Helios Pro Audio Solutions in Haarlem is een van de oudste en bekendste pro audio toeleveranciers in Nederland. Onder de vlag van Helios vind je in dezelfde Noord-Hollandse hoofdstad ook het importeurschap van onder meer ATC, en dan zowel voor de consument als voor de professionele markt. Ruud Jonker ging op bezoek bij Ulmt van der Linden (zittend op de foto, red.) en Sjoerd Wijdoogen (staand) om bij te praten over Helios, ATC en meer.
Geschiedenis (lang, lang geleden)
Binnen de hifi kennen we de muziekliefhebber en de audiofiel. Muziek stamt, volgens musicologisch wetenschappelijk onderzoek, uit de tweede helft van de laatste ijstijd. Denk even aan 50.000-10.000 jaar voor de geboorte van Christus. Het was toen nog even wachten op de komst van vinyl en streaming. In tegenstelling tot het lange evolutionaire pad van de muziekliefhebber ontstond de audiofiel pas zeer recent in de geschiedenis. Feitelijk halverwege de jaren zeventig en een product van de marketing als scheppende kracht. Deze subspecies van het menselijke ras is van grote economische betekenis. Er is geen groep consumenten die per half jaar en met grotere regelmaat opnieuw zoveel investeringen doet in luxe artikelen. Wie, uit deze groep, echt als doel heeft om een zo realistisch mogelijke weergave van muziek te bereiken vóór de volgende ijstijd, zou eens kunnen gaan luisteren bij een van de dealers van importeur Helios.
Geschiedenis (veel recenter)
Wie de audiowereld vanaf pakweg de jaren twintig bestudeert, kan tot de conclusie komen dat de mensheid veelal naar vervorming heeft geluisterd. Dat is enerzijds inherent aan het gebruik van techniek en anderzijds te wijten aan de onnodige onvolmaaktheid van veel audioapparatuur. Het punt is dat sommige muziekliefhebbers en veel audiofielen de afwijking van natuurlijke weergave zelfs zijn gaan waarderen. Maar, de laatste tien jaar zijn er zeer positieve ontwikkelingen op het gebied van luidsprekers, versterkers en converters. Die gaan in de richting van neutraal presterende componenten met veel minder vervorming. Ze zitten de muziek veel minder in de weg dan vroeger. De mens is de laatste barrière die genomen moet worden. Consumenten moeten duidelijk wennen aan systemen die natuurlijker, realistischer en neutraler presteren. Deze Hi-Visit bij Helios kan een therapeutische werking hebben en een belangrijke stap zijn op weg naar de holy grail.
Teveel hifi
In luidsprekerland zijn talloze zeer goede en verdienstelijke producten te koop. Maar, het grootste deel daarvan bestaat uit prima hifi-luidsprekers. De volgende stap is dat er luidsprekers komen die veel natuurlijker en realistischer kunnen presteren. In zekere zin hebben hoorns, elektrostaten en veel professionele luidsprekers een voorsprong. Een merk als ATC komt dichtbij het ideaalbeeld. Muziekweergave zoals het live klinkt of op de studiovloer. Het is dan ook een ongekende ervaring om zoiets te beleven. Reality en tastbaarheid in plaats van hifi. Er zijn in ons land in ieder geval zo’n vijf dealers die dat helemaal begrijpen. Voor deze Hi-Visit aan Helios in Haarlem, importeur van professionele audioapparatuur en ook producten voor de consument, volgt een gesprek met Ulmt van der Linden en Sjoerd Wijdoogen. Uw auteur heeft een zeer langdurige relatie met Helios. Is tegelijkertijd ook de slechtste klant van dit bedrijf, want recensenten kopen zelden apparatuur.
Helios: Herrie En Lawaai Is Ons Streven
Ulmt: Helios werd in 1969 opgericht door Huib Michaelis. Zelf zat ik toen nog op de lagere school. Het verhaal dat ik in 1978 uit Huibs mond heb opgetekend, is dat hij op een zolderkamer in Den Haag is begonnen en daarna vrij snel naar Haarlem verhuisde naar het pand in de Rozenstraat. De Kamer van Koophandel vroeg bij de inschrijving naar een bedrijfsnaam maar die had Huib nog niet. Samen met een jongen die elke dag koffie kwam drinken, zou hij toen een encyclopedie hebben opengeslagen, geprikt en daar kwam de naam Helios uit. Dat moet je dan maar aannemen. Die bewuste jongen woonde nog bij zijn moeder. Toen zij de naam Helios hoorde riep ze: ‘Helios, Herrie En Lawaai Is Ons Streven’. De jongen vertelde dat de volgende dag tijdens de koffie aan Huib en daarmee was de naam een feit. Maar de KvK gaf aan dat er onder deze naam al minstens honderd bedrijven bestonden. Zonnestudio’s en tennisverenigingen. Er is toen Haarlem Electronics Helios van gemaakt. Zo is, volgens de overlevering, de naam in de wereld gekomen.
