De juiste combinatie
Eenmaal eerder stond er in de grote luisterruimte een draaitafel van voormalig aerospace engineer William Firebaugh. Dat was ongeveer vier jaar geleden en toen ging het om de Amadeus GTA. Ditmaal staat het instapmodel van deze ontwerper centraal. Of liever gezegd; de combinatie van die Simplex draaitafel met de RIAA phono voorversterker, het TLC MM element en de optionele voeding DPS. Een totaalpakket dat importeur Latham tijdelijk voor een speciale prijs aanbiedt.
Een eerste blik op deze draaitafel maakt al direct duidelijk wie de ontwerper/fabrikant is. Het minimalistische ontwerp, de matzwarte kleur, de vier in de MDF plinth verzonken squashballen waarop de draaitafel rust, het siliconenbad met de daarin drijvende golfbal waaruit de met zand gevulde aluminium armbuis steekt, de rigide eenheid van armbuis en headshell, de originele ophanging van de arm en de manier waarop de azimuth ingesteld kan worden. Alles ademt de volstrekt unieke en eigenzinnige wijze waarop Firebaugh aankijkt tegen het creëren van een optimale, storingsvrije weergave van in vinyl groeven opgeslagen muziek.
Alle onderdelen en overgangen die het minieme signaal van het element negatief zouden kunnen beïnvloeden en die zich bevinden tussen het element en de rca connectoren waar het signaal de draaitafel verlaat zijn onder de loep genomen en vanuit een geheel ander gezichtspunt benaderd dan voor de meeste andere ontwerpers van draaitafels geldt. Tijdens mijn voornoemde test van de Amadeus GTA, inmiddels leverbaar in een mk II versie met daarop de nog verder verfijnde LTD arm, was al gebleken dat hij daar uitstekend in geslaagd is en tijdens de luisterperiode blijkt dat eenzelfde resultaat eveneens mogelijk is met zijn instapmodel.
De links achter in de plinth geplaatste DC servo motor wordt door middel van schuim ontkoppeld van de drie centimeter dikke MDF plaat. De dunne snaar (0.004 mm dik) voor de aandrijving van het plateau kan in twee verschillende groeven rondom de pulley worden gelegd; iedere keer wanneer gewisseld moet worden van toerental (33,45) dient dit dus met de hand te gebeuren. Aan de achterzijde van de draaitafel zitten een tuimelschakelaar voor het aan/uitschakelen van de motor, aansluitingen voor de voeding, twee cinchbussen voor de interlink naar de phono voorversterker en de aardeaansluiting. Voor diegenen die het op- en afstellen van hun draaitafel niet overlaten aan de dealer is er de mogelijkheid om de snelheid aan te passen en de onderdelen van de arm en armophanging minutieus in te stellen. Bij het testexemplaar was alles door de importeur afgeregeld en dat heb ik zo gelaten.
Na verwijdering van het draaiplateau is te zien dat het op een Teflonbasis rustende plateaulager niet, zoals gebruikelijk, in een ronde cilindervormige bus draait. In plaats daarvan is gekozen voor de vorm van een driehoek. Daardoor maakt het ’zero tolerance’ lager onder invloed van de spanning van de snaar op twee punten contact met zijn behuizing. Wat verder opvalt is het in twee delen uitgevoerde contragewicht waarmee het mogelijk wordt om elementen met uiteenlopende gewichten te monteren.
De draaitafel wordt geleverd met een standaardvoeding. Deze is tijdens de testperiode slechts kort in gebruik geweest. Niets ten nadele van deze voeding, maar met de optionele DPS voeding wordt de toch al goede gelijkloop van de motor nog verder verbeterd. Het beeld stond al als een huis maar nu lijkt dat huis gebouwd te zijn op rotsen. Tijdens één van de latere luistersessies werd dit nog eens extra geaccentueerd toen de DPS nog eenmaal kortdurend door de standaardvoeding vervangen werd. Maar een mens went nu eenmaal snel aan luxe en na één stuk pianomuziek - een gymnopédie van Satie, uitgevoerd door Reinbert de Leeuw op een oude Harlekijn lp - keerde de DPS terug om daarna zijn plek niet meer af te staan.  Â