Orchestral Manoeuvres in The Dark (OMD) scoorde onlangs met Architecture & Morality uit 1981 nog hoog in onze verkiezing Best Klinkende Album Allertijden. Een paar jaar daarvoor bracht de band uit Liverpool het klassieke album nog met succes integraal op de planken van Vredenburg. OMD scoorde in de jaren tachtig een tiental toegankelijke, niet zelden kitscherige pophits en wordt hierdoor vaak weggezet als `eighties synthpopbandje`. Niet helemaal terecht, want de groep speelde met haar (minder bekende) experimentele elektronische werk - onder invloed van acts als Kraftwerk, New Order en Tangerine Dream – ook een niet te onderschatte pioniersrol. Onze auteur was aanwezig tijdens hun concert op IFA 2011.
Hoewel de band ook in Nederland nooit helemaal op waarde werd geschat, is dat in Duitsland een ander verhaal. Niet voor niets gaf de groep – die in 1978 debuteerde met de single Electricity - gisteravond een ´exclusief´ openluchtconcert op de elektronicabeurs IFA. Exclusief, omdat de fraaie groene Sommergarten, `de groene long` van beursgebouw de Messe, naast `s werelds oudste radiotoren (de `s avonds rood verlichte Berliner Funkturm), alleen tijdens de IFA gebruikt mag worden voor concerten.
Sinds 2006 speelt de groep rond oprichters Paul Humphreys (toetsen) en zanger/bassist Andy McCluskey weer in originele bezetting. History of Modern, haar elfde plaat, maar eerste in veertien jaar, is het nieuwste wapenfeit. De plaat - volgens McCluskey `OMD`s beste plaat sinds Architecture & Morality - bereikte de nummer vijf in de Duitse charts, en is daarmee in Duitsland haar meest succesvolle album.
Het publiek was dan ook in groten getale komen opdagen en kreeg behalve songs van de bij vlagen interessante nieuwe dubbelelpee History Of Modern vooral veel oud materiaal te horen, waaronder de `kermishits` So in Love, (Forever) Live and Die, Tesla Girls en Locomotion, stuk voor stuk door een nog immer energieke McCluskey (1959) vol pathos gebracht.
De Britse groep kan inmiddels ook putten uit een hele reeks hoogstaande evergreens zoals Enola Gay, Souvenir, Talking Loud & Clear en Maid of Orleans. Slechts een enkele keer werd terug gegrepen op onbekender en experimenteler materiaal, bijvoorbeeld Radio Waves van het ondergewaardeerde meesterwerk Dazzle Ships uit 1983, of Joan of Arc van Architecture & Morality. Zo blijft OMD een schizofrene band, die kan bogen op een invloedrijk, avontuurlijk repertoire, maar het publiek vooral wil teasen met greatest hits.
Ieder zweetdruppeltje op het hoofd van de bandleden was voor het hele publiek te zien dankzij twee enorme videoschermen met hoge kwaliteit beeld naast het podium. En het geluid? Dat was ook waanzinnig goed. Hoe kan het ook anders op de IFA 2011.