De oorspronkelijke business?
Ulmt: Helios heeft veel omzwervingen gemaakt. Men begon met geluidversterking, gitaren en gitaarversterkers. Helios heeft in de jaren zeventig het enorme PA (geluidsysteem, red.) van de Nederlandse popgroep Kajak geleverd, de eerste D&R mengtafel voor de studio van Arnold Muhren (the Cats) en het geluid verzorgd van het live concert van Robert Palmer in het Noorder Sportpark in Haarlem. Maar Helios leverde ook zelfbouwpakketten en niet te tillen microfoonstatieven (de Bourbon 102 met gietijzeren voet kostte in 1974 zo’n 47 gulden), die in alle mogelijke kleuren verkrijgbaar waren. We zaten natuurlijk wel in de hippie tijd. Ik had zelf ook een geel Bourbon statief. Gekocht bij Helios, toen ik nog klant was. Een heel vervelende klant, want ik had nooit geld, maar wel babbels. We verkochten ook spiegelbollen, discosetjes en 3440’ s van TEAC (multitrackmachine). Het ging alle kanten op.
In 1984 nam ik samen met Arnold de Greef het bedrijf over. De winkel, niet het importeurschap. We hadden een verhuurbedrijf met twee vrachtauto’s, we deden bands in half Europa, we werkten ons een slag in de rondte en verdienden helemaal niets. In 1988 zijn we daarom met al die activiteiten gestopt en hebben ons verder toegelegd op de verkoop. We zijn toen gestart met broadcast (radiostudio’s). Die tak groeide snel. De broer van Arnold, Paul de Greef, bouwde flightcases en stapte daarna over op studiomeubilair dat wij dan weer verkochten. Dat was heel succesvol. Helaas werd hij maar 48 jaar oud. We hebben die broadcastmarkt flink uitgebouwd. Denk aan Sky Radio, SBS, NOB en veel regionale zenders, waar we studio’s voor bouwden. Na 24 jaar gingen Arnold en ik in 2008 uit elkaar. De broadcast-business werd verkocht. Ik nam de resterende aandelen over en werd daarmee de volledige eigenaar van Helios. We hebben als bedrijf dus enorme omzwervingen gemaakt.
Jouw persoonlijke geschiedenis, Ulmt?
In 1978 ben ik ingestapt als “jongste bediende”. Huib wilde dat ik voor lange tijd zou blijven maar zelf dacht ik na een klein jaar te gaan studeren. Uiteindelijk ben ik nooit meer uitgestapt. Zoals gezegd heb ik het bedrijf in september 2008 volledig overgenomen. We doken toen meteen de recessie in, dus dat was gelijk flink naar de bodem toe. Daar zijn we gelukkig ook weer uitgekropen. Acht jaar geleden kregen we ATC aangeboden. We verkochten het al als dealer maar hadden het merk niet exclusief. Bij het aanbod van ATC Pro kreeg ik tegelijkertijd de hifi-lijn aangeboden. We werkten destijds prettig samen met Jeroen Hansma die ATC er als agent bij deed naast zijn andere baan. Toen bleek dat hij de importactiviteiten echt niet meer kon bolwerken vroeg hij ons om zowel pro als hifi over te nemen. Op pro heb ik natuurlijk meteen ja gezegd, want dat wilde ik al ongeveer mijn hele leven. Bij hifi had ik mijn bedenkingen. De hifi-markt was voor mij onbegrijpelijk. Daar wordt een heel andere taal gesproken dan bij pro. Ik heb toen aangeboden om Jeroen te helpen met logistiek, PR en marketing. Een half jaar later kwam hij op jonge leeftijd te overlijden, een tragisch verhaal.
