou inspelen, en dat hij in de tussentijd de G-2 en de G-3 de nodige uren zou laten draaien. Het inbouwen van het SkyAnalog G-1 element in een Jelco HS-25 headshell was door de voorgetapte gaten in de lichtpaarse aluminium body een peulenschil. Omdat de cantilever perfect recht naar voren wees hoefde ik alleen voor het instellen van de overhang even goed onder het element te turen, om de naald precies op het ‘Baerwald’ stipje van mijn Feickert MkII Protractor te krijgen. Dat was telkans het lastigste moment van de setup, want de cantilevers zijn vrij kort en dun en bij de G-2 en G-3 zijn ze ook nog eens transparant. Maar toen dat eenmaal gelukt was kon de fouthoek eenvoudig op het oog ingesteld worden door de vlakke voorkant van het element uit te lijnen op het rastertje van de protractor.

De verticale aftasthoek (VTA) werd met behulp van een laser-waterpas zodanig ingesteld dat de arm -met de naald op de plaat- precies horizontaal stond. Omdat de cantilevers in de G-2 en de G-3 zeer nauwkeurig dezelfde stand hadden kon ik de VTA verder met rust laten. Een naalddruk van 1,64 gram en een dwarskrachtcompensatie van 1.2 bleken uiteindelijk het beste te klinken, hoewel ik vermoed dat de naalddruk bij een verder ingespeeld element (pakweg 200+ uur) nog wel een paar tiende gram omlaag zou kunnen.

Deze instelling van de naalddruk heb ik bij de G-2 en de G-3 gehandhaafd. Ik sluit niet helemaal uit dat je, door hier bij individuele elementen nog een heel klein beetje mee te spelen, de weergave uiteindelijk nog een paar procentpunten zou kunnen verbeteren, maar daarvoor had ik simpelweg niet de tijd.

De Jelco Headshell werd in de Jelco SA-750E arm op mijn gerestaureerde en met ‘mushrooms’ in plaats van veren ontkoppelde Thorens TD125mkII geschroefd. De platenspeler was via een AudioQuest Cougar phono interconnect verbonden met mijn AudioCreative PhonoDude buizen phonotrap met Cinemag CM 3444-A step up trafo’s aan boord. Deze SUT’s hebben een wikkelverhouding van 1:18, wat aan een 47kOhm MM ingang een afsluitweerstand oplevert van 47000/(18x10) = 261 Ohm, wat perfect binnen de door de fabrikant opgegeven waarde valt. De PhonoDude was middels een AudioQuest Water interconnect aangesloten op mijn PrimaLuna EVO400i versterker, die via AudioQuest William Tell Zero luidsprekerkabels mijn Kharma prototype luidsprekers laat zingen. Alle powercords waren eveneens van AudioQuest.

De eerste tonen - SkyAnalog G-1 

Zelfs de nog vlamnieuwe SkyAnalog G-1 liet al meteen een mooi open geluid horen, met meer dan voldoende laag en een lekkere dynamiek. Een brede selectie aan platen werd op de mat gelegd en onder de naald doorgetrokken, terwijl ik iets aandachtiger luisterde dan ik normaal doe tijdens inspeelcorvee. Ik wilde het element horen loskomen. Het middengebied was in het begin nog wat vlakjes maar stemmen klonken niet zo benepen als bij nieuwe elementen soms het geval is. Na een album of 25 (net iets over de helft van de geadviseerde inspeelduur) was het element naar mijn idee al op ruim 95 procent van zijn kunnen, want in de resterende inspeel-uren ontwikkelde de klank zich niet significant meer.

De detaillering en ruimtelijke weergave waren halverwege echt al uitstekend en er zat zeer beslist géén scherp randje aan de strak geplaatste geluiden in de psychedelische mix van het album Linkwood & Foat van Linkwood and Foat, dat ik als eerste ‘testplaat’ draaide. Deze gelaagde, vrij warme en extreem ruimtelijke mix van jazzy toetsenwerk (door Greg Foat) en elektronica (techno-producer Linkwood, echte naam Nick Moore) werd breed en diep in de luisterruimte neergezet. Waar ik vooral van genoot was het krachtige, gecontroleerde en soepele laag. De SkyAnalog G-1 was in mijn set een enthousiaste performer met een uitgewogen, ver naar weerszijden van het spectrum doorlopende tonaliteit. Het was een prachtig transparante weergave die nu eens niet ten koste ging van de ‘grrr’ die ik wil horen in agressief opgenomen albums als Fortitude, van de Franse progressieve metalband Gojira, en het juist vrij zompig geregistreerde maar moddervet rockende Ummon, van de eveneens Franse stoner/spacerock band Slift. Ik zou een element in deze prijsklasse nooit een koopje noemen, maar de SkyAnalog G-1 biedt wel ongelooflijk veel waar voor zijn geld.

