Review: Gerrard Street - altijd een nieuwe hoofdtelefoon

Jamie Biesemans | 01 november 2020 | Gerrard Street

SAMENVATTING

Waar het bij de Prince natuurlijk hoofdzakelijk om draait is het huurmodel. Er valt zeker iets te zeggen. Twee jaar van nu ga je nog altijd over een werkende hoofdtelefoon in goede staat beschikken, bijvoorbeeld. Dat je onderdelen kunt vervangen is duurzamer, en meer duurzaamheid mag wat ons betreft zeker. Los van die insteek: of het financieel plaatje klopt, hangt eigenlijk wat van je eigen gewoontes af. Je gaat in ieder geval niet teleurgesteld zijn door de kwaliteit.

PLUSPUNTEN

  • Zeer goede autonomie
  • Comfortabel en licht
  • Trendy, meeslepende klank
  • Innovatief concept

MINPUNTEN

  • Huurmodel moet bij je passen
  • NC haalt niet de ultieme efficiëntie

Diensten als Spotify en Netflix hebben ons idee over dingen bezitten op hun kop gezet. Maar wat als het over hardware gaat? Kijk naar de smartphonewereld en alles is een wegwerpproduct geworden. Gelukkig is de hifi-wereld van die tendens grotendeels bespaard gebleven, want de meeste hifi-apparaten zijn wel gemaakt om lang mee te gaan, en worden in veel gevallen ondersteund door service en eventueel reparatie om dat te garanderen. Draadloze hoofdtelefoons zijn echter de uitzondering, want die worden haast nooit gerepareerd als ze stuk gaan. Daar wil het Rotterdamse Gerrard Street graag iets aan doen. We gingen aan de slag met de Gerrard Street Prince, het topmodel.

Gerrard Street

Het idee achter Gerrard Street is dat je niet langer een koptelefoon koopt, om die dan na een jaar of twee weg te gooien. Klinkt dat wegwerpgebruik overdreven? Volgens de Nederlandse startup gooien we zo 50 miljoen aan elektronica weg. Nu ja ‘weg’. De realiteit is dat onze rommel ergens eindigt in een derdewereldland, alwaar er in slechte omstandigheden nog wat edelmetalen en onderdelen gerecupereerd worden. De rest vervuilt dan maar de lokale gemeenschappen, zo blijkt.

Daar stelt Gerrard Street een ander model tegenover. Zij bieden inmiddels drie modulaire hoofdtelefoons aan die je voor een vast bedrag per maand of jaar huurt. Gaat er iets kapot, dan krijg je het nodige om je koptelefoon te repareren. Door de modulaire bouw is dat helemaal niet moeilijk en blijft het afvalgehalte onder controle.

We bekijken hier de Prince, het topmodel met Bluetooth en ruisonderdrukking. Er is ook de Boss (draadloos) en de Day (bekabeld).

Gerrard Street Prince

Dat is wel een héél platte doos... We hebben een heel inventieve postbode, maar dit is toch de eerste keer dat hij een volledige hoofdtelefoon door de gleuf van de bus weet te proppen. Toegegeven, het was hem ook makkelijk gemaakt. De Prince krijg je namelijk in gedemonteerde toestand aangeleverd, in een zeer platte doos. Eerste indruk: de postbode is met zijn bestelwagen over de doos gereden. Wat overigens een reflectie op formaat en niet op inhoud is; ze presenteren de onderdelen op een heel nette manier, geen losse zakjes aan elkaar getaped.


Stap één is dus de Prince-hooftelefoon assembleren. Via een QR-code kun je de nodige uitleg bekijken, maar wij konden de zestal onderdelen zonder al te veel geknoei in elkaar draaien. Het wijst zichzelf uit. Je moet gewoon niet voortvarend de drivers vastmaken aan de metalen beugel, zonder eerst de beugel door de gewatteerde hoofdband te steken. Langs die hoofdband loopt ook de kabel die je bij de twee driverbehuizingen insteekt. Gerrard Street koos hier voor USB-C-stekkers. Slim, want vertrouwd en je kunt ze niet verkeerd insteken.

Het assembleren duurde bij ons ongeveer twee minuten en was zoals gezegd allesbehalve uitdagend. Het geeft wel ergens een warm ik-ben-niet-zomaar-een-consument-gevoel.