ATC klopte opnieuw bij ons aan en na goed overleg besloten we alsnog de hifi-producten erbij te nemen. We voerden op dat moment ook al ruim 10 jaar Benchmark en Mutec. Die twee merken produceerden aanvankelijk alleen voor de pro-markt maar waren inmiddels ook richting de hifi geschoven. We waren dus al voorzichtig actief in de hifi-markt en ATC hifi paste daar uiteindelijk erg goed bij. Voordat we met ATC hifi aan de slag gingen hebben we er nog een halfjaartje omheen lopen draaien. Want die hifi-markt was voor ons een groot grijs gebied. Bovendien werd ons van diverse kanten verteld dat het erg moeilijk zou worden omdat we een van de tweehonderd andere luidsprekermerken zouden zijn. Maar dit is ATC en dat is echt wat anders. Dat wisten we natuurlijk vanuit de pro-markt. Toch was het best ingewikkeld om het goed aan te pakken. We hebben bewust voor een beperkt aantal dealers gekozen. Dat maakte in het begin nog niet zoveel uit want niemand is dan echt geïnteresseerd. We hebben dat eerste jaar meteen aan de X-Fi Audiobeurs meegedaan. Dat is nu inmiddels zes keer. De eerste jaren hoor je dan ‘wat is dit voor een merk?’. Men kon ook het logo niet lezen en dat is nog steeds zo. De enige opmerking die we regelmatig kregen was dat het wel erg goed klonk. Enkele jaren later hoor je dan: ‘een vriend van me heeft het gekocht en is er heel tevreden over’. Zo stijgt het merk steeds meer in bekendheid.
Dat het lang zou duren heb ik ingecalculeerd. We hebben nog een weg te gaan maar verkopen wel elk jaar meer. Er melden zich bij de dealers steeds vaker klanten die naar ATC vragen dus die zijn inmiddels ook razend enthousiast. Van de mensen achter de gedrukte en online media hoor ik dat ze het merk zelf best zouden willen hebben. Achter de schermen is dus een enorm enthousiasme. We zitten duidelijk in een positieve vibe. Hoewel ik daar natuurlijk erg blij mee ben verbaast het me niet omdat ik weet welke impact ATC heeft in de pro-markt. Het merk is geen hype. Als je nu een ATC luidspreker koopt bestond die zes jaar geleden ook al. Dat is gebruikelijk in de pro. Een SCM50 uit het jaar 2000 heeft weliswaar een oudere tweeter, maar die kunnen we updaten (voor de ATC Super Tweeter, red.). Na afregeling is alles dan weer als nieuw en conform aan wat er vandaag zou worden geleverd. Je denkt dan dat er geen innovatie is, maar als we zo’n ATC luidspreker laten horen zijn mensen telkens zwaar onder de indruk. Wanneer je iets echt goed ontwerpt gaat het dus heel lang mee.
Bovendien, als je zo’n product koopt hoor je ook niet over een jaar: ‘mm, je hebt toch nog die mark2, maar er is nu een betere mark3’. Dat klinkt wel leuk, maar je denkt meteen dat je niet te lang geleden best veel geld hebt uitgegeven. Die lange houdbaarheidsdatum past goed bij ons. Als bedrijf kijken wij ook naar de langere termijn. We komen uit de pro-markt. De bovenkant daarvan denkt op langere termijn. Je doet een investering en daar wil je dan tien jaar of langer mee doen.
Een Neve mengtafel uit de seventies gaat ook nog steeds mee?
Ja, die heeft bepaalde eigenschappen die je tegenwoordig niet meer kan kopen. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld merken als Studer en Neumann.
Sjoerd, jouw werk bij Helios?
Ik ben hier in 2006 gekomen als verkoper en dat doe ik nog steeds, maar tegenwoordig ook de administratie. Iedereen bij Helios is toegespitst op een interessegebied en voor mij zijn dat converters, klokken en ook kabels. Tussen de laatste zijn verschillen, maar waar komen die dan vandaan? Het is leuk om dat uit te zoeken.
Wat weet jij van kabels Sjoerd?
De laatste tijd is mijn set beter geworden, maar heb ik als familieman minder tijd om te luisteren. Wat ik ontdekt heb is dat het aansluiten met de juiste fase belangrijk is. In mijn eigen set-up is dat minder belangrijk want ik gebruik een symmetrische voeding (voor de netspanning). Ik heb gemerkt dat verschillen in audiokabels het grootst zijn wanneer de uitgangsimpedantie van een apparaat relatief hoog is. Dan werkt een kabel als condensator. Met een lagere uitgangsimpedantie is de invloed van die kabel aanzienlijk minder waarneembaar. Ik gebruik al jaren Grimm kabels en dat bevalt me erg goed.
