De club van 27 is ongekend populair in de filmtheaters. Dit jaar verschenen mooie documentaires over Kurt Cobain en Amy Winehouse. Maar ook deze bijzondere speelfilm van John Ridley over een stukje van het leven van Jimi Hendrix.
De film behandelt de beginperiode van Hendrix’ carrière, vanaf het moment dat Linda Keith, de toenmalige vriendin van Keith Richards, hem in 1966 ziet spelen, in een matige R&B band in een New Yorkse club. Het leidt er al snel toe dat ze Hendrix op sleeptouw neemt richting London, waar met manager Chas Chandler de Jimi Hendrix Experience wordt samengesteld.
André Benjamin (van Outkast) is sprekend de echte Hendrix en speelt perfect. Relaxt, op het slome af zolang hij niet op een podium staat, levert hij zich gewillig over aan omstandigheden en liefjes. Er wordt niet gepsychologiseerd, maar een telefoongesprekje met zijn vader geeft wel mooi aan dat er een traumatische basis ligt achter het ongrijpbare genie. Sterk van deze film is dat het mysterie in stand gehouden wordt: je leert de geportretteerden niet echt kennen.
Mooi is de historische scène waarin Jimi meespeelt met The Cream en Eric Clapton verbijsterd het podium verlaat, gekrenkt door de kwaliteit van het spel van zijn gast.
Toch is het niet primair een muziekfilm. De mens achter het talent staat centraal, maar te kennen is hij uiteindelijk alleen via zijn muziek. Daarnaast is de film een mooie, persoonlijke verbeelding van een unieke periode in de muziekgeschiedenis.