Draadloze hoofdtelefoons met noise-cancelling zijn populairder dan ooit, wat meteen verklaart waarom fabrikanten massaal dergelijke toestellen uitbrengen. Van JBL krijgen we de Club One binnen, een nieuw topmodel met adaptieve ruisonderdrukking en instelbare tuning geleverd door big name-deejays als Armin van Buuren en Tigerlily. Is deze koptelefoon daarom direct te klasseren als enkel interessant voor tieners en twintigers? Nee, dat zou wel heel kort door de bocht zijn.
JBL Club One
De Club One die we in deze review bekijken is het nieuwe JBL-topmodel binnen het noise-cancellingsegment. Het woord ‘topmodel’ betekent vele dingen, maar eerst en vooral dat dit een hoofdtelefoon is met een forser prijskaartje. Wat je precies krijgt voor 349 euro, daar hebben we het zo dadelijk over, maar vanwege de hoogte van dat bedrag weet je alvast dat deze JBL concurreert met verschillende andere premiumhoofdtelefoons. Denk aan de Bose Noise-Cancelling Headphone 700 en de QC 35 II, de DALI IO6, de Denon AH-GC30, de Sony WH-1000XM3, en zo nog een aantal anderen. De Club One betreedt dus allesbehalve een leeg speelveld. Integendeel, er is al veel, en wat er is speelt op hoog niveau. Toch weet JBL met de Club One net iets anders te bieden dan de andere deelnemers.
Stoer design
Het was je wellicht al duidelijk door de Club One-naam en de verwijzingen naar Armin van Buuren en co dat JBL deze koptelefoon wil voorzien van een hippe clubbing-uitstraling. Ook het design is helemaal daarop geënt. Dankzij zijn volledig zwarte kleur, dikke oorkussens, de goed gewatteerde hoofdband en het forse scharniersysteem balanceert de Club One perfect tussen functioneel design en een premium uitstraling. Niet eenvoudig om die twee zaken samen te brengen, maar JBL is er wel in geslaagd.
Het luxegevoel is er ook echt, onder meer door de gebruikte materialen en hoe deze stevige koptelefoon in elkaar steekt. Het voelt vanaf het eerste moment heel solide en duurzaam aan. Een echte blikvanger is de chamfer of het afgeschuind metalen kantje aan de driverbehuizing. Het reflecteert regelmatig het licht, waardoor het soms lijkt alsof de Club One beschikt over een verlicht streepje rondom. Het contrasteert mooi met de gitzwarte uitstraling en doet je ook wel denken dat er meer metaal is toegepast dan echt het geval is. Een slim trucje, dat. De belangrijkste onderdelen – in het bijzonder de drie scharnieren per oor – zijn wel uit aluminium en komen oersterk over. Geen gepiep en ook geen speling op de bewegende delen. Dit is wat je verwacht aan dit prijspunt.
Al die stoerheid levert wel een hoger gewicht op (378 gram) dan sommige rivalen, zoals de Bose en Sony. Ook de pasvorm is meer DJ-iaans: de oorkussens zijn wat groter (maar wel knus) en oefenen net iets meer oordruk uit. Toch durven we stellen dat het draagcomfort zeer goed is. De Club One zit heel goed op je hoofd, onder meer dankzij de dikkere bekleding aan de binnenkant van de hoofdband. Ook als je geen haar hebt bovenaan – niets mis mee, hoor – voelt het comfortabel aan. Als je een hoofdtelefoon een aantal uur draagt, heb je helemaal door wat de pro’s en cons zijn qua comfort. Buiten dat je wel wat oorbroei ervaart door het kunstleder van de oorkussens (wat onvermijdelijk is), scoort de Club One zeer goed. Dankzij het drievoudig scharniersysteem past het perfect op je oren – en blijf het ook goed zitten als je heftig beweegt.
Gedaan met luisteren? De Club One vouwt samen tot iets relatief compacts, zodat je het kunt opbergen in de meegeleverde hard-case. Die case is wel enigszins nipt bemeten, want je moet wel wat moeite doen om de hoofdtelefoon er in te stoppen en hem vervolgens goed te sluiten.
Ze weten wat ze doen
JBL is deel van de Harman-groep, op zijn beurt een onderdeel van Samsung. Als merk heeft het binnen de groep een duidelijke missie: jongere muziekliefhebbers aanspreken. Dat doet JBL met een bepaalde designfilosofie en gerichte marketing, maar ook met een specifieke sound. Vergis je niet, ook over dit aspect is er heel goed nagedacht. JBL is geen merk dat willekeurige producten op de markt gooit, zoals sommige bedrijven die snel-snel willen scoren bij jongeren. Het blijft een firma die gebouwd is op de diepe audioknowhow van de bredere Harman-groep. Zo zou JBL tegenwoordig zijn hoofdtelefoons consequent tunen naar de laatste versie van de Harman-curve, een geluidsweergave die aan de hand van grootschalige bevragingen is bepaald. Een soort grootste gemene deler, zou je kunnen stellen. Dat klinkt negatief en niet iedereen vindt deze klank perfect, maar velen wel. En dat is natuurlijk net het punt: een sound vinden die zoveel mogelijk mensen aanspreekt, niet zomaar tunen naar de waan van de dag of de smaak van een lukraak gekozen marketeer. JBL past de curve wel aan en voegt er meer bassen aan toe dan pakweg zustermerk AKG. Uit onderzoek blijkt immers dat jongere luisteraars dat verkiezen.