Je lijkt nu op een audiofiel.
Ja, dat ben ik eigenlijk al lang.
De schok van de hifi-markt?
Sjoerd: In het begin waren we behoorlijk van slag. Hifi werd ons aangeboden en we zijn er langzaam ingerold. Heel blij, want ATC bleek een zeer goede zet. We komen als bedrijf natuurlijk uit een pro-hoek en we willen niet verzanden in hifi-prietpraat. Ik krijg veel vragen over de kleuring van kabels. Daar probeer ik afstand van te nemen. Ik probeer dat vanaf de pro-kant te benaderen zoals wij dat kennen. Bij een vraag over hoe lang een kabel in moet spelen geef ik dan aan dat wij daarin zelden verschillen hebben waargenomen. Dus, neem de proef op de som, keer de kabels eventueel om, maar wij doen hierover geen uitspraak. We weten dat een gebalanceerde connectie in theorie beter is dan een ongebalanceerde aansluiting en dat is waar we het mee doen. We proberen de nuchterheid daarin ook uit te stralen op beurzen.
Gaat de klant mee in de meerwaarde van pro-audio?
Sjoerd: Soms lukt dat wel. Ik was ooit te gast bij een audioclub om een zelfgebouwde d/a-converter te laten zien. Grote schrik, want er werd verwacht dat ik de hele avond zou gaan spreken. Na een half uur was ik uitgepraat. De rest van de avond hebben we het over de pro-markt gehad. Je merkt dan dat de gewone consument helemaal niet weet wat er achter de coulissen gebeurt. Als studio-engineer ben je de chefkok en bij zo iemand weet je ook niet welke dingen er in de keuken gebeuren. Het ging die avond over de kwaliteit van kabels in de studio. Daar moet je in de meeste studio’s niet al teveel van verwachten. Als je een beetje hoog mist, draaien veel engineers er gewoon wat bij. Net als het zout en peper van de kok. Men was verbaasd toen ik dat vertelde, maar het was verder een heel leuke avond. Soms gaan klanten mee in het pro-verhaal. Soms ook niet.
Ulmt: Ik wil Sjoerds verhaal graag enigszins nuanceren. Mee eens, veel engineers gebruiken hun toonregeling om een tekort of teveel te corrigeren. Anderzijds ken ik ook doorgewinterde engineers die eerst gaan schuiven met de plaats van een microfoon, een andere microfoon proberen of een instrument op een andere plek in de opnameruimte zetten. Die manier van werken leidt doorgaans wel tot betere resultaten.
Ulmt: Klanten geven ook wel eens terug dat ze bij verschillende adressen zijn geweest en allerlei wollige en subjectieve verhalen te horen hebben gekregen. Ze zeggen over Helios dat wij precies aangeven wat we wel weten en wat niet. Ook stellen ze het op prijs wanneer er goede en tastbare technische informatie voorhanden is. De consumenten die wij spreken zijn daar doorgaans wel van gediend.
Sjoerd: Het verhaal van ATC is natuurlijk niet gebaseerd op lucht. We kunnen de techniek waarvan ATC zich bedient uitleggen, er zit nergens een vleugje voodoo. We weten precies waarom die luidspreker klinkt zoals die klinkt. Over de lage vervorming, de snelheid, het fasegedrag en waarom actieve aansturing door ATC als een betere techniek wordt gezien dan passief. We proberen dat verhaal uit te dragen. Benchmark is ook gebaseerd op zulke uitgangspunten. Ze kijken daar op zes cijfers achter de komma. Het is een Amerikaans bedrijf, dus je ziet hier en daar wel wat marketingdingetjes, maar als je verder leest kom je wel de ontwerptechnische onderbouwing tegen. Ontwerper John Siau publiceert ook met regelmaat white papers, waarin hij minutieus uitlegt hoe hij tot een ontwerp is gekomen. Hier dus ook geen voodoo.
De no-nonsense approach?