Technisch sterk

Ondanks de DIY-insteek blijkt de Prince qua techniek behoorlijk voorop te lopen. Bluetooth 5.0 en ondersteuning voor de aptX-codec zijn twee zaken die zorgen voor een snelle koppeling met je smartphone en een goede geluidskwaliteit. Als je een iPhone in plaats van een recente Android-telefoon bezit, dan schakel je over naar de AAC-codec. De autonomie is met 22 uur (met NC, 44 uur zonder) ook zeer goed, laden doe je via een USB-C-kabeltje en je telefoonlader.

Er is ook noise-cancelling aan boord, te bedienen via een knopje aan het rechteroor. Links regel je het volume. De ruisonderdrukking kun je uitschakelen, of switchen tussen een ambient modus of maximale NC. Bij de ambient modus krijg je vrij veel van je omgeving binnen, maar ook bij maximale noise-cancelling zijn stemmen nog relatief goed hoorbaar. Het hangt er natuurlijk vanaf hoe luid je naar je muziek luistert. Aangezien vliegen nu geen slim idee is, testen we de noise-cancelling door rustige muziek (‘Getting into Knives’ van The Mountain Goats) te beluisteren met een YouTube-video van een treinreis door een sneeuwstorm die in de achtergrond via speakers afspeelt. Hoewel we tussen de tracks door (pun not intended, red.) nog relatief veel van de trein horen, blijkt dat tijdens de momenten dat er muziek speelt niet echt hinderlijk.

We spreken hier misschien niet over NC op het niveau van de topmodellen van Bose of Sony, maar wel over ruisonderdrukking op een beter niveau. Dat merk je ook als er geen muziek speelt; veel ruis of artefacten van de digitale NC zijn er niet te bespeuren. Het is niet helemaal stil, maar dat is ook bijna onmogelijk. Je gaat er in elk geval geen last van hebben.

Helemaal cozy

De dikke, zachte oorkussens op de Prince houden veel omgevingslawaai buiten én zitten comfortabel op je oren. Dat is twee keer gewonnen. Je oren worden wel een beetje warm – heb je altijd met dikke kussens – maar ze helpen ook om de klank helemaal te verfijnen. Je krijgt zo een mooie basfundering binnen, niet overdreven maar wel genoeg om de diverse tracks op ‘Song Machine’ van Damon Albarns Gorillaz’s lekker meeslepend te maken. Stemmen springen er goed uit, waardoor Robert Smith op de eerste track goed uit de mix komt. Bij goedkopere hoofdtelefoons eindig je vaak met een ‘verstopte’ klank zodra er te veel gebeurt, maar ook verderop bij dit album, bij ‘Simplicity’ met Joan As Police Woman, overstemmen de beats niet de dubbele vocals. Ook het knippen van de vingers in de achtergrond springt er uit, wat een behoorlijk ruimtelijke ervaring geeft voor een gesloten koptelefoon.  

Conclusie

Waar het bij de Prince natuurlijk hoofdzakelijk om draait is het aparte huurmodel. Er valt zeker iets voor te zeggen. Twee jaar van nu ga je nog altijd over een werkende hoofdtelefoon in goede staat beschikken, bijvoorbeeld. Dat je onderdelen kunt vervangen is duurzamer, en meer duurzaamheid mag wat ons betreft zeker. Los daarvan: of het financiële plaatje klopt, hangt eigenlijk wat van je eigen gewoontes af. Raak je inderdaad om het jaar of twee een koptelefoon kwijt (of maak je 'm kapot), dan ben je beter af met het Gerrard Street-model.

Je gaat daarbij in ieder geval niet teleurgesteld zijn door de kwaliteit. De hoofdtelefoon zelf is een prima ding en lijkt stevig. Het wordt in elk geval geassembleerd door iemand die je kent. De batterij gaat lang mee, features als Bluetooth 5.0 en aptX zijn heel welkom, de noise-cancelling is effectief en vooral het draagcomfort is puik. De Prince heeft ook een aangename, lichtjes baszwaardere tuning die perfect past bij heel wat soorten muziek. Het is ook een zeer geschikte hoofdtelefoon om onderweg een film mee te pikken op Netflix.

Gerrard Street Prince
€ 12,50 euro/maand | www.gerrardstreet.nl
Beoordeling 4 op 5






EDITORS' CHOICE