Displays zijn niet meer weg te denken uit de audio- en videowereld. Zelfs enkele fameuze buizenpuristen hebben hun nieuwe voorversterkers en geïntegreerde versterkers van displays voorzien.
De reden daarvoor is tweeledig; ten eerste zijn praktisch alle moderne versterkers en CD-spelers van een afstandbediening voorzien en ten tweede is de (electronische) instelbaarheid uitgebreid. Die toegenomen ergonomie vraagt om een duidelijk leesbaar display wat niet alleen de huidige status weergeeft maar ook voor een directe visuele feedback zorgt tijdens het aanpassen van een bepaalde instelling. Wanneer de gewenste `volume`-stand en bron zijn gekozen kan men -wanneer mogelijk- de displays van versterkers en bronnen echter het beste dimmen. Zo`n oplichtend scherm kan in een schaars verlichte ruimte de luisteraar afleiden van de weergave, dat is zeker.
Maar nog belangrijker is de mogelijke negatieve invloed op de weergave-prestaties. De meeste apparaten zijn namelijk voorzien van zogeheten gemultiplexte displays (uitzonderingen zoals de Ayre KX-R daar gelaten) wat betekent dat de pixels niet continue `aan` staan maar feitelijk knipperen. Dat knipperen kan voor stoorsignalen zorgen, wat uiteindelijk ten koste gaat van de weergavekwaliteit. Bij meer kostbare apparatuur zal het display zijn afgeschermd en van een eigen voedingslijn zijn voorzien, waardoor de negatieve invloeden vrij klein of nihil zullen zijn.
Bij apparatuur uit de lagere prijsklassen zal een actief display meer invloed op de weergavekwaliteit hebben. Gezien tegenwoordig zelfs instapmodellen een dimbaar display hebben is het aan te raden om het display uit te schakelen tijdens serieuze luister- en/of kijksessies. Ongeacht de kwaliteit van de weergaveketen kunnen uitgeschakelde displays het comfort van zowel de luisteraar als de apparatuur verhogen. Happy Dimming!