Ulmt: Ik leg bij ATC wel eens vragen neer namens klanten en krijg dan meestal als antwoord dat, wanneer ze het niet kunnen meten, ze daar geen antwoord op geven. Tijdens een bezoek aan ATC een aantal jaren geleden, vroeg ik toenmalig CEO Bob Polley hoe ATC tot een ontwerp komt en wat dan het doel is. Zijn antwoord was: “meten, meten en meten”. Niks over ‘ het gevoel zegt dat het laag……’. Een zo gering mogelijke vervorming, een zo goed mogelijk transiëntgedrag, een optimale controle van de elektronica op de drivers en een zo goed mogelijke afstraling. Dan heb je alles dat je maar kunt meten en dat nemen ze in acht. Dat is ATC. Gewoon een no-nonsense bedrijf. Daarbij is het interessant te weten dat ATC niet alleen zijn drivers (luidsprekers, red.) en elektronica zelf ontwerpt, maar ook fabriceert. Met name de soft-dome middriver wordt door veel luidsprekerontwerpers nog altijd gezien als de beste middentoner ooit. Door ontwerp en productie van alle componenten in eigen hand te houden is ATC in staat tot het vervaardigen van luidsprekers die optimaal presteren. Een tamelijk unieke manier van werken in deze geglobaliseerde samenleving.
Een ATC dealer van ons ontving eens een klant die, na het beluisteren van een ATC luidspreker, aangaf dat hij het erg goed vond klinken. ‘Je kunt ook alles beetpakken, maar thuis heb ik een systeem dat zo lekker warm klinkt’. Waarop de vraag van de dealer was of de klant dus graag naar vervorming luistert. De klant heeft uiteindelijk de ATC’s gekocht, maar moest wennen aan het feit dat het laag van dat merk echt onder controle is.
Helios is nu een ander bedrijf?
Ulmt: We bewegen ons aan de bovenkant van de pro-markt en hebben er sinds 7 jaar ook de hifi-markt bij. De pro-markt is flink veranderd. Grote internetbedrijven hebben een enorme invloed gehad op wat we nu doen. Toen de Duitse webshop Thomann begon door te zetten kwamen ze ook in ons vaarwater. Ze begonnen ook pro-producten te verkopen. Dan denk je in eerste instantie dat al je klanten je wel trouw zullen blijven. Maar een deel koopt net zo makkelijk ergens anders. Dat veroorzaakte hier aanvankelijk wel enige verwarring. Inmiddels vertaal ik dat heel positief. Ik geef die klanten nu groot gelijk. Wij kiezen waar we goed in zijn. Voor waar we minder goed in zijn adviseer ik de klant gewoon om bij Bax, Thomann of anderen te kopen. Dat is voor iedereen beter, ook voor ons.
De inrichting van topstudio’s en mastering suites?
Daarin beweegt Helios zich in de top van de markt. Dat kunnen of willen de Thomanns van deze wereld niet. Het viel mij op dat Thomann een jaar of twee geleden zowat elke maand in vakbladen stond met grote foto’s van een ingerichte studio met ATC SCM110 monitoren, die ze overigens niet verkopen. Met de mededeling van ‘dit kunnen wij’. Maar ik twijfelde of ze dat echt kunnen. Je kunt wel de spullen leveren, maar heb je de mensen die kennis hebben, kunnen ontwerpen, adviseren en begeleiden? Nu zie ik die advertenties niet meer. Ik denk dat ze daarin niet zijn doorgebroken. Als je als opdrachtgever zoveel geld gaat uitgeven, dan is een persoonlijke band belangrijk, net zoals het vertrouwen dat het goed komt. Daar hoort een solide netwerk van bedrijven bij. Als Helios zijn we studiobouwer, maar eigenlijk bouwen we niet. We bekabelen en leveren de apparatuur. Voor de akoestiek en de studio werken we samen met een aantal bouwers. Wat wij doen is vooral projectmanagement.
Wij ontwerpen de infrastructuur en leveren de apparatuur. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan voor Sub Bass Music Group, de organisatie achter Davina Michelle. Heel bijzonder omdat die mensen ongelooflijk snel schakelen. Een van de eigenaren, Sebastiaan Brouwer, kwam met een plan. Er moest op de eerste verdieping een akoestisch perfecte studio komen. Na onderzoek bleek dat zoiets, onder andere vanwege de draagconstructie, niet haalbaar was. Het plan voor de bovenverdieping werd op vrijdag afgeserveerd. Op de grondetage was net een sublieme meetingruimte gebouwd en een videowand. Beide werden op maandag afgebroken. Op dinsdag was alles weg en was er ruimte voor de bouw van een grote, nieuwe studio. Zo snel schakelen die jongens. Die nieuwe studio is natuurlijk voorzien van een super ATC-systeem. Het belangrijkste is, dat als er zoveel geld wordt uitgegeven, je dat alleen doet met een partij of een groep van partijen waarvan je weet dat het echt goedkomt.