Het begrip ‘sound’ is wel wat relatiever bij de Club One. Als we het over de bijhorende app hebben, zal je snel ontdekken dat je de klank ingrijpend kunt veranderen. Dat kan bij de meeste rivalen ook, meestal via een equalizer in de bijhorende app. JBL biedt Club One-gebruikers iets meer keuzes: je kunt op elk moment kiezen voor een sound van een bekende DJ, opteren voor een genre-equalizer (zoals ‘jazz’ of ‘vocal’), of gewoon zelf een curve tekenen. Dat doe je allemaal via de JBL Headphones-app (iOS en Android).
Zeer goede batterijduur
De Club One is een draadloze hoofdtelefoon en toch vind je in de doos een kabel terug. Je mag zelfs kiezen aan welke kant van de koptelefoon je de kabel aansluit, want er zijn twee ingangen voorzien. En ja, een minihype in hoofdtelefoonland dit jaar lijkt de terugkeer van de gekrulde kabel die sommigen associëren met professioneel gebruik. Ook bij de Club One krijg je er één. Maar waarom dan nog kabels meeleveren? Simpelweg omdat een kabel of twee geen grote kost is, en dat het in sommige omstandigheden handig is. Gebruik je de JBL Club One bekabeld, dan gaat de accu langer mee bijvoorbeeld. Al zijn Bluetooth-chipsets nu zo efficiënt geworden dat het verschil niet zo groot meer is. Kies je voor de kabel, dan blijft de batterij 25 uur levend. Met Bluetooth haal je slechts twee uur minder. Met de kabel kun je de JBL ook inzetten voor uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld als je snel een headset nodig hebt om in een Xbox- of DualShock-controller te pluggen. Een autonomie van 25 uur met noise-cancelling en Bluetooth ingeschakeld is trouwens een bovengemiddeld goede score. Er zijn enkele draadloze hoofdtelefoons die langer meegaan, maar 25 uur is ruimschoots voldoende zodat je niet al te vaak moet laden. Zonder NC maar met Bluetooth claimt JBL een autonomie van 45 uur, en dat is wel heel goed. En omdat de Club One passief al veel omgevingsgeluid wegfiltert, kun je hem ook echt zo gebruiken.
Speciale krachten
Onder meer de WH-1000XM3 (en we vermoeden binnenkort: de WH-1000XM4) van Sony biedt je veel opties en instellingen via zijn app. Helemaal aan de andere kant van het spectrum zit de zeer goed klinkende Dali IO6, zonder app en zonder veel aanpasbare zaken. De Club One neigt wat meer naar de ‘veel-extra-features’-kant van deze tweedeling, maar JBL kiest wel voor een beperkt aantal opties die vooral nuttig zijn. In volle lockdown-periode liep het huis vol met gezinsleden terwijl de buren in verbouwingsmodus schoten, en apprecieerden we echt de Silent Now-functie, waarbij de hoofdtelefoon met noise-cancelling blijft functioneren – ook als het niet verbonden was met een smartphone. Het is dan echt een rustbrenger. De meeste NC-koptelefoons kunnen dit niet; als je de Bluetooth-verbinding uitschakelt, zullen ze na enkele minuten zichzelf ook uitzetten.
Als je met een duim over de rand van de hoofdtelefoon wrijft, voel je een aantal knoppen. Je merkt meteen dat JBL rekening hield met de ergonomie. Veel toestellen komen met knopjes die je moeilijk op de tast kunt onderscheiden, maar bij de Club One staan ze ver uit elkaar zodat je zelden per abuis de verkeerde aanraakt. Aan de linkerzijde heb je zo enkele toetsen die extra functies inschakelen, zoals de noise-cancelling. Wat de onderste knop doet, bepaal je zelf in de app. Oftewel activeer je met een korte druk op de knop Ambient Aware (waarbij omgevingsgeluid deels wordt doorgelaten zodat je niet uit je vel springt als iemand achter je opduikt) of TalkThru (zodat je een gesprek kunt voeren zonder je hoofdtelefoon af te nemen). Het verschil tussen beide is vooral dat bij TalkThru je muziek heel stil zal spelen, terwijl je bij Ambient Aware kunt blijven luisteren.
Functies als TalkThru werken op zich prima, al merken we in de praktijk dat gesprekspartners het vaak merkwaardig vinden als je een hoofdtelefoon ophoudt terwijl je met hen praat. Maar in een open kantoor of onderweg bij het bestellen van een koffie is er misschien wat minder sociale afkeuring. We zullen het uitproberen als we ooit nog eens een open kantoor kunnen betreden. De noise-cancelling (de)activeer je door dezelfde onderste knop iets langer ingedrukt te houden. Je krijgt dan een andere geluidje te horen dan als je Ambient Aware/TalkThru in- of uitschakelt, zodat je zeker weet wat je aan het doen bent.