Toen twee weken later de G-2 en G-3 bij me werden afgeleverd moest een referentie-album worden gekozen om de verschillen tussen de cantilevers te kunnen horen. De keuze viel op de fraaie, op goudkleurig transparant vinyl geperste Music On Vinyl remaster van het album Omsk, van The Nits. Hoewel dit album oorspronkelijk in 1986 uitkwam is er niet veel te horen van de dunheid en de scherpte die veel releases uit die tijd kenmerkten, maar het is wél zo’n ‘op het randje’ productie waarmee je een element echt goed het vuur aan de schenen kunt leggen. Met de metalen belletjes aan het begin van de openingstrack Bike In Head, de stampende, putdiep dreunende drums in de apocalyptische track Port Of Amsterdam, de galmende gitaar van Henk Hofstede en de verrukkelijke contrabas van Joke Geraets in Typist Of Candy en de prachtig ruimtelijk opgenomen percussie in het melancholieke Home Before Dark is kant A een echte proeve van bekwaamheid, die de G-1 met verve volbracht. Mooi stil in de groef, ruimtelijk en betrokken, kleurrijk en dynamisch, het was alsof Henk en zijn muziekvrienden bij mij thuis voor de luidsprekers stonden. Goed, klaar, volgende! Versterker op een andere input schakelen, afblijven van die volumeknop, en eruit met die headshell! Klussen geblazen…

Ruby Baby - SkyAnalog G-2 

Het voordeel van het werken met reeds ingespeelde elementen die eenvoudig te monteren zijn is dat je - met de nodige voorzichtigheid maar ook handigheid - binnen een half uur naar het volgende element luistert. Je moet je bij de rode kleur van de Robijnen cantilever van de G-2 overigens niet teveel voorstellen, het staafje is zó dun en transparant dat je hooguit van een vleugje roze kunt spreken, maar het staat wel mooi bij het naar turquoise neigende groene kleurtje van de body.

Hoewel ik me nauwelijks kon inhouden om de toepasselijke track Ruby Baby van Donald Fagen’s The Nightfly te draaien werd uiteraard eerst weer The Nits opgelegd. Hoewel ik niet durf te garanderen dat mijn instelling van de G-2 tot op twee decimalen nauwkeurig hetzelfde was als die van de G-1, ben ik ervan overtuigd dat de duidelijke verschillen die ik hoorde toch echt toe te schrijven moesten zijn aan de Robijnen cantilever.

Het geluid van de G-2 was frisser, gedetailleerder, sneller en dynamischer. De belletjes aan het begin van Bike In Head klonken feller en metaliger en het beeld stond verder vóór de luidsprekers en strekte zich ook wat meer naar achteren uit. Bij Port Of Amsterdam viel me echter wel op dat het laag slanker was. Niet veel, het mopte nog steeds gruwelijk, maar de G-1 had bij deze track net iets vetter en spectaculairder geklonken.

Nu weet ik beter dan een element dat net uit de doos komt, ingespeeld of niet, meteen te beoordelen. Eerst maar eens Donald Fagen luisteren, en nog een heleboel andere platen. Na een paar dagen genieten (want dat was echt geen probleem) vleide ik het nieuwe album Posthuman van Trees Speak op de mat, draaide het volume op standje ‘de buren luisteren óók naar goede muziek’ en zweefde daarna een plaatkant lang vlak onder het plafond, bij wijze van spreken. Wat de SkyAnalog G-2 bij dit album uit de groef wist te peuteren was echt verbluffend.

De muziek stond echt op niveau ‘Rijdende Rechter’ maar bleef dynamisch, schoon, transparant en vooral mild klinken. Geen gevoel van compressie, geen versmering, gewoon diep in die psychedelische mix van elektronische Spacerock en Neo-Kraut kruipen en heerlijk wegsuizen naar kosmische oorden.

Nu was het element klaar voor The Nits, al bleek de typische 80’s-sound die de G-1 niet liet horen tóch wel een beetje in die opname te zitten. De remaster is echt fraai gedaan, maar de G-2 was onthullender en minder vergevingsgezind dan de G-1. Minder ‘allround’ zou je óók kunnen zeggen.

SkyAnalog G-3 - BOBW 

Na het opnieuw met de uiterste zorgvuldigheid monteren van de antracietgrijze SkyAnalog G-3 waren mijn verwachtingen basis van het lijstje van Adamant Namiki niet buitengewoon hoog gespannen. Op papier (euh, op het scherm van mijn iPad, maar dan vermoord ik de uitdrukking) zijn Robijn en Saffier vrijwel identiek, dus eventuele verschillen konden nooit groot zijn. Dacht ik. Fout gedacht!

Het verschil met de G-2 was echt heel duidelijk hoorbaar, veel duidelijker dan je op basis van misschien toch een kleine onnauwkeurigheid in de instelling zou verwachten.

De belletjes van Bike In Head rinkelden nog steeds fel en energiek zoals bij de G-2, maar het beeld was opnieuw iets groter en trad nu ook verder naar links en rechts buiten de luidsprekers. Daarnaast was het tophoog net wat milder en het middengebied wat kleurrijker. Het laag in Port Of Amsterdam donderde nu weer diep en krachtig, zodat in twee vitrinekasten achter me van alles in beweging leek te komen. Verdere draaibeurten van reeds eerder beluisterde maar ook ‘nieuwe’ elpees bevestigden mijn eerste indruk.

De SkyAnalog G-3 is een BOBW element. Best Of Both Worlds, voor wie dat nog niet had ontcijferd. Hij heeft de warmte en klankkleur die de G-1 met zijn Boron cantilever aantrekkelijk maakt voor mensen die graag wat minder kritisch luisteren of wat meer ‘gewone’ opnames draaien, en combineert dat prachtig met de grotere snelheid, transparantie, dynamiek, ruimtelijkheid en detaillering van de G-2. Merkwaardige verschillen, maar ze zijn er wél!

Conclusie 

Ja Delissen, daar zit je dan met je mooie plan om het verhaal op te hangen aan cantilevers. Want dat er goed hoorbare verschillen zijn is overduidelijk. Na rijp beraad met mezelf durf ik die verschillen inderdaad in verband te brengen met de gebruikte materialen. Waaróm precies is voer voor natuurkundigen, ik beperk me tot de vraag of ik de verschillen die ik hoorde hun meerprijs waard vind. Laat me nog even treuzelen door eerst te zeggen dat ik alledrie de elementen zeer goed tot geweldig vind klinken, wat dit tot een opmerkelijk debuut maakt. Ze hebben overduidelijke familietrekjes. Een lekker speelse weergave met veel kleur en dynamiek, verfijnd als het nodig is, bruut als het moet. De bouwkwaliteit is sowieso fantastisch.

Drie dezelfde maar toch verschillende elementen waarbij de cantilevers zo precies gelijk staan, dat is knap. De montage was gemakkelijk, de instelling was easy-peasy-mac-and-cheesy, zonder twijfels over een te hoge of te lage compliantie, en op basis daarvan durf ik ze alledrie van harte aan te bevelen.

Nu dus het Salomonsoordeel: vind ik ze hun prijsverschillen waard? Het antwoord daarop luidt ja, maar dat was uiteraard op basis van de waarnemingen in mijn eigen set. De G-3 is toch wel mijn persoonlijke favoriet geworden, omdat die BOBW is, maar ik zou ook met de G-1 lang en gelukkig kunnen leven. Mijn smaakneiging naar een wat warmere weergave maakt dat de G-2 bij mij op de derde plaats terechtkomt, maar dat zou voor een andere luisteraar zomaar anders kunnen uitpakken. Op welke manier je het ook bekijkt, wij platendraaiers hebben er een supertrio van zeer interessante nieuwe elementen bij die het -voor zover mijn ervaring mét en herinnering áán andere elementen toereikend is- in hun prijsklasse meer dan voortreffelijk doen. Onbekend maakt onbemind mag nu in ieder geval geen excuus meer zijn om er niet héél serieus over na te denken wanneer je in hun respectievelijke prijsklassen aan een nieuwe element toe bent.

SkyAnalog | cityaudiotrade.com

MERK





EDITORS' CHOICE