De muziekmarkt is natuurlijk veranderd?
Sjoerd: De hele muziekmarkt is ingestort. Er worden minder cd’s verkocht. Het is de reden waarom veel grote studio’s zijn verdwenen. Een platenperserij als Record Industry doet het gelukkig nog wel goed. Maar de meeste muziek wordt toch beluisterd via streamingdiensten. Er wordt nog wel veel in studio’s gemaakt maar het verdienmodel zit in live-optredens.
Studio’s zijn ZZP-constructies?
Sjoerd: Ja, het zijn tegenwoordig vaak verhuurbedrijven van productieruimtes. Dat zie je ook bij Wisseloord Studio’s. Er zijn nu wel veel meer studio’s maar meestal betreft het eenmansbedrijven. Vaak studio’s die ‘in the box’ werken (in de computer, red.), met alleen nog goede microfoons en pre-amps. Er is ook een tweedeling. Klanten met een simpel maar goed opname-setje, maar ook de retro-jongens met taperecorders en racks vol met vintage apparatuur. Met een goed monitorsysteem en een krachtige computer kun je tegenwoordig al veel bereiken.
Verschuiving in de hifi?
Sjoerd: Je ziet dat ook in de pro-markt. Daar vind je natuurlijk ook nog monitors uit de jaren tachtig en negentig die niet altijd gecontroleerd laag bieden. Bovendien werkt minstens 95% van de studio’s met een computer. Die digitale tracks moeten uiteindelijk naar het analoge domein worden vertaald om ze te kunnen weergeven. Er is in de laatste 20 jaar op AD- en DA-convertergebied enorm veel verbeterd, waardoor er ook weer hogere eisen worden gesteld aan de audiomonitors. Dat werkt weer in het voordeel van een merk als ATC. Je hoort namelijk alles. Die verschuiving is in de hifi ook de laatste jaren aan de gang. Ook door de komst van room-correctie software. Mensen ontdekken langzamerhand dat het ook goed kan klinken als het niet rond, warm en wollig is.
Ruud: Klopt. Je ziet dat onder andere bij Yamaha (NS5000), Grimm Audio, Final, Magico, Monitor Audio Bronze, YG en Vivid. De muziekliefhebber wil emotie ervaren. Begrijpelijk, maar waar zit dat dan in? Word je nou geraakt door de muziek? Dat is toch waar het om gaat. Of wordt de emotie bepaald door de vervorming, kleuring en andere onhebbelijkheden van je audiosysteem?
Ulmt: Ik heb jarenlang met bandjes rondgetrokken, op North Sea Jazz gewerkt en getoerd met Hugh Masekela. Je weet op een bepaald moment wel hoe een drumkit klinkt of een vleugel. Je slaat dat op in je geheugen. Je gaat vervolgens naar luidsprekers luisteren en degene die het dichtst bij het werkelijke akoestische geluid komt is wat je wilt horen. Veel consumenten moeten dat nog ontdekken. De klanten die ons bellen hebben over het algemeen al een idee over waar ze naartoe willen.
Sjoerd: Of consumenten zijn het experimenteren zat. Het steeds maar bezig zijn met versterkers, kabeltjes en luidsprekers. Ze willen nu een actieve luidspreker. Je sluit alleen nog de bron aan en dan ben je klaar.
De vliegende vertegenwoordiger in de hifi?
Ulmt: Dat is het klassieke beeld. Maar, de communicatiemiddelen zijn veranderd. Als je inlogt op onze importwebsite kun je als dealer gewoon alles zien. We hebben wel veel contact met onze dealers maar we gaan er niet vaak langs. Er zijn diverse mogelijkheden om elektronisch te communiceren. En ik pak nog altijd graag de telefoon. Dus voor ons geen vertegenwoordiger met een leaseauto..
De toekomst van Helios?
Ik ben blij met de koers die we nu varen. Over 5 jaar doen we waarschijnlijk nog min of meer hetzelfde. De verdere toekomst is nog niet ingevuld...