Treinritje op een bureaustoel
Bij het opzetten van de Club One is het even wennen aan de dikkere oorkussens. Die isoleren je meteen van de omgeving, nog voor dat je de koptelefoon inschakelt. Dat merken we ook als we onze eerste test beginnen. Aangezien we momenteel niet echt veel vluchten richting persconferenties of audiofabrieken ondernemen, gebruiken we voor uitproberen van NC-koptelefoons een video op YouTube (om precies te zijn, deze). Het is een vier uur durende opname van een treinrit door een sneeuwstorm, met veel gerommel in het laag, die we zo luid mogelijk afspelen op onze iMac. Bij het A/B vergelijken met de WH-1000XM3 merken we meteen dat de Club One veel minder lawaai elimineert dan de Sony. De ruisonderdrukking bij de JBL is heel effectief tegen lage geluiden, zoals het geraas van de wind. Dat zijn ook de irritantste frequenties die je snel vermoeien. Je hoort nog wel veel van het getik als de treinwielen over de verbindingen met de spoorbielzen rollen. Bij de Sony benaderen we bijna complete stilte, dat is hier niet het geval. Maar de ruisonderdrukking is wel effectief genoeg zodat je muziek goed kunt horen, en je ervaart minder een gevoel van helemaal afgesneden te zijn van de wereld. Iets dat sommige mensen toch een beetje eng vinden.
Als we dan beginnen met het luisteren naar muziek, dan vinden we dat stukje geluid dat nog doorkomt niet echt storend. Het verdwijnt bijna volledig naar de achtergrond. We kunnen ons perfect concentreren op de slome beats van ‘Merrie Land’ van The Good, The Bad and The Queen (een projectje van onder meer Damon Albarn van Blur and Clash-gitarist Paul Simonon). Uiteraard proberen we de DJ Signature-presets uit die je in de app vindt bij het Stage+-scherm, wat zeker de moeite is. Er zit echt wel wat verschil op en je moet naar eigen smaak oordelen wat je goed vindt. De Tigerlilly- en Ryan Marciano-presets vonden we persoonlijk bijvoorbeeld net iets te nasaal, terwijl Armin van Buuren ons eerder de ervaring gaf dat de buren aan de andere kant van de muur een playlist aan het afwerken waren. Als we moesten kiezen, dan toch eerder voor de preset van Sunnery James, die ook ‘LP5’ van Duitse techno-outfit Apparat het best deed klinken. Maar uiteindelijk kiezen we liever voor de ‘Aangepaste EQ’, waar we de Club One Q-preset (met een platte heuvel rond 250-500 Hz) het aangenaamste vonden. In de app heb je echter veel vrijheid om zelf een curve uit te tekenen, wat goed lukt omdat je meteen hoort wat het resultaat is.
Je kunt natuurlijk heel wantrouwend kijken naar EQ-mogelijkheden, maar de personalisatie is net deel van de JBL-ervaring. De Club One verteert de aanpassingen die je aanbrengt bovendien heel goed. Je krijgt niet snel het idee dat je de hoofdtelefoon vraagt om iets onmogelijk te doen waardoor er vervorming ontstaat. Dat is een indicatie dat de Club One in de basis prima is ontworpen.
Je moet wel oppassen bij het uitproberen van de verschillende EQ-mogelijkheden. Soms durfde de muziek bij het wisselen opeens veel luider te spelen, wat bij ons overkwam als een bug. Als dat zo is, verwachten we dat een software-update wel een oplossing zal brengen.
Bij urban genres gedraagt de Club One zich als een vis in het water.
Maar ook bij andere muziekstijlen presteert het zeker niet slecht. ‘War Anthem’, een vaste testtrack van klassieke componist Max Richter, is zeer ontzagwekkend op de JBL’s, net omdat de percussie (die artillerie voorstelt) diep klinkt en lang nazindert. Maar ook de cellolijn is best wel fraai neergezet (al presenteert pakweg de Dali IO6 met een hifi-insteek net iets vloeiender en gedetailleerder). Uiteindelijk komt het neer op je voorliefde qua bassen: graag een stevig fundament onder je muziek of niet? Het mooie aan de Club One is dat het goede bassen levert en met veel impact en slam, zonder overvet of wollig te worden.
Conclusie
De Club One is een sterke inzending in het premiumsegment. De noise-cancelling is relatief effectief (ook zonder NC hoor je weinig lawaai) en de autonomie is uitstekend. Wij vallen voor de knappe DJ-uitstraling, die gecombineerd wordt met een duurzame bouwkwaliteit die de pro-wereld waardig is. Maar vooral: het is een hoofdtelefoon die veel beleving biedt, met een knappe basweergave die de detailweergave niet in de weg staat. Pop, techno, hip-hop of andere urban genres klinken er puik op, voor rock en metal wil je misschien wat EQ’en. Doe er nog een reeks presets van bekende DJ’s bij, en je hebt een hoofdtelefoon die je lang kan vergezellen en actief entertainen.
JBL Club One
349 euro | www.jbl.com
Beoordeling 4 